Peter Vermeersch
Paul Van Aelst
Non-fictie
  • 2672 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

10 oktober 2019 Aantekeningen bij een moord
Peter Vermeersch is in 1972 in Brugge geboren. Na zijn studie slavistiek in Leuven, Krakau en Warschau werd hij hoogleraar Oost-Europese politiek aan de KU Leuven.
In 2012 dringen drie jongeren van Albanese afkomst binnen in het Brusselse appartement van een 79-jarige vrouw. De vrouw probeert zich te verdedigen, krijgt rake klappen en valt op haar hoofd. Enkele dagen later wordt ze dood aangetroffen. Al snel worden de drie daders opgepakt. De jongste twee – van 15 jaar oud – komen voor de jeugdrechter. De derde is 18 jaar en moet in 2016 voor het hof van assisen verschijnen. Vermeersch wordt uitgeloot om als jurylid te zetelen in deze zaak. Tien dagen later bevindt de volksjury hem schuldig aan roofmoord en wordt hij tot 21 jaar cel veroordeeld. Tot daar het verslag van de feiten.
Vermeersch besluit zijn ervaringen hieromtrent op te schrijven. Dit wordt ‘Aantekeningen bij een moord’.
Nieuwsgierig van aard - en omdat in die periode een hevige discussie woedde over het nut van assisen en het afschaffen van die procesgang - leek hem dit razend interessant.
Hij besluit er een boek aan te wijden waarin hij onderzoekt wat een proces met een mens doét. Een moordzaak meemaken is totaal iets anders dan een misdaadverhaal volgen op TV. Het eindbeeld is daar altijd een opgeloste zaak met als resultaat dat de werkelijkheid weer geordend (herordend) is.
Als jurylid onderga je het verhaal pas écht. Hoe gedetailleerd de verslagen van de experts en hoe ingeleefd de verhalen van de getuigen ook mogen zijn, er blijven altijd lacunes en vage plekken over omtrent wat er werkelijk is gebeurd. Na afloop van zo’n “vertoning” blijf je dan ook steeds verweesd achter.
Vermeersch brengt in zijn boek in twaalf hoofdstukken verslag uit over die moordzaak in kwestie, maar ook over de geschiedenis van het justitiepaleis en assisen. Hij stelt zich – en bij uitbreiding de lezer – vooral vragen over justitie, over beschuldiging en straf. Antwoorden geeft hij niet, maar hij zet de lezer aan om over de rechtsgang verder na te denken.
Er is een gerechtelijke logica, maar tegelijkertijd word je op je menselijkheid aangesproken, helaas overlappen die twee elkaar niet. De juryleden worden in zo’n proces op zichzelf teruggeworpen, onderling contact is er nauwelijks. Dit wordt versterkt door de aard van het imposante gerechtsgebouw, door de rituele taal die er wordt gesproken en door de vreemde gebruiken. Er is een onoverbrugbare afstand tussen aan de ene kant de advocaten en magistraten en aan de andere kant de getuige, dader en slachtoffer.
Een menselijke communicatie is in de rechtszaal heel lastig. Daardoor is de opdracht van een jurylid veel zwaarder dan meestal gedacht. Je woelt in levens die behoorlijk dramatisch en faliekant zijn uitgedraaid. Tijdens die indringende getuigenissen is er géén tijd voor een troostend gesprek. De psychologische kant van een proces is kortom heel confronterend.
Straffen is een vorm van georganiseerde vergelding, je neemt levenstijd af van de schuldige. Het is goed dat er op het einde van een proces een oordeel komt. Maar het zinloze van het misdrijf zal hiermee niet verdwijnen. Er zou tijd moeten worden vrijgemaakt voor de grote vragen over het nut van een celstraf en wat er nà de vrijlating moet gebeuren.
In het laatste deel van het boek verhaalt Vermeersch over zijn contacten met initiatieven van herstelrecht waar daders en slachtoffers worden samengebracht voor een gesprek onder begeleiding van een bemiddelaar.
Vermeersch constateert dat er zowel voor de daders als voor de slachtoffers leegte overblijft. Daarom zoekt hij verenigingen op die een ontmoeting tussen dader en slachtoffer mogelijk maken. Hij ondervindt dat ook luisteren verpletterend kan zijn.
Met ‘Aantekeningen bij een moord’ schrijft Vermeersch het aangrijpend relaas over een assisenzaak. Hij is zélf betrokken partij als jurylid en laveert tussen afstand houden en zich onderdompelen. Hij worstelt met de nasleep van het moordproces en kijkt vooruit op een leven buiten de rechtszaal.
Vermeersch schrijft vlot leesbaar en de omkadering van het verhaal maken het geheel boeiend. De beschrijving van het grote en imposante justitiepaleis met daarbinnen het nietige proces, zorgt voor een zekere abstracte kijk op deze zaak. Het legt de nadruk op de menselijke raadselachtigheid.
Hij komt gelukkig nooit moraliserend over. Hij stelt de vragen maar weet tegelijkertijd dat er geen antwoorden zijn. Ondanks zijn betrokkenheid weet hij voldoende afstand te houden en streeft hij objectiviteit na. Hij voegt tot slot een lijst geraadpleegde literatuur toe aan zijn boek met daarin zowel literaire werken als wetenschappelijke studies over het strafrecht.
Peter Vermeersch
Paul Van Aelst
Non-fictie
-
_Paul Van Aelst - Recensent
Meer van Paul Van Aelst

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies