12 juli 2022
De universiteit brandt
Op twee weken tijd ondertekende ik twee petities. Tegen mijn gewoonte in, want het format van de petitie laat weinig ruimte voor nuance. Maar voor sommige zaken meen ik dat het nuttig kan zijn om druk uit te oefenen op het beleid. Het toeval wil dat het twee petities betrof gericht aan de rector van de Universiteit Antwerpen, tevens mijn werkgever. Dat is lastig, want ik wil liefst geen deloyale werknemer zijn en draag mijn alma mater een warm hart toe. Bovendien lijken de twee petities ideologisch tegenstrijdig, waardoor ik me in een ongehoorde intellectuele spreidstand bevind.
De eerste petitie kwam er na de discussies over de rol van de universiteit in het promoten van de geplande INEOS-fabriek (DS 7 juni 2022). Omwille van de grote impact op milieu en klimaat ben ik fel gekant tegen de komst van die plasticfabriek (DS 15 juni 2022). Daarnaast maak ik me grote zorgen over de belangenvermenging die ontstaat wanneer academisch onderzoek wordt gefinancierd door privébedrijven (DS 24 juni 2022). Het belang van de financiering perkt de intellectuele vrijheid in, en die is nodig om als onderzoeker kritisch te kunnen blijven. De onafhankelijkheid van het academisch onderzoek staat hier onder grote druk.
Ik heb iets langer geaarzeld om de tweede petitie te ondertekenen. Het gaat om een protest tegen de beslissing van de rector om twee medewerkers van de UA te schorsen (DS 30 juni 2022). Een gesprek tussen die twee werd onopzettelijk opgenomen en vervolgens zonder toestemming op sociale media verspreid. De rector besliste om de twee medewerkers te sanctioneren omdat ze in hun gesprek kwetsende uitspraken deden over studenten van Marokkaanse origine en over de joods-orthodoxe gemeenschap. Onder andere integratie en taalproblematiek waren het onderwerp van hun gesprek. Ik ben het inhoudelijk niet eens met de verklaring (onwil om het taalgebruik aan te passen) en de gesuggereerde oplossing (segregatie van culturele minderheden) die de twee medewerkers naar voren schoven.
Toch begrijp ik zeer goed dat collega's met elkaar spreken over deze thema's. Het zijn problematieken waarmee docenten anno 2022 nu eenmaal geconfronteerd worden. Ze deden dat bovendien onder elkaar, zonder de bedoeling iemand te kwetsen of te schofferen. Wat ik verontrustend vind is dat zo'n persoonlijke conversatie kan leiden tot een schorsing. Niet alleen werd hier de privacy van de twee medewerkers flagrant geschonden, de sanctie lijkt ook te berusten op willekeur. Geen enkel universitair protocol verbiedt het om met je collega's over bepaalde onderwerpen te praten. En gelukkig maar. Het gevolg van deze sanctie is echter dat niemand zich op de universiteit nog veilig kan voelen om van gedachten te wisselen over gevoelige thema's. De angst om afgeluisterd en verklikt te worden is plots niet meer zo irrationeel. Zo wordt opnieuw de intellectuele vrijheid ingeperkt.
Waarom heb ik dan getwijfeld om deze petitie te ondertekenen? En waarom twijfelen vele andere collega's om hun nek uit te steken? Ik vermoed dat voor velen hetzelfde geldt: uit angst om geassocieerd te worden met bepaalde andere ondertekenaars die bekendstaan als erg conservatief of politiek incorrect. Dan word je mogelijk guilty by association. Wat op het spel staat is niet het onderwerp van de petitie zelf, maar de eigen positionering binnen een steeds meer polariserend ideologisch veld. Daarbij spelen twee overwegingen: ten eerste de angst om gerecupereerd te worden door een kamp waar je je niet thuis voelt, en ten tweede de angst om geëxcommuniceerd te worden door het kamp waartoe je denkt te moeten behoren.
Het lijkt erop dat het publieke debat, naar het Amerikaanse model, steeds meer wegzakt in een simplistische ideologische tweedeling. Een nieuwe verzuiling waarbij je als burger over alles moet denken en spreken volgens de partijlijn van je eigen kamp. Dat is een verstikkende opstelling, die het vrije spreken enorm onder druk zet en elke vorm van nuance of kritische bevraging in de kiem smoort. In zulk een klimaat is het moeilijk om onderwerpen en vraagstukken op zichzelf te beoordelen. Om argumenten te wikken en te wegen op basis van hun zinvolheid en overtuigingskracht, en niet op basis van wie ze gebruikt.
Wat we nodig hebben is een derde ruimte, tussen de uiterste polen in. Een ruimte die het dualistische denken overstijgt en waar het werkelijk veilig denken en spreken is. Een plek waar je je kwetsbaar kan en mag opstellen. Dat wil niet zeggen dat gedachten er afgevlakt en onschadelijk moeten worden gemaakt. Radicale ideeën mogen geopperd, en ideologische spreidstanden uitgeprobeerd. Mensen mogen van gedachten veranderen wanneer ze tot nieuwe inzichten komen. Het dialectische denken volgt doorgaans een grillig pad. Bovenal moet er begrip zijn voor andermans pogingen om zich steeds opnieuw een mening te vormen.
Terwijl ik dit schrijf verneem ik het droeve nieuws dat de Antwerpse universiteit in brand staat. Letterlijk. Het raakt me diep. Gelukkig is het vuur inmiddels onder controle en dankzij dappere brandweerlui zijn de kostbare bibliotheekcollecties gevrijwaard. Ik kan het niet anders lezen dan als een metafoor – als een duidelijk beeld van wat ons te doen staat. Als er één taak is weggelegd voor academici, en bij uitbreiding voor universiteiten, dan is het om de intellectuele vrijheid te vrijwaren, te koesteren en te bewaken, of desnoods opnieuw te creëren.
(Tekst oorspronkelijk gepubliceerd in De Standaard, 8 juli 2022. Overgenomen met toestemming van de auteur.)
Meer van Marlies De Munck