Janine Barchas & Isabel Greenberg
Yves Claeys
Non-fictie
  • 81 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

15 april 2025 Jane Austen: Verteld & Verbeeld
Als Amazon te geloven is verschijnt deze Nederlandse bewerking van een getekende Jane Austen-biografie bijna twee weken voor het Engelse origineel. De tekeningen, in een primitieve stijl, grijsblauwe en gele kleuren, met rood voor de verdichtsels van de auteur zijn van de geprezen Isabel Greenberg. De platen zijn overwegend sober en met de nodige variatie opgebouwd. Af en toe krijgt de lezer een klassieke 3x3 pagina, zelden een slechte keuze. De tekst is van professor Janine Barchas, Jane Austen-kenner, werkzaam aan de University of Texas at Austin.
Ze doorspekken hun biografie, toegespitst op drie grote perioden uit het bestaan van de genoegzaam bekende schrijfster, met ‘easter eggs’ ofte knipogen naar haar werk en naar andere randweetjes, toegelicht in een glossary, hier niet zo geslaagd vertaald met ‘woordenlijst’. In het voorwoord wordt gesteld dat die ‘bewijst dat we (de auteurs) ons strikt aan de weinig beschikbare feiten hebben gehouden’. Nochtans dient in één van de vroegste annotaties eruit al worden opgemerkt dat enige vrijheid werd genomen met de chronologie.
In de glossen wordt aan wie dat nodig heeft verder nog onderwezen wat een schrijftafel is (de voorloper van een laptop) of een postkoets.
Een rondje whist
Ze bieden ook een uitkomst voor de uitleg in de bovenstaande tekening, die blijkbaar meer verwart dan verheldert en de nood oproept aan een bijkomende annotatie: whist is ‘een behendigheidsspel voor twee met kaarten’, waar niets aan lijkt te kloppen. Heeft men whist, een voorloper van contractbridge en wiezen, verwart met zenuwen? Of is ‘behendigheid’ een vertaling voor ‘trick-taking game’ in plaats van ‘slag’ en is ergens verloren gegaan dat het een spel is voor ‘two pairs of players’?
Tussen haakjes: kaart u ook met een vaas bloemen in het midden van de tafel?
Het glossarium leert nog hoe dialogen en situeringen uit de levensbeschrijving vaak direct ontleend worden aan het werk van Austen. Zo gebruikt Jane tijdens een bezoek aan London woorden uit Mansfield Park: ‘Je ziet er knap uit in je uniform, broer. Ik ben blij dat je hier nog een missie had, want de wrede gewoonte verbiedt je om het buiten diensttijd te dragen. Zo doe je mijn jurk nog beter uitkomen.’
Even geforceerd is de scène waarin een ingehuurde actrice sensatie en zo publiciteit wil creëren door galerijbezoekers naar de naam van een bloem te vragen, waarna Austen Shakespeare citeert aan dezelfde broer: ‘What’s in a name? Wat wij een roos noemen, zou even geurig ruiken als het anders heette.’ Alle elementen zijn gedocumenteerd, de galerij, het bezoek eraan, de actrice, haar rol in de galerij en de gewoonte van de Austens om Shakespeare te citeren, maar de fictieve combinatie is er met de haren bij gesleurd.
De verwijzingen naar het oeuvre zijn hiermee meer dan addenda. Ze zijn onlosmakelijk verbonden aan de biografie en geven er vorm en inhoud aan. Al is deze zo een beetje erudieter, ze wordt vooral meer gezocht en artificiëler. Films en romans teren op een suspension of disbelief. Wanneer in het dagelijkse leven of in levensverhalen personen zich als personages gedragen komt een einde aan deze opheffing en blijft enkel het ongeloof over. Het resultaat: aliënerende gesprekken die vaak even twee-dimensioneel als de tekeningen zijn.
Wat wordt er bovendien veel af geglimlacht in dit leven dat zich afspeelt tijdens de Napoleontische oorlogen en zijn deel van tegenslagen kende, zelfs aan het levenseinde van de schrijfster op 41-jarige leeftijd, weergegeven met een splash page over de volledige boekbreedte. Jane wordt er tevreden afgebeeld op haar ziekbed, zich nooit alleen wetend, want omringd door een schare imaginaire vrienden, de door haar bedachte romanfiguren, allen met haar wedijverend voor de breedste glimlach. Is dat niet eerder intriest?
Wie voor de figuur van Austen meer interesse voelt dan idolatrie zal verlangen naar een benadering met minder zoetsappigheid en meer afstandelijkheid, waarin leven en werk niet worden versmolten. Dat laatste, wanneer het niet exclusief door de filter van de verfilmingen en de roze blik van het fandom wordt gelezen, bevat trouwens meer dan de suiker die eruit gewonnen wordt, zoals Barchas als specialiste als geen ander zal weten. De samenwerking tussen scenarist en tekenaar, beiden met een stevige reputatie op hun eigen terrein, speelt volgens het voorwoord echter expliciet in op het verlangen van bewonderaars om de origines van dat werk in persoonlijke gesprekken of voorvallen te zoeken. Het geheel van hun gecombineerde expertise zou zo wel eens minder kunnen zijn dan de som der delen. Wat op het web te vinden is van de eigen verhalen van Greenberg lijkt op het eerste gezicht alleszins heel wat boeiender dan wat hier wordt afgeleverd.
Het gros van de fans zal ongetwijfeld smullen van nóg een publicatie over hun geliefde auteur, ook al bevat die een aantal imperfecties. Mochten ze daar wakker van liggen, het zouden er wellicht geen zijn.

Yves Claeys
Janine Barchas & Isabel Greenberg
Yves Claeys
Non-fictie
Yves Claeys (1965) studeerde wijsbegeerte en bedrijfskunde. Lang geleden vroeg hij zich af wat Godfried van Bouillon met vleesnat te maken had.
_Yves Claeys Recensent
Meer van Yves Claeys

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies