28 januari 2019
Enkele bedenkingen bij het overlijden van Etienne Vermeersch
Etienne Vermeersch zei vaak dat hij "een kleine eter was, maar een grote drinker". Dat klopt niet, want hij hield van veel en lekker eten. Koken kon hij niet, al beweerde hij dat zijn zelfbereid konijn met pruimen culinaire top was. Het belette niet dat hij het gelijk van vegetariërs beklemtoonde, in acht genomen het belang van dierenwelzijn en de ecologische impact van de bio-industrie. Hij steunde van meet af aan Michel Vandenbosch en GAIA. Ik herinner me dat we lang geleden samen een opiniestuk schreven om de vraag naar een verbod op de straatpaardenrennen in een aantal dorpen in West-Vlaanderen te ondersteunen.
De zogenaamde ultrarationalist Etienne Vermeersch werd vooral gedreven door empathie en passie. Hij verdroeg menselijk noch dierlijk lijden, wond zich op over elke vorm van onrecht en maakte zich grote zorgen over de levenskwaliteit van de toekomstige generaties. Soms gaf hij aan zich niet door emoties te laten leiden, maar ook dat klopt niet: hij was vaak zeer emotioneel. Zijn rationaliteit stond evenwel niet tegenover emotionaliteit, maar tegenover irrationaliteit. Wat zijn uitspraak over drinken betreft: die is helemaal accuraat. Hij was er fier op dat hij stevig kon doordrinken zonder dat het zijn vermogen tot helder en redelijk denken en argumenteren aantastte. Het is een eigenschap die hij gemeenschappelijk had met Socrates en Confucius.
_Knipoog
Ik kan me niet herinneren dat het in een gesprek met hem langer dan een paar minuten duurde voor er gelachen werd. Ook als het om onderwerpen ging die hij uiterst ernstig nam – van euthanasie tot migratie, religie tot demografie, genetische manipulatie of eigendomsrechten, zijn interesses waren ongebreideld – sloop de humor onvermijdelijk binnen. De laatste weken van zijn leven communiceerde hij schriftelijk, omdat praten niet meer lukte. Liggend op zijn ziekbed schreef hij in zijn kleine handschrift neer wat hij dacht, wat hij wou, en aan wie hij nog wat wou uitleggen. Ongeveer een week voor zijn overlijden was het eerste wat hij schreef toen ik zijn kamer binnenstapte: "Ben je al op de hoogte van mijn laatste avonturen?" Zijn ogen glinsterden als vanouds.
Overal waar ik de voorbije decennia lezingen gaf, werd ik na afloop aangesproken door mensen die me zegden "zeer goed bevriend te zijn met Etienne Vermeersch". Ik kreeg gaandeweg de indruk dat hij honderden zeer goede vrienden en vriendinnen had. Op Facebook mag dat een vorm van fake news zijn, maar in het geval van Etienne was het in zekere zin juist. Voor velen volstond een gesprek van een half uur om het gevoel te hebben een band voor het leven te hebben gesmeed. Een ontelbaar aantal anekdotes hoorde ik, en nu hij overleden is, bereiken me er dagelijks meer. Zonder uitzondering zijn ze erg typerend. Zo bijvoorbeeld schrijft Ludo Hellemans, de vertaler van meerdere boeken van Charles Darwin, me het volgende: "Je bracht me in het jaar 2000 in contact met Etienne naar aanleiding van mijn twijfels over een Latijnse voetnoot in On The Origin of Species (over het feit dat mannetjesapen seksueel opgewonden worden bij het zien van dames in de Londense dierentuin). Etienne legde me toen uit dat Darwin behoorlijk slecht Latijn schreef, en hij gaf me toen vriendelijk op mijn kop omdat mijn Latijn nog veel slechter was."
Vermeersch hield ervan om complexe kwesties helder uit te leggen, om gespeeld verwonderd te zijn dat je iets niet kende of niet snapte, en om zijn kennis en eruditie te etaleren. Waar dat bij anderen arrogant of neerbuigend kan overkomen, kwam hij ermee weg. Het was telkens half ironisch en nooit kwetsend bedoeld. "Zeg je me nu echt dat je de formule van Euler niet kent? Maar hoe is dat nu toch mogelijk? Ik zal het je eens uitleggen ..." Het aantal mensen dat met deze kant van zijn persoonlijkheid reeds bij de eerste ontmoeting kennis maakte, is niet in te schatten.
© Johan Swinnen 2017
_Invloed
Er is in de eerste dagen na zijn overlijden reeds veel geschreven over zijn intellectuele invloed en zijn betekenis voor diverse politieke, maatschappelijke en ethisch belangrijke kwesties in Vlaanderen en België. Hij speelde een grote rol in de realisatie van de abortus- en euthanasiewetten, maar, minder belicht, evenzeer bij de voorbereiding van de wet op de rechten van de patiënt en de wet betreffende het onderzoek op embryo's. Hij woog zwaar op het migratie- en asielbeleid, hielp een ontelbaar aantal Vlamingen bij hun levensbeschouwelijke ontvoogding, lag mee aan de basis van de vereniging SKEPP, liet ons focussen op de milieuproblematiek en het gevaar van de bevolkingstoename, scherpte ons denken aan over de golfoorlogen, over problemen omtrent de islam, het onzinnige van racisme, enzovoort. Tussendoor vond hij de tijd om grondige expertise op te bouwen over de geschiedenis van het christendom en de historische Jezus, over Spinoza en zijn invloed op de Verlichting, over Mohammed en de koran, en over meerdere andere uiterst complexe onderwerpen. Maar hij was ook decaan van de Faculteit Letteren & Wijsbegeerte, vice-rector van de Universiteit Gent, voorzitter van het Raadgevend Comité voor Bio-Ethiek en hij nam tal van andere bestuurlijke taken op zich. Mocht ik niet beter weten, ik was ervan overtuigd dat er meer dan één Etienne Vermeersch was.
_Informatie
Het uitvoerige artikel van Marc Reynebeau in de bijlage van De Standaard die aan Vermeersch is gewijd, belicht uitstekend zijn rol en betekenis in de geschiedenis van de wijsbegeerte en moraalwetenschappen aan de universiteit Gent. In diezelfde bijlage merkt Herman De Dijn op dat Vermeersch "als filosoof niet origineel was". Dat valt te betwisten. Reeds in zijn doctoraatsverhandeling werkte hij een theorie uit over het concept informatie, gebaseerd op inzichten van onder meer Claude Shannon en Warren Weaver. Vermeersch realiseerde zich reeds vroeg, misschien wel wereldwijd als eerste persoon, dat de mathematische informatietheorie ook bruikbaar is om vraagstukken uit de cultuurwetenschappen en de wijsbegeerte te benaderen. Informatie is een fundamenteel, maar onderbelicht aspect van de hele kosmos, naast materie en energie (en die laatste twee zijn in feite aan elkaar gelijk). De natuurwetten en -constanten drukken informatie uit die als het ware opgelegd wordt aan materie en energie. (En informatie kan niet op zich bestaan zonder materiële of energetische drager.) Zo ontstaan de ordelijke vormen die we overal in het universum waarnemen. Ook in het biologische proces van evolutie door selectie speelt informatie een sleutelrol. Elk organisme, zelfs elke cel, bevat boekdelen aan informatie over de geschiedenis van het leven op aarde, en wat we cultuur noemen is in essentie het creëren, bewaren en doorgeven van informatie door mensen en enkele andere dieren. Vanuit het perspectief van de informatietheorie kan men dit hele proces beter begrijpen. Een basisaspect is dat informatie die betekenisvol is en tot ordelijke structuren leidt, zowel in de kosmos, in de biologie als in de cultuur, een optimum kent tussen redundatie en willekeur, tussen voorspelbaarheid en verrassing. Zo is een letterreeks zoals ABABABABABABA enzovoort niet bijzonder informatief, wegens veel te voorspelbaar. Maar een reeks waarbij elke volgende letter ons volkomen verrast is evenmin informatief. Vermeersch paste dit inzicht onder meer toe op esthetische kwesties: grote kunst bevat een sterke mate van onvoorspelbaarheid, maar ze is ook niet volkomen willekeurig. Denk aan een zomerhit: geen grote kunst, veel te voorspelbaar. Maar atonale muziek, hoewel misschien kunsthistorisch interessant, is evenmin artistiek hoogstaand, omdat de opeenvolging van de noten te willekeurig is. Zowel de zomerhit als de atonale composities zijn niet erg informatief, wat men ook wiskundig kan aantonen. Vermeersch bleef jarenlang verder schaven aan zijn informatietheorie, maar is er niet meer in geslaagd om het boek te schrijven dat hem hierover voor ogen stond. Niettemin publiceerde hij er enkele technische artikelen over in vakbladen, die op termijn invloedrijk kunnen zijn. De internationaal zeer bekende filosoof Daniel Dennett, onafhankelijk van Vermeersch, raakte de voorbije jaren ook gefascineerd door de filosofische aspecten van het concept informatie. Toen ik Vermeersch vroeg wat hij van Dennetts publicaties hierover vond, kreeg ik als antwoord: "Hij moet nog veel leren." De erbij horende karakteristieke grijns en pretoogjes kan eenieder die hem kende zich makkelijk voorstellen.
_In de wereld
Tot slot. Er is opgemerkt dat Etienne Vermeersch geen boeken las van auteurs waarmee hij het a priori oneens was, of die hij "te duister" vond. Dat is niet correct. Als er iemand was die net wel de auteurs bestudeerde waarmee hij het potentieel oneens was, dan wel Etienne Vermeersch. Wat die "duistere auteurs" betreft, laat ik erop wijzen dat Vermeersch iemand als Heidegger – zo duister als je 't maar wil hebben – grondig had gelezen. Hij legde Heidegger veel helderder uit dan Heidegger zichzelf expliceerde, om daarna zijn verwarringen en vergissingen bloot te leggen.
Etienne Vermeersch wist perfect wat zijn opvatting over filosofie inhield, zowel theoretisch als praktisch. Hij schreef: "Ik heb altijd gemeend dat een filosoof in zijn wereld moet staan en ook maatschappelijk een rol moet spelen. Ik heb dat gepoogd, maar misschien ook niet genoeg. In de mate waarin het wijsgerige denken ook een baken moet zijn voor het persoonlijk leven, meen ik dat dit voor mij in grote mate geslaagd is." Dat laatste is ongetwijfeld waar, maar dat hij "misschien niet genoeg" een maatschappelijke rol speelde, daarin moet ik hem radicaal tegenspreken.
Meer van Johan Braeckman