Guillaume Martin
Paul Van Aelst
Non-fictie
  • 1076 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

3 september 2022 Het peloton en ik. Een filosofie van de mens in de massa.
Guillaume Martin is filosoof en wielrenner. Geboren in Parijs in 1993, promoveerde hij aan de Universiteit van Parijs-Nanterre. Sinds 2016 is hij beroepsrenner bij de Franse ploeg Cofidis. Wielrenners fietsen niet alleen veel, maar moeten ook veel rusten en zo had hij tijd om te schrijven.
In 2019 verscheen “Socrate à Vélo” en in 2021 “La Société du Peloton”. Verder schreef hij de filosofische komedie “Platon vs. Platoche”. Martin is een zeer verdienstelijk renner, kopman van zijn ploeg, maar moest na een zeer behoorlijke Tour de France 2021 die van 2022 verlaten omdat hij positief testte voor Covid.
Nu verschijnt er van hem de Nederlandse vertaling van zijn jongste boek: “Het peloton en ik. Een filosofie van de mens in de massa”. Daarin brengt Martin zijn filosofie over mens en maatschappij in verband met de praktijk bij het wielrennen. Hij beschrijft de samenleving als een uitvergrote weerspiegeling van zijn sport.
Centraal in het boek staat het spanningsveld tussen de egoïstische neigingen van de mens en zijn behoefte tot de groep te behoren. Dat toont hij duidelijk in het wielrennen aan, waar er maar één kan winnen. Maar juist dat winnen is niet mogelijk zonder samenwerking. Dit is wel het gevolg van de zeer specifieke eigenschap van de koers: een individuele sport die in ploegverband wordt beoefend. Het is zoals in de buitenwereld: wie een ander helpt, ploegmaat of tegenstander, rekent of hoopt op een wederdienst. Martin geeft praktijkvoorbeelden waarbij egoïsme bij de renners het samenwerken verhindert, waardoor dan geen van hen de overwinning behaalt.
Martin schreef dit boek deels tijdens de Tour de France 2021. Daarin reed hij uitstekend met een achtste plaats op zijn erelijst. Hij behandelt het klassieke dilemma van de verhouding tussen individu en collectieve groep. Hij zoekt naar de mogelijkheid om het individueel streven naar geluk te combineren met dat van de groep. Het algemeen belang valt hier echter niet samen met ieders eigenbelang. De leidraad die vele ploegleiders aan hun renners meegeven is dan ook: doe niet meer dan diegene die het minste doet. Het is duidelijk dat het rigoureus volgen van deze regel tot stilstand leidt. Nochtans is het ook dat wat we in vele gebieden van de samenleving tegenkomen. De belangen van het individu zijn vaak onverenigbaar met die van het collectief. Het gedrag is dan in tegenspraak met het algemeen belang. Martin noteert in dat opzicht drie reusachtige uitdagingen waar dringend een ommekeer is vereist: de democratie kwijnt weg, de overvloed aan informatie en de dataverwerking, het verstoorde klimaat.
De koers is de belichaming van dat dilemma dat Kant de “asociale socialiteit” noemde: de wielrenner kan niet winnen met de anderen, maar ook niet zonder. Of zoals Sartre onderstreepte: “de hel, dat zijn de anderen”. Maar de hel is evenzeer een bestaan zonder die anderen.
Martin onderzoekt in “Het peloton en ik” hoe een individu zich moet verhouden t.o.v. een absurde wereld, een samenleving vol tegenstrijdigheden. Hij doet dit door die gemeenschap te projecteren op het gebied dat hem het best gekend is: de wielrennerij. Hierdoor slaagt hij erin om zijn ideeën op een zeer praktische wijze uit te werken. Tegelijkertijd zijn zijn inzichten in de wereld van de koers boeiend. Hij gebruikt de sport om zichzelf te overstijgen en geeft toe dat elke atleet daarbij ook een egoïstisch motief heeft. Dat het publiek daarbij niet minder zelfzuchtig is, verduidelijkt hij met de eenvoudige uitspraak: “we hebben gewonnen” als hun favoriet wint, maar “hij heeft verloren” als diezelfde renner verliest. Keer op keer herhaalt hij dat de mens ertoe veroordeeld is om altijd eerst aan zichzelf te denken.
De kampioen – hier de auteur – is per definitie eigenaardig. De sport onthult alle tegenstrijdigheden. De renners kunnen die niet oplossen, maar paradoxaal genoeg wel overstijgen. Het is bekend dat bij sporten endorfine vrijkomt. Bij Martin leidt dat tot kalme overpeinzing met dit bijzondere boek tot gevolg. “Het peloton en ik” is een verrassend en fascinerend boek waarin hij uitlegt wat de wielerwereld ons kan leren over dat veel grotere peloton dat de samenleving is. 

Paul Van Aelst


Vertaling: Alexander van Kesteren
Guillaume Martin
Paul Van Aelst
Non-fictie
-
_Paul Van Aelst - Recensent
Meer van Paul Van Aelst

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies