18 juli 2024
Tiende brief van Ronald Soetaert aan Johan Braeckman
Beste Johan
Een tijdje geleden kreeg ik van Gert De Nutte een herinnering aan onze afspraak voor de studiemiddag over verhalen. Gert bleek jouw eerdere verwijzing naar het 'nut van verhalen' vervangen te hebben door 'het belang van verhalen'. Een beetje hetzelfde maar toch retorisch een beetje anders.
Wat heeft nut met belang te maken?
En wat blijkt? Ik heb vroeger al eens een citaat gebruikt van UGent-rector Rik Van de Walle in gesprek met Milo Rau van NTGent: 'Zowel cultuur als academisch onderzoek kunnen tot op zekere hoogte niveau "nuttig" zijn, maar het belang ervan reikt veel verder dan dat'.
Mooi, maar de praktijk aan de universiteit werkte toch anders. Ik zie jou en mijzelf nog zitten, ondervraagd door de onderzoeksraad waar een andere retoriek plots de kop opstak. Het belang moest gemeten worden. Er moest immers geld verdeeld worden.
Mooi, maar de praktijk aan de universiteit werkte toch anders. Ik zie jou en mijzelf nog zitten, ondervraagd door de onderzoeksraad waar een andere retoriek plots de kop opstak. Het belang moest gemeten worden. Er moest immers geld verdeeld worden.
Zelf schreef ik een boekje onder de titel De zin van verhalen. Met als ondertitel: Een boekhouding. Het is opgebouwd als dagboek – eigenlijk een blog – waarin ik quasi dagelijks inzichten noteerde over hoe verhalen gebruikt en misbruikt worden.
Het begon met een citaat van György Konrád: vraag iemand de zin van zijn leven en hij vertelt het verhaal van zijn leven.
'Vertel eens een verhaal' – blijkt vanaf het begin van het ontstaan van cultuur een invitatie tot de cultuur. Een verhalenverteller kreeg een bijzondere status. Een beetje psychologie en geschiedenis van de toog: het begint aan het kampvuur en het gaat door in De Corridor in Wetteren, waar we ons zullen buigen over het belang van vertelsels. En als alles goed gaat eindigen we aan de toog.
Ik omschreef in onze brieven al eerder het nut van verhalen als 'gereedschap en gezelschap'. Dat allitereerde en kreeg daardoor een soort waarheid omdat het elegant klinkt. Maar kom, ik meen het ook een beetje.
Met gezelschap bedoel ik dat we niet alleen verhalen lezen maar er ook over praten. We zijn allemaal ook critici. Het tweede oudste beroep van de wereld, suggereerde ik ooit. Een zoektocht naar het belang van verhalen komt in beeld als we als een antropoloog en retoricus luisteren naar de manier waarop mensen praten over verhalen.
Een titel als 'het belang van verhalen' verleidt ons – ik bedoel ons soort mensen – om een grote en blijde boodschap over verhalen te delen. Maar het is toch ook complexer. Verhalen kunnen ons bevrijden van blikken, maar ze kunnen ons ook inblikken. Een onderzoek maar de blikschade hoort erbij.
Ik sta voor mijn boekenkast met werken over literatuur, een paar honderd boeken vooral over functies van lezen en zo ook over het belang van verhalen. Complexe studies waarvan de aanblik zelfs mij nu vermoeit. Een reden om de luisteraars tijdens de studiedag daarmee niet lastig te vallen. En toch zullen die functies van het lezen van verhalen centraal staan in ons gesprek. En ze waren ook al onderwerp in de brieven die we elkaar schreven: je gaf me tips en vroeg vaak ook suggesties.
Zoals onlangs. Jij vertelt dat je V13 van Emmanuel Carrère over het proces van de terreuraanslagen van 2015 aan het lezen was. Te laat, ik wou je het aanbevelen en je weet precies waarom. Je schreef: 'Je zal op dit punt zeker met me instemmen, Ronald: Wie de absolute waarheid in pacht heeft, komt zelden aan de goede kant van de geschiedenis terecht'.
Ik moest denken aan jouw vraag welke romans we zouden kunnen lezen om iets van de oorlog te begrijpen. Op mijn vensterbank verzamelde ik zulke romans waar ik niet veel over schreef behalve dan dat soldaten best geen literatuur zouden lezen want wie zou er nog willen vechten? De vraag is nu of ik met zo'n redenering aan de goede kant van de geschiedenis terecht gekomen ben. Een beetje meer Machiavelli dan Montaigne zou me goed doen. We zijn nooit uitgelezen.
Ach, de clichévraag die vaak gesteld wordt: welk boek zou iedereen moeten gelezen hebben? Welke roman heeft jouw leven veranderd? Dat blijkt een moeilijke vraag. Vaak doe ik dat alleen maar als ik iemand goed ken en denk: je moet dat eens lezen want … En dan volgt iets heel persoonlijks. A la tête du client. En het is een momentopname.
Maar de constructie 'je moet dat eens lezen, want …' is toch uiteindelijk de hamvraag en bevat het antwoord op de vraag waarom mensen bepaalde romans of films koesteren. Het bevat een retorische formule die ik verder uitwerkte. Zowel door allerhande functies te verzamelen als door de argumentatie te vervolledigen.
De concrete reden impliceert immers ook een abstracte reden die op een hoger niveau iets vertelt over de functie van kunst, concreet een literatuuropvatting en uiteindelijk een wereldbeeld. Je kan steeds hoger gaan en wie weet kom je zo bij de ultieme reden waar jij naar zoekt. Maar ik blijf meestal op aarde … wat niet betekent dat ik niet nieuwsgierig ben naar de perspectieven van anderen.
Ik wil ook iets kwijt over mijn werk de voorbije jaren. Ik zocht naar functies van verhalen die ik in mijn lessen kon gebruiken. De omweg van literatuur, film, tv-series, stripverhalen, games … om de representatie van bepaalde thema's te bestuderen. Stories we live by. Kortom, ik introduceerde verhalen voor psychologen, sociale werkers, leraren, managers … als een soort 'contactzones' om bepaalde aspecten van hun discipline te bespreken. Via scripties en doctoraten werden verhalen als gereedschap geïntroduceerd. En en passant gethematiseerd. Zo verbond ik retoriek en narratologie.
En om daarover te praten zal ik er zijn, op de studiedag. Eerlijk gezegd, ik heb even getwijfeld. Er is ook koers. Een van mijn guilty pleasures. Als je er niets van kent, is er niets te zien behalve renners op een fiets. Maar koers is de meest literaire sport die er bestaat door de verhalen die de renners vergezellen. Handelingen en verhandelingen. Kortom, ik overwoog een verhaal te verzinnen dat ik onverwacht verhinderd was, maar na lang denken kwam ik tot het besluit dat geen verhaal belangrijk genoeg was om niet te komen spreken en praten over het belang van verhalen.
Ondertussen, in de dagen dat ik aan deze brief zat te schrijven, bezocht je me in mijn huis in Ekkergem, in Gent, en schreef je me zelf een brief. Ik citeer: 'Het is er dan eindelijk toch eens van gekomen, mede dankzij onze briefwisseling. Het waren aangename uren bij je thuis, waar je tussen honderden of zelfs duizenden dode en levende schrijvers woont'.
Je zei niks over mij, het interieur, de schilderijen aan de muur etc., maar je keek naar de boeken (en ook wel nieuwsgierig naar de fles wijn). Een bibliotheek van een ander heeft iets erotisch, schreef iemand. Zo keek jij.
Gelukkig vroeg je niet of ik dat allemaal gelezen had en uiteindelijk ook niet naar het nut, het belang of de zin van zo'n verzameling. Stel dat je het gevraagd had, ik had geen antwoord kunnen verzinnen dat zoveel geld- en tijdverspilling kon goedpraten.
Om hun hobby een zekere waardige nuttigheid te geven, citeren velen Machiavelli:
'Wanneer de avond valt, keer ik naar huis terug en ga naar mijn studeervertrek. Op de drempel leg ik mijn door-de-weekse kleren vol slijk en vuil af, trek koninklijke, ceremoniële gewaden aan, en passend gekleed betreed ik de oude hoven van mannen uit de oudheid, (…) waar ik met hen converseer. Hoffelijk beantwoorden zij dan mijn vragen, en vier uur lang voel ik geen verveling, vergeet ik alle zorgen …'
'Wanneer de avond valt, keer ik naar huis terug en ga naar mijn studeervertrek. Op de drempel leg ik mijn door-de-weekse kleren vol slijk en vuil af, trek koninklijke, ceremoniële gewaden aan, en passend gekleed betreed ik de oude hoven van mannen uit de oudheid, (…) waar ik met hen converseer. Hoffelijk beantwoorden zij dan mijn vragen, en vier uur lang voel ik geen verveling, vergeet ik alle zorgen …'
Verder leer ik uit de biografie van Machiavelli dat hij 's avond vaak twijfelde tussen zijn studeervertrek of naar de bordelen gaan kaarten. Literatuurliefhebbers doen vaak aan deugdpronken.
Als het waar zou zijn dat het lezen van literatuur een beter mens van ons – mij dus – zou maken en dat lezen letterlijk de empathie vergroot, dan zat het hier vol daklozen of Oekraïners. Kortom, ik ben blij dat je het nut, laat staan de moraal niet ter sprake bracht.
We hadden wel gesprekken over allerhande onderwerpen en ik had de neiging om de schrijvers – nu ja hun boeken – erbij te halen die pasten bij onze conversatie. Mijn gereedschapskist.
Hoe werkt dat? Als ik een roman uit de kast neem, zoek ik naar de potloodstreepjes die ik erin gemaakt heb. Ik verwees naar de verhalenbundel Vrienden van de Poëzie van Guido Van Heulendonk en ik citeerde iets wat ik over zijn bundel schreef:
'Mijn exemplaar staat vol van potloodstreepjes bij stijlvolle zinnen maar vooral zinnige inzichten. Een van de personages beschrijft haar streepjesmanie als een project waaruit uiteindelijk "op den duur samenhang ontstond, een streepjescollectief, als het ware, dat een eigen aanvullend verhaal vertelde en een extra, visueel hoofdstukje aan het boek toevoegde".' (p. 196)
'Mijn exemplaar staat vol van potloodstreepjes bij stijlvolle zinnen maar vooral zinnige inzichten. Een van de personages beschrijft haar streepjesmanie als een project waaruit uiteindelijk "op den duur samenhang ontstond, een streepjescollectief, als het ware, dat een eigen aanvullend verhaal vertelde en een extra, visueel hoofdstukje aan het boek toevoegde".' (p. 196)
Toevallig bots ik op een citaat van de schrijver James Salter, die een lezeres beschrijft die even gestopt was met lezen. Hij commentarieert: 'The power to change one's life comes from a paragraph, a lone remark' die haar plots fascineerde. Een opmerking die net op tijd kwam voor een potloodstreepje. Salter besluit: 'How can we imagine what our lives should be without the illumination of the lives of others?' (James Salter, Light Years).
Misschien is dat wel de essentie van het nut van verhalen?
We komen hier ongetwijfeld nog op terug. Misschien moeten we het ook (nog) eens hebben over het nut van brieven.
Juli 2024
Ronald Soetaert
Meer van Ronald Soetaert