31 januari 2022
De ware reden
Al bijna twee jaar – zowat de duur van de pandemie –, zolang is het geleden dat ik een nieuw kledingstuk kocht. Voorlopig heeft niemand daar last van. Allerminst ikzelf, mijn kleerkast puilt uit en vermoedelijk zal ik al die stukken niet echt verslijten, al word ik honderd jaar. Indien ik deze trend aanhoud, zou het natuurlijk kunnen dat ik over pakweg vijf jaar danig in de kijker loop wegens onherroepelijk 'uit de mode'. Heel goed mogelijk. Als u de blik op een ouderwetse jas, een verschoten trui of misschien, wie weet, een toch wel héél strak zittend rokje nauwelijks kunt verdragen, kijk dan gerust de andere kant op. Ik zal het u niet kwalijk nemen, er is immers zoveel moois te zien.
Voorlopig heeft de vermaledijde pandemie ook nog het bijkomende neveneffect dat ik minder buiten kom dan voorheen, waardoor een nieuwe outfit niet echt een hoogdringende kwestie is. Bovendien hebben we klederen strikt gezien slechts nodig om het lichaam te beschermen tegen de koude. Zo was het toch oorspronkelijk bedoeld. Ondertussen heeft kledij ook de functie ons er mooi te laten uitzien of onze persoonlijke smaak te etaleren, en daar is helemaal niets mis mee. De vaststelling is echter dat, nu ik er géén koop, het me kan worden aangewreven dat ik de economie schade toebreng doordat ik te weinig consumeer. Ziedaar de tweespalt. Minder consumeren is goed voor mijn portemonnee. De economie vaart er echter slecht bij.
Het is namelijk díé economie die toch immer en altijd het belangrijkste lijkt te zijn. Pandemie en klimaatverandering ten spijt, hier kijkt men zéker graag de andere kant op. Steeds worden groei en handel vooropgesteld. Dat blijkt op meerdere vlakken.
Nu vele werknemers door besmetting of quarantaine dreigen uit te vallen, wordt door werkgevers gepleit om besmette personen soepeler aan het werk te zetten. Zo niet, dan vreest de haven van Antwerpen een moeilijk jaar tegemoet te gaan. Afgesproken regels worden aangepast omdat er een dreigend tekort is aan werknemers. Ook al stijgen de besmettingscijfers, de productiecijfers blijven primordiaal. Dat is een rare paradox in deze kwestie. Het voelt bovendien aan alsof werknemers pionnen zijn die men strategisch inzet. Broodnodige schakels in een keten. Niet 'productief zijn' is niet aan de orde.
Helemaal absurd wordt het wanneer een multinational onder druk wordt gezet door zijn aandeelhouders. Het 'roer' moet om omdat het bedrijf 'ter plaatse trappelt' door het produceren van de voedingsproducten waarmee het bedrijf groot geworden is. Het zal zich voortaan focussen op gezondheids- en hygiëneproducten omdat daar nog 'groei' te verwachten valt. Het wordt zelfs lachwekkend wanneer vliegtuigen leeg de lucht ingaan omdat ze anders hun tijdsloten dreigen te verliezen.
Wordt het geen tijd om te vereenvoudigen? Analoog aan de wiskundige vereenvoudiging? Reduceren tot het op meest elementaire niveau? Iets wat complex is veranderen in een eenvoudiger of logischer vorm? Handelen vanuit het gegeven dat je steeds iets doet om de ware reden. We hebben producten nodig, daarvoor hebben we bedrijven. De belangrijkste opdracht van die bedrijven is noodzakelijke producten produceren en ze distribueren. Winst is het neveneffect. Moeten we niet naar een economie die mensen biedt wat ze echt nodig hebben? Zonder hen te bestoken met reclame voor absoluut overbodige zaken? Zonder te verwachten dat diezelfde mens zich onderwerpt aan een eindeloos lijkende flexibiliteit? Omdat de hyperkapitalistische visie van winst maken primeert?
Growth or degrowth? De meningen zijn verdeeld, de discussie interessant. Er is in ieder geval een verschil te bemerken tussen groeien op een manier die bewerkstelligt dat kapitale problemen bonafide aangepakt worden door middel van innovatie én groeien waarbij er louter gefocust wordt op winst maken, het kapitaal zélf vergroten door productie op te drijven. Bij deze laatste manier van groeien mag bij voorkeur enkel de ware reden een drijfveer zijn. De essentie moet primeren. Alle andere malafide motivaties van bedrijfsleiders kunnen op zijn minst als bedenkelijk of enigszins overbodig bestempeld worden.
De ware reden dat we ons kleden is ons te beschermen. Groei wordt hier pervers wanneer het ertoe leidt dat we afgedankte kleren uit onze propvolle kleerkasten afvoeren naar derdewereldlanden waardoor hun markt ontwricht wordt of, erger, wanneer we overtollig geproduceerde kledij dumpen in de Atamacawoestijn in Chili. Ze valt heus niet stil, die productie, vroeg of laat zal dat rokje hoe dan ook aan vervanging toe zijn. Zelfs eerder waarschijnlijk, omdat, ja natuurlijk, ik gewoon uit mezelf in de verleiding zal komen er eentje te kopen. Eentje welteverstaan, het hoeven er geen twee te zijn.
Meer van Sophia De Wolf