Frantz Fanon
Martin Harlaar
Non-fictie
  • 4740 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

5 mei 2020 Zwarte huid, witte maskers
De in 1925 op het Frans-Caraïbische eiland Martinique geboren Frantz Fanon maakte in de jaren 1960-70 deel uit van een internationaal gezelschap levende en dode anti-kolonialistische helden, samen met onder andere de Vietnamees Ho Chi Minh (1890-1969), de Chinees Mao Zedung (1893-1976), de Kaapverdiaan Amilcar Cabral (1924-1973), de Congolees Patrice Lumumba (1925-1961), de Cubaan Fidel Castro (1926-2016) en de Argentijn Che Guevara (1928-1967). Fanon werd vooral bekend door zijn tweede boek, ‘Les Damnés de la Terre’, ‘De verworpenen der aarde’ dat in 1961 verscheen toen hij op zijn sterfbed lag.
In 1952 was Fanons eersteling verschenen: ‘Peau noire, masques blancs’. Het werd in 1971 in het Nederlands vertaald met als titel ‘Zwarte huid, blanke maskers’. December 2018 verscheen een nieuwe vertaling onder de titel ‘Zwarte huid, witte maskers’. Er staat geen nawoord in - bij dit gecompliceerde boek een groot gemis. Ik informeerde bij Solange de Boer van uitgeverij Octavo naar het waarom. Zij schreef: ‘Wij kregen van Editions du Seuil de uitgave van ‘Peau noire, masques blancs’ (1952) zoals die nu in druk is, d.w.z. zonder voorwoord, en die moesten we als uitgangspunt gebruiken. In het contract stond een extra clausule waarin met vette letters was aangegeven dat de erfgenamen de vertaling wilden goedkeuren voordat deze verscheen. Op onze vraag of er een nawoord van de vertaler in het boek mocht worden geplaatst, kwam een luid en duidelijk ‘nee’. Dat betreuren wij zeer en eerlijk gezegd hadden we dat niet verwacht omdat er eerder ook voorwoorden bij dit boek zijn verschenen. Een nawoord van de vertaalster had de vertaling in een context kunnen plaatsen en dat is nodig gezien de huidige debatten. We hebben het nawoord daarom op de website van Octavo geplaatst.’(mail 12 juni 2019)
De enige toelichting vinden we op de achterflap. Ook deze moest worden goedgekeurd door dochter Mireille en zoon Olivier Fanon. ‘Frantz Fanon heeft het denken over de gevolgen van kolonialisme en racisme blijvend beïnvloed. In ‘Zwarte huid, witte maskers’ beschrijft hij wat het psychologisch betekent voor een zwarte persoon om te leven in de witte westerse wereld. Hij analyseert de manieren waarop zwarten duidelijk wordt gemaakt dat ze gelden als minderwaardig en hoe zij dit proberen te compenseren door zich ‘wit’ te gedragen. Zwarte mensen worden gedwongen ‘witte maskers’ op te zetten. Fanon streefde ernaar de vervreemding van zwarten op te heffen, maar hij sprak ook over ‘blanken die niet minder van zichzelf vervreemd zijn geraakt’. Vanuit zijn eigen ervaringen en op basis van literaire, psychoanalytische en filosofische werken roept Fanon een beeld op van de problematische relatie tussen gekleurde en witte mensen dat tot op de dag van vandaag herkenbaar is.’
_Leesadvies
‘Zwarte huid, witte maskers’ telt 7 hoofdstukken: ‘De Zwarte en de taal’, ‘De gekleurde vrouw en de Blanke man’, ‘De gekleurde man en de Blanke vrouw’, ‘Over het zogenaamde afhankelijkheidscomplex van de gekoloniseerde’, ‘De geleefde ervaring van de Zwarte’, ‘De neger en de psychopathologie’ en ‘De neger en de erkenning’. Aan te raden valt eerst de inleiding en de conclusie te lezen. Verder is het aanbevolen het zeer leesbare boek ‘Frantz Fanon: A life’ (Granta Books, London 2000) van David Macey bij de plaatselijke bibliotheek te ontlenen om daarin, zodra u de aandrang voelt ‘Zwarte huid, witte maskers’ in een hoek te gooien of aan de dichtstbijzijnde kringloopwinkel te doneren, in ieder geval hoofdstuk 5 ‘Black Skin, White Masks’ te lezen. U zult dan begrijpen dat het niet aan u ligt en heeft daardoor hopelijk opnieuw voldoende moed gekregen om nog een ultieme poging wagen.

David Macey (1949-2011) vertaalde vele boeken uit het Frans naar het Engels en was een kenner van het 20ste eeuwse Franse intellectuele leven. Hij was marxist en geïnteresseerd in psychoanalyse. Dat maakte hem tot de ideale Fanon-biograaf. Wie was Frantz Fanon? Ik citeer uit de korte biografie achterin ‘Zwarte huid, witte maskers’: ‘Frantz Fanon was psychiater en schrijver. Tijdens de Tweede Wereldoorlog trad hij in dienst van het Franse Bevrijdingsleger. Daarna studeerde hij medicijnen, psychologie en filosofie in Lyon. In 1953 kreeg hij de leiding over een afdeling van de psychiatrische inrichting in Blida (Algerije) en in 1954 sloot hij zich aan bij de strijd voor een onafhankelijk Algerije. Frantz Fanon overleed in 1961 aan leukemie in een voorstad van Washington, D.C.’
_Frans staatsburger met een zwarte huid
Om Frantz Fanon te begrijpen is het cruciaal te weten dat hij een Frans staatsburger was met een zwarte huid. Toen hij streed tegen de nazi’s en na de oorlog in Lyon studeerde, werd hij tot zijn ergernis door velen niet tegemoet getreden als een Frans staatsburger, maar als een man met een zwarte huid. De jaren na WOII waren in Frankrijk de jaren van het existentialisme, van Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir. De Parijse intellectuele kringen discussieerden over literatuur, filosofie en politiek. Fanon voelde zich met die wereld verbonden. Zijn eerste boek vertoont daar de nodige sporen van.

De meeste geciteerde boeken in ‘Peau noire, masques blancs‘ werden gepubliceerd in de jaren 1947-50. Grote delen van ‘Zwarte huid, witte maskers’ zijn moeilijk leesbaar, en Macey legt uit waarom. Fanon was geïnteresseerd in theater en las Sartres toneelwerk, waarin zijn existentialistische filosofie is verwerkt en thema’s als ‘actie’ en ‘verantwoordelijkheid’ behandeld worden. Daardoor geïnspireerd maakte Fanon in ‘Peau noire’ gebruik van stukjes dialoog die het best uitgesproken kunnen worden. Dat deed Fanon zélf ook. Hij had nooit geleerd om te typen. Terwijl hij door de kamer heen en weer liep, dicteerde hij zijn tekst aan Josie, zijn geliefde en later zijn vrouw. Uit een eerdere relatie had hij een dochter, Mireille. Sporen van de gesproken oorsprong van de tekst zouden volgens Macey te herkennen zijn aan de plotselinge afbrekingen en veranderingen van richting, als Fanon zich plotseling iets herinnerde of ergens aan dacht. (p. 134)
Fanon citeert ook talloze schrijvers en intellectuelen, de ene keer met instemming, de andere keer gaat hij de discussie aan. Veel toen bekende namen zullen bij lezers vandaag onbekend zijn, wat het lastig maakt Fanons betoog te volgen. Maar wat stond Fanon met dit boek voor ogen? Enkele citaten. ‘De confrontatie tussen het blanke en het zwarte ras heeft ons inziens een omvangrijk psychisch-existentieel complex veroorzaakt. Met onze analyse willen we werken aan de vernietiging daarvan.’ (p. 11-12) ‘Dit boek is een klinische studie. Wie zich erin herkent, is volgens mij alweer een stap verder. Het is mijn oprechte bedoeling om mijn broeder, zwart of wit zover te krijgen dat hij zich zo energiek mogelijk ontdoet van het beklagenswaardige keurslijf dat zich in eeuwen van onbegrip om hem heen heeft gevormd.’(p. 12) ‘Wie de negers adoreert, is voor ons even ‘ziek’ als wie hen verfoeit. Andersom is de Zwarte die zijn ras witter wil maken, net zo beklagenswaardig als hij die haat jegens de Blanke predikt. Absoluut gezien is de Zwarte niet sympathieker dan de Tjech; waar het werkelijk op aankomt, is dat er ruim baan wordt gemaakt voor de mens.’ (p. 8) ‘Mijn doel is dat voor Zwart en Blank een heilzame ontmoeting mogelijk wordt.’ (p. 73)
_Geweld
‘Ruim baan voor de mens’ en ‘een heilzame ontmoeting’ liet Fanon in 1952 nog door zijn Josie op papier zetten. Zijn ervaringen in de wrede Algerijnse bevrijdingsoorlog (1952-1962) veranderde Fanons humane stellingname echter ingrijpend. Daarbij kwam dat Fanon hààst had gekregen nadat er in 1960 leukemie bij hem was geconstateerd. In de zomer van 1961 voltooide hij ‘Les Damnés de la Terre’ waarvoor Sartre een berucht geworden voorwoord zou schrijven.

Sartre was Fanons held. In 1948 had Fanon Sartres voorwoord bij een bloemlezing van nieuwe Franstalige zwarte en Madagaskische poëzie gelezen. ‘”Wat verwachten jullie“, wierp Sartre daarin zijn tijdgenoten voor de voeten, “toen jullie de prop weghaalden waarmee je die zwarte monden had afgesloten? Dat ze de lofzang op jullie zouden inzetten? Dachten jullie dat je in hun ogen bewondering zou lezen wanneer die hoofden, die door onze vaders met dwang tot op de grond waren gebogen, zich zouden oprichten?”’ (‘Jean-Paul Sartre: Zijn biografie’, Annie Cohen-Solal, Van Gennep, Amsterdam, 1988, p.462) Solal schreef: ‘In 1955 kwam er een speciaal nummer van ‘Les Temps Modernes’ over links in Frankrijk. In Frantz Fanons ‘De houding van de Franse intellectueel en democraat in de Algerijnse kwestie’ en Sartres ‘De linkerzijde aan de tand gevoeld’ vinden we dezelfde analyse en dezelfde woede. (...) In de zomer van 1961 had in Rome de eerste ontmoeting plaats tussen Sartre en Fanon: dagen en nachten van eindeloze gepassioneerde gesprekken.’ (p. 463)

David Macey schreef over deze ontmoeting dat Sartre en De Beauvoir, ondanks momenten van spanning, goed konden opschieten met Fanon, die verleidelijk charmant kon zijn als hij dat wilde. Tot De Beauvoirs verrassing bleek Fanon een persoonlijke weerzin tegen geweld te hebben, hoewel hij geweld in het openbaar verdedigde. Hij was duidelijk zwaar van streek als hij sprak over het geweld dat de Belgen (Kongo) en de Portugezen (Angola) gebruikten. Verrassender voor De Beauvoir was nog dat hij evenveel moeite had met het tegen-geweld van de bevrijdingsstrijders. Maar hij vond dat zijn persoonlijke afkeer van geweld een tekortkoming was die zijn positie als intellectueel weerspiegelde. (p. 461)

‘Les Damnés de la Terre’ verscheen toen Fanon op zijn sterfbed lag. Daarin lezen we Fanons psychiatrische vergoelijking van geweld: ‘Op het individuele vlak is geweld een reinigende kracht. Het bevrijdt de gekoloniseerden van hun minderwaardigheidscomplex, van hun passieve en wanhopige houding. Het geeft hen moed en herstelt hun zelfvertrouwen’.
Deze recensie verscheen ook in ons Ledenmagazine Het Vrije Woord, editie thema mensenrechten.
Frantz Fanon
Martin Harlaar
Non-fictie
In het kader van het 'Grote vragen'-project (Diversiteit & Dialoog staan daarin centraal) probeert Martin Harlaar, in samenwerking met het Humanistisch Verbond, tot de kern van belangrijke maatschappelijke thema's door te dringen. In 2021 verscheen zijn boek 'De getemde mens. Waar komt (volgens u) onze moraal vandaan?' en in 2022 'Ben ik wel woke genoeg?'. In januari 2024 verscheen 'Het gender-experiment'.
_Martin Harlaar Martin Harlaar (Amsterdam 1956) is historicus
Meer van Martin Harlaar

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies