4 januari 2022
75 jaar seks in Indiana
In 1947, exact 75 jaar geleden, richtte Alfred Kinsey aan de Indiana University het 'Institute for Sex Research' op, een jubileum dat ik aangrijp voor een eerbetoon aan deze belangrijke pionier. Want toen ik begin jaren 70 van de vorige eeuw voorlichting ging geven te lande, waren de twee studies van deze professor biologie zowat het enige wetenschappelijke referentiemateriaal waarop mijn medestanders en ik ons konden baseren.
Zijn beide publicaties, Sexual Behavior in the Human Male uit 1948 en Sexual Behavior in the Human Female uit 1953, vormen de weerslag van het grootst opgezette onderzoek ooit over menselijke seksualiteit. Hiervoor had hij 16 000 personen geïnterviewd uit alle lagen van de bevolking. Opmerkelijk tegelijk is dat de auteur de term homoseksueel niet als een medische diagnose beschouwde, maar als een etiket dat de maatschappij verleende voor de stigmatisatie en de controle van menselijk gedrag, precies zoals dat in zijn ogen ook het geval was voor masturbatie, orale seks, sadomasochisme …
Voorbij de grenzen heet de biografie die Rudi Meulemans in 2017 schreef van Glenway Wescott. Deze Amerikaanse auteur kende Alfred Kinsey persoonlijk. Naast het feit dat hij een van de geïnterviewde personen was voor het legendarische rapport van de vorser, had hij kennelijk ook het genoegen gesmaakt tot diens kring van intimi te behoren. Op die manier kwam ik erachter dat onze wetenschapper het niet enkel bij de theorie heeft gelaten tijdens het opstellen van zijn baanbrekend verslag, maar dat hij zijn bevindingen kennelijk ook in de praktijk bracht. Hij vlinderde van het ene naar het andere geslacht, wat de term grensverleggende publicatie meteen een extra betekenis verleent.
Wat Kinsey tot een echte pionier maakt, is het feit dat hij aantoonde dat je de mensen niet zonder meer in twee aparte groepen kunt opdelen, maar dat er een continuüm bestaat waarbij de voorkeuren van de verschillende personen in elkaar overvloeien, niet enkel op seksueel vlak maar gewoonweg op alle gebied. Hij stelde een schaal op van 1 tot 6 – van uitsluitend hetero- tot uitsluitend homoseksueel – en kwam voor die tijd met onthutsende cijfers naar buiten: 4% van de mannen en 3% van de vrouwen vielen exclusief op mensen van hetzelfde geslacht. Meer zelfs: bijna een op de drie mensen kende in zijn volwassen leven minstens één homoseksuele ervaring. Deze publicatie choqueerde de natie, want het was ongehoord zich te beperken tot een loutere opsomming van data en feiten zonder daar tegelijk een ethische stellingname aan vast te knopen – lees: een veroordeling. Maar in geval van morele verontwaardiging is hypocrisie nooit ver weg, want ondanks de algemene afkeuring van de studie in kwestie, leidde de uitgave van de Kinsey-rapporten met zijn 750 000 gedrukte exemplaren tot het bestverkochte wetenschappelijke boekwerk aller tijden. Kinsey groeide uit tot een echte hype – hij werd een mediafiguur en verscheen zelfs op de cover van Time.
Achteraf is het natuurlijk makkelijk zich te verbazen over de golf van protest die over de Verenigde Staten spoelde na Kinseys publicaties, maar zijn ontdekkingen bleken in regelrechte tegenspraak met de Amerikaanse (en de Europese) way of life. We mogen namelijk niet vergeten hoe Victoriaans-preuts het er in onze westerse contreien aan toeging tijdens de eerste helft van de 20e eeuw. Zo bleek men er ronduit van overtuigd dat masturbatie tot geestesziekten leidde en stond voorhuwelijkse seks geboekstaafd als een gruwel en een doodzonde. In landen waar homoseksualiteit niet als een misdaad werd bestempeld, dienden gays toch op te boksen tegen verregaande intimidatie, omdat de politie om de haverklap identiteitscontroles uitvoerde in homobars en openbare parken. Overspel op zijn beurt werd dan weer juridisch beteugeld: in België bijvoorbeeld mocht een gerechtsdeurwaarder vanaf 5 uur 's morgens de woning des verderfs betreden om te bewijzen dat er tussen de twee suspecte individuen zinnelijke omgang had plaatsgegrepen, en dit door zich naar de slaapkamer te begeven, alwaar hij vaststelde dat de sponde langs beide kanten warm aanvoelde en dat er twee indeuken in de bedstede aan te treffen bleken. Het is niet moeilijk zich voor te stellen welk een schokgolf zich in zo'n maatschappelijk klimaat voordeed als er opeens een geleerde opduikt die statistisch aantoont dat alles wat men tot dan toe als pervers bestempeld had, niet meer is dan een alledaagse en triviale gebeurtenis waaraan ieder individu zich bezondigt. Ook de buurman en de buurvrouw! Stel je voor: orale seks! Gewoon naast de deur hier! En God behoede ons, zelfs de eigen ouders en de eigen kinderen deden het … De wereld was te klein. Hij implodeerde.
Kinsey ging nog verder dan het louter reveleren van zijn opzienbarende bevindingen, hij ontpopte zich tegelijk tot een activist. Toen hij constateerde dat een op twee dames weleens vreemd durfde te gaan of dat meer dan 10% van de vrouwen en meer dan 20% van de mannen erotisch reageerde op een sadomasochistisch relaas, beperkte Kinsey zich er niet toe die feiten enkel en alleen bekend te maken, maar koppelde hij er meteen ook deze gevolgtrekking aan vast: wanneer een bepaald gedrag relatief veel voorkomt, dient het niet anders dan als normaal te worden beschouwd. Dit was natuurlijk in strijd met wat de tijdgeest poneerde: het bestónd toch niet dat cijfers konden bepalen wat de maatschappij hoorde te tolereren en wat ze als afwijkend moest verwerpen. Het was immers uitsluitend de welvoeglijkheid die in staat was hierover een normerend oordeel te vellen.
Deze mening wist op onverholen steun te rekenen bij McCarthy en het House Committee on Un-American Activities, want we mogen niet vergeten dat we op dat ogenblik in volle Koude Oorlog zaten. En in dit klimaat moedigde men de jacht aan op vermeende communisten en homoseksuelen, vanuit de drogreden dat gays makkelijk te chanteren vielen en zodoende een ernstige bedreiging vormden voor de staatsveiligheid.
Kinseys aandeel in het tot stand komen van de seksuele revolutie is immens, maar daarnaast leverde hij ook een bijdrage tot de emancipatie van de vrouw. En deze bijdrage durven we wel eens uit het oog te verliezen. In zijn Sexual Behavior in the Human Female van 1953 verdedigde hij haar namelijk als een even seksueel en sociaal wezen als de man. Uiteraard leidde zo'n stelling tot virulente reacties! Vooral de psychiaters namen Kinseys volslagen onkunde op de korrel: snapte hij immers veel van de complexiteit der 'menselijke geest in niveau en diepte'.
Tegenwoordig zijn we volledig gefocust op mei '68 en schrijven we de seksuele revolutie compleet toe aan de studentenrevolte, de hippiecultuur en wat eromheen hing. Misschien dienen we hier toch enige nuance in aan te brengen en de vraag te stellen of alles echt zomaar ineens uit de lucht is gevallen. In welke mate kondigde het doorbreken van lichamelijke taboes zich misschien niet veel vroeger aan? Had met name Kinsey al niet eerder iets in beweging gebracht? Was zijn rapport niet het zaadje dat een decennium later volop tot ontkiemen zou komen?
Tenzij hijzelf misschien gewoon thuishoorde in de lange rij van mentaliteitswijzigingen die zich bezig was te voltrekken. Wie weet was hij niet eenvoudigweg een adept van zijn tijd, een product van de veranderingen in de publieke houding tegenover intimiteit. Mogelijk vormde hij de aanzet van wat in de jaren zestig tot explosie kwam. Feit blijft alleszins dat zijn werk tot de invloedrijkste wetenschappelijke publicaties van de 20e eeuw mag worden gerekend.
In 2012 werd zijn naam toegevoegd aan de Legacy Walk in Chicago, een monument in openlucht dat hulde brengt aan de geschiedenis van de LGBTQ+-gemeenschap en aan de mensen die daartoe een bijdrage hebben geleverd.
Meer van Rudy Van Giel