15 juni 2022
De rode vlag hangt uit
Het zou in deze tijden wat onkies zijn om 'De Russen zijn in het land' als titel te gebruiken. Maar ongetwijfeld weet nu elk meisje, elke vrouw die dit leest wat ik bedoel met beide uitdrukkingen. Als die tenminste nog gebruikt worden. Dat kan ik niet echt bevestigen, vermits die rode vlag bij mezelf al een behoorlijke tijd niet meer uitgehangen wordt. Dat heeft tal van voordelen, maar dit terzijde. Wél ben ik sedert kort op de hoogte dat ik hier niet meer louter over de vrouwelijke helft van de bevolking mag praten, ik moet het bij voorkeur over 'menstruerende mensen' hebben. Om dus niet discriminerend te zijn en de lgbtq-gemeenschap niet voor het hoofd te stoten. Nuchter gezien zijn het evenwel nog altijd gewoon voornamelijk vrouwen die menstrueren. Dat is gewoon een feit.
Dat nuchtere feit dat ik hierboven aanhaal, zal door sommigen evenwel als een mening worden aanzien. Ik ben op mijn hoede. Het lijkt alsof men meer dan ooit op zijn woorden moet letten, ook als men gewoon zijn 'vrije mening uit'. Naar aanleiding van een incident met een regenboogvlag werden in de media én ook hier op Kwintessens verschillende meningen de gevoelige wereld ingestuurd. Het stimuleert me tot nadenken. Omdat die meningen mij enigszins verwarren – en ik niet honderd procent weet welke kant te kiezen –, ging ik te rade bij een persoon met een diploma taalkunde en een persoon met een diploma filosofie. Ik verwoord het op deze manier omdat zelfs de overheid ook al belang hecht aan doorgedreven neutraliteit. Secretaresse zou niet meer mogen, filosofe dus waarschijnlijk evenmin. Sommige betrokkenen lijken ook op de toppen van hun voor het minste onrecht gevoelige tenen te lopen. Maar geven ze niet net daardoor zelf blijk van enige onverdraagzaamheid? Vooral wanneer zelfs voor humor een rode lijn getrokken wordt?
Hoe komt het dat partijen en hun tegenpartijen zo gevoelig zijn geworden? Is het omdat we, geconfronteerd met grote, onvatbare crisissen, onze aandacht dan maar richten op wat eerder in de afdeling trivialiteiten te categoriseren valt? Is het omdat nieuwe generaties terecht of onterecht extra alert zijn voor 'als erge mistoestanden geïnterpreteerde' gebeurtenissen die hen overkomen? Is het omdat velen niet meer zien wat er bij ons al gerealiseerd is (homohuwelijk enz.)? Gaat het hier te goed? Of zie ik het te negatief en wordt hier gewoon het debat gevoerd?
Om mijn eigen verwardheid over die verschillende meningen en opvattingen te beteugelen en uit te kunnen maken aan wiens kant ik me redelijkerwijs zal scharen, zocht ik verder. Ik kwam onder andere terecht bij het boek Langs de afgrond van Arnold Heumakers dat ik onlangs las en besprak. Wanneer Heumakers luistert naar antiracisten, feministen, lgbtq-activisten en boze moslims krijgt hij de indruk dat we in de meest racistische, vrouwonvriendelijke, homo- en islamofobe tijden ooit leven. 'Eén blik over de schouder volstaat om te zien dat dit niet waar kan zijn. Waarom dan toch deze onvrede […]?' Heumakers zoekt een mogelijke verklaring in de 'wet van Tocqueville', die erop neerkomt dat onrecht altijd des te heviger wordt gevoeld naarmate het afneemt. 'Het kwaad is weliswaar minder, maar de gevoeligheid groter.'
Het is dankzij activisme dat zaken verbeterd zijn en dat minderheden zélf hun terechte plaats in de samenleving bevochten en verdiend hebben. Daaruit vloeide toch eveneens voort dat een groot deel van die samenleving zélf steeds geleidelijk verder en verder staat in haar eigen 'transitie' met betrekking tot die veranderende samenleving? Is het mogelijk dat minderheden daardoor het onrecht in een steeds kleiner hoekje moeten gaan zoeken? De vraag dringt zich bij me op of het onderste uit de kan moet worden gehaald? Is het misschien rationeel om hier de rode vlag te respecteren? Een rode vlag die uithangt, maakt mensen er attent op dat er gevaar dreigt. In afwachting van verdere input of nieuwe inzichten beslis ik mijn eigen twijfels alvast te reduceren en het voorlopige standpunt in te nemen dat ik voor mezelf de grens trek wanneer humor gevaar loopt. Totale gelijkheid verwachten is immers ook aanvaarden dat er over de hele lijn met gelijke maten en gewichten gewogen wordt, dat lijkt me een logisch gevolg. Waarom mag de heerlijk gevatte en geniaal grappige Ricky Gervais met iedereen lachen, maar niet met transgenders, zoals ik in een lezersbrief las? Toelaten dat je een mikpunt bent van humor of zelfs spot duidt toch op maturiteit?
Is het slim dat ik hier zelf die rode vlag toch nog eens wou buitenhangen? Zeker niet. Zwijgen lijkt meer dan ooit goud te zijn. Haar niet buitenhangen heeft tal van voordelen. Maar dit terzijde.
Meer van Sophia De Wolf