25 april 2022
Oorlog in Europa: Poetin slaat onze waarden aan diggelen
Voor wie het vergeten was, het kwaad bestaat: radicaal kwaad dat meent zijn belangen met oorlogsmiddelen te mogen verdedigen. Al 75 jaar leven mensen in dit land in vrijheid, onder veilige omstandigheden, in een rechtsstaat en een welvaartsstaat die ieder van ons een zekere mate van sociale bescherming biedt, hoewel men over de maat gerust van mening kan verschillen.
Maar nu is het ondenkbare gebeurd: er is oorlog in Europa. We starten nog elke dag onze pc op, houden ons aan onze afspraken en loggen in voor teamvergaderingen. Maar 's morgens bij de koffie vragen we ons af of de oorlog ook ons zal bereiken? We denken aan de mensen in Oekraïne die veiligheid willen voor hun kinderen en henzelf, aan de mensen in Kiev die hun stad verlaten en niet weten of ze ergens een veilig onderkomen vinden, aan degenen die vechten tegen de agressor.
Empathie kan ons een stukje van de pijn doen voelen die de Oekraïense burgers nu voelen. Zij kozen voor een democratie naar Westers model, maar zijn nu niet in staat zich met gelijke middelen te verdedigen tegen degene die de democratie veracht.
Wat de pijn erger maakt is het gevoel dat het Westen niet in staat is geweest de agressor vroegtijdig te stoppen, dat we misschien signalen genegeerd hebben, dat we oorlog niet meer mogelijk achtten. Wat voor ons belangrijk is, vrijheid en democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten, fairness en wederzijds respect, vrede en menselijkheid, wordt door Poetin met voeten getreden. Zijn oorlog is een aanval op onze waarden, op ons savoir-vivre.
We moeten onszelf geen blaasjes wijsmaken over de mate waarin wij gevormd zijn door de waarden van de Westerse cultuur. Jawel, wij bekritiseren de groeilogica van het kapitalisme, het onrecht dat eruit voortspruit, de tweedeling van de maatschappij, het nietsontziende neoliberalisme, het racisme dat nog steeds niet verslagen is. Maar de consensus over de waarden die we delen gaat veel dieper dan we op het eerste zicht vermoeden. Vooral in het licht van de oorlog, waarmee we na decennia van vrede worden geconfronteerd, komt dit duidelijk naar voren.
Wij geloven in de onaantastbaarheid van de menselijke waardigheid, in het recht op zelfbeschikking, in de gelijkheid van alle mensen, in verdraagzaamheid, in het gewicht van het betere argument, in de kracht van dialoog, in de mogelijkheid tot balans. Fairness, solidariteit en respect zijn voor ons belangrijker dan succes tegen elke prijs, belangrijker dan winstbejag en profijt. Degenen die dit waardestelsel in de eerste plaats bestempelen als vernietigende kracht van koloniale onderwerping, zouden er nota van moeten nemen dat precies die waarden ook de potentie van zelfreiniging in zich dragen.
De moderne instellingen van de democratie, de rechtsstaat en de markteconomie brengen deze attitudes echter niet automatisch voort. Zij hebben een fundament met een lange geschiedenis, waartoe zeker de Verlichting behoort.
Al deze waarden die ons hebben gevormd en waarop we vertrouwen, worden nu in twijfel getrokken. De crisis die door de oorlog in Oekraïne is veroorzaakt, brengt opnieuw aan het licht wat onze Westerse cultuur eigenlijk is. Wat de agressor met Oekraïne doet maakt ons woedend. De misdadige cynicus van de macht heeft ons belogen en bedrogen. We vragen ons af of we op prille signalen hadden kunnen en moeten anticiperen. Hadden we ons niet veel eerder tegen zijn oorlogsretoriek moeten verzetten? Hadden we niet moeten ingrijpen toen hij Grozny met de grond gelijk maakte? Toen hij Georgië binnenviel en de Krim annexeerde? Terwijl hij zich bewapende, hielden wij ons bezig met de aanpak van sociale ongelijkheid, met de verbetering van de positie van vrouwen, met diversiteitsbeleid, met dierenwelzijn …
We hebben onze eetgewoonten veranderd, het roken in openbare ruimten verboden, gewerkt aan stressvermindering op het werk en een cultuur van bezinning ontwikkeld. We slaan onze kinderen niet meer. Verkrachting binnen het huwelijk is strafbaar gesteld. Onze gevangenissen worden gemoderniseerd.
Waren we naïef? Waren we verwende kinderen van een welvarende samenleving? Waren we onrealistisch?
Nee, dat waren we niet. Want dat alles behoort tot het draaiboek van onze cultuur: het overwinnen van sociale ongelijkheden, aandacht voor de zwakkeren, de armen en de zieken, de bescherming van minderheden, etnische, seksuele en religieuze minderheden, de strijd tegen discriminatie, het behoud van de lichamelijke en geestelijke integriteit van de mens, de erkenning van transgenderidentiteiten.
De mens is een kwetsbaar wezen. In de preambule van de Universele Verklaring van Rechten van de Mens staat dat de inherente menselijke waardigheid de grondslag is voor vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld, en dat deze onaantastbaar is. Onze hele constitutionele, democratische en sociale orde is gebouwd als dam die de kwetsbare mens moet beschermen. Nu de oorlogsdreiging dichterbij komt, zien wij deze kwetsbaarheid duidelijker dan ooit. Ze is diepgeworteld. Zullen wij in staat zijn deze cultuur, die de mens in zijn kwetsbaarheid wil beschermen, te verdedigen tegen het ruwe, het brutale, het radicale kwaad? Zijn we bereid om op te komen voor deze cultuur? Is onze liefde ervoor groot genoeg om er offers voor te brengen?
Vrede en welvaart zijn de tweevoudige doelstelling van elk beleid dat gericht is op het welzijn van de bevolking. Europa heeft gedurende driekwart eeuw grotendeels van beide kunnen genieten. Maar nu worden vrede en welvaart in Europa opnieuw bedreigd. In zijn verhandeling Over de eeuwige vrede, een geschrift uit 1795, schrijft Immanuel Kant dat vrede geen natuurtoestand is, maar steeds opnieuw tot stand moet worden gebracht. Misschien was het een typisch Europese illusie om vrede normaal te vinden.
Maar eerst, laat ons kijken naar de mensen die dicht bij ons staan, naar de steden waarin we wonen, naar de boeken die ons omringen, naar de schoonheid van het leven, naar de kleurrijke wereld van opera en ballet, of zelfs naar de struiken in onze tuin, die weer in bloei staan. Laten we dat doen om niet vergeten wat er op het spel staat.
(Tekst oorspronkelijk gepubliceerd in Glauks, tijdschrift Humanistisch Verbond Limburg.)
Meer van Johan Jacobs