Kwintessens
Geschreven door Karel D'huyvetters
  • 2947 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

14 november 2022 Genade
Er was een tijd, en die heb ik nog meegemaakt, dat de colleges aan de katholieke universiteit te Leuven, en aan andere dergelijke universiteiten, zoals de Radboud Universiteit (ooit de katholieke universiteit Nijmegen), aanvingen met een 'schietgebedje' (een kort gebed dat men ofwel ritueel doet bij een of andere gelegenheid, of dat men in een opwelling doet, bijvoorbeeld uit angst of vrees). Die traditionele formule luidt als volgt: 'Spiritus Sancti gratia illuminet sensus et corda nostra. Amen', en dat heeft een lange geschiedenis.
Het was een vast onderdeel van het getijdengebed, dagelijkse rituele gebeden op bepaalde uren van de dag, die sinds het prille christendom gebruikelijk werden, en vaste vorm kregen in de middeleeuwen in het zogenaamde Breviarium. Het schietgebedje vertaal ik als volgt: moge de genade van de Heilige Geest ons verstand en ons hart verlichten. In het Latijn staat zowel 'verstand' als 'hart' in het meervoud. Het gebed is bedoeld om in gemeenschap gebruikt te worden: een priester bad voor, de gelovigen sluiten zich daarbij aan met het 'Amen', wat 'het zij zo' betekent. Het gaat dus om het verstand en het hart van allen, vandaar het meervoud in het Latijn. Het gebedje werd ook gebruikt bij het begin van de Latijnse les in katholieke humaniora-opleidingen, en is nog altijd een onderdeel van de promotieplechtigheid in Nijmegen. Het was dus zeer verspreid en werd veelvuldig gebruikt, bijna zoals het kruisteken: 'In de naam van de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest, Amen'.
Het is een typische uitdrukking van volkse vroomheid, en werd meestal, ook al omwille van het veelvuldige gebruik, zonder veel overtuiging afgerammeld of gepreveld, en vrijwel niemand die nog maalde om de inhoud. Toch staat het voor essentiële aspecten van het christelijke geloof, die fundamenteel verschillen van de seculiere of humanistische opvattingen.
Over de Heilige Geest schreef ik al eerder een bijdrage. Daaruit onthouden we vooral dat die 'Geest' een personificatie is van de actieve tussenkomst van God in de wereld. 'God zendt zijn Geest' betekent dan dat God iets openbaart of meedeelt aan de mens en dat de mens die boodschap op een of andere manier verneemt en begrijpt. Voor wie niet in God gelooft, is dat nutteloze onzin. Als we (al te) toegeeflijk zijn, zouden we kunnen zeggen dat de christelijke opvatting een (louter) symbolische voorstelling is van wat er zich in ons gemoed afspeelt. Het gaat dan om ideeën, begrippen, opvattingen, inzichten die wij ons eigen maken door zelf na te denken en door te rade te gaan bij anderen. Het verschil is echter fundamenteel: de gelovige legt het initiatief bij een bovennatuurlijk wezen, de humanist houdt het zonder meer bij het gemoed van de mens. Er is geen bovennatuurlijke 'Geest' actief in ons gemoed, en er is evenmin een 'geest' in ons. Wij denken en voelen met ons lichaam, waarbij onze zintuigen en onze hersenen de belangrijkste rol spelen, maar waarbij heel ons lichaam betrokken is. Er is niets bovennatuurlijks buiten de mens, noch in de mens. Wij hebben geen behoefte aan externe hulp om ons verstand en ons hart te verlichten, waarbij het verstand staat voor het rationele in de mens, en het hart traditioneel voor het emotionele. Wij zijn op onszelf aangewezen, maar staan er niet alleen voor: we kunnen een beroep doen op onze medemensen, op hen die ons voorafgegaan zijn en op hen met wie we het leven delen, van nabij of virtueel. Dat is het essentiële verschil tussen gelovigen en humanisten, en geen van beiden kan ooit bereid gevonden worden om op dat punt ook maar enige toegeving te doen: een compromis of een gouden middenweg is niet mogelijk tussen zo extreem tegengestelde en elkaar uitsluitende opvattingen.
Wat is overigens die 'genade' (gratia) waarvan sprake in het gebed? Ook dat is een essentieel onderdeel van de christelijke leer, maar al sinds de eerste eeuwen circuleerden daarover binnen de Kerk reeds talloze meningen, die zelfs aanleiding gaven tot schisma's of afscheuringen, waarbij de tegenstanders elkaar voor ketters hielden en ook actief vervolgden en vermoordden. Van Dale zegt het zo: 'de bovennatuurlijke hulp die God de mens ter wille van Christus gratis verleent om zijn eeuwige bestemming te bereiken'. Bovennatuurlijk, dus onnaspeurbaar: wij kunnen niet eens weten of wij 'in staat van genade' zijn of niet. Ook hier zou men, met (al te) veel goede wil kunnen zeggen dat die hulp een symbolische voorstelling is van het feit dat de mensheid floreert in het universum. Maar in de gelovige visie is dat dan enkel dankzij de welwillende hulp van God, niet door enige verdienste of inspanning van de mensheid zelf, die volgens de christelijke leer gedoemd is om, zonder Gods genade, zichzelf en haar wereld compleet te vernietigen. Vandaar dat men zegt dat die hulp 'gratis' is: God is welwillend uit eigen beweging, uit barmhartigheid, niet omwille van iets wat de mensheid zou kunnen doen, of omwille van de intrinsieke waarde van de mensheid. De enige reden waarom God de mensen redt uit hun ellende, is het zoenoffer dat Jezus Christus bracht door te sterven aan het kruis; zo heeft hij God weer verzoend met de mensheid, die zich van God had afgekeerd door de (erf)zonde. God stuurt de mensheid aan om zijn eigen hogere doelstelling te verwezenlijken, namelijk de vereniging van de mensen 'van goede wil' met God in het eeuwige leven (na de dood en na het laatste oordeel bij het einde der tijden). De anderen, die de genade niet krijgen, of ze afwijzen, belanden in de hel, of worden totaal vernietigd, daar is men aan katholieke zijde nog niet uit.
Begrijpe wie het kan. En dan nog: waarom het allemaal zo ingewikkeld maken? Humanisten hebben geen behoefte aan een scheppende God, maar ook niet aan een reddende God. We hoeven niet gered te worden, want we zijn niet in nood. Het leven is wat het is voor elk van ons, en zoals er niets daarvoor was, zal er niets daarna zijn. Niemand hoeft voor ons te sterven om ons met God te verzoenen. We moeten leven met de gevolgen van onze daden en van die van anderen, zo zit het leven nu eenmaal in elkaar. Er is geen groot (goddelijk, bovennatuurlijk) plan voor alles. Alles is altijd al verlopen volgens de onnoemelijk vele en complexe mogelijkheden van het universum, zonder enige externe tussenkomst. Het verloop ligt niet op voorhand vast, al zijn er wel wetmatigheden die we kunnen vaststellen, en er is geen vooraf bepaald einddoel, al zijn wij er wel om bezorgd dat de mensheid floreert en standhoudt, maar zelfs dat is onzeker: we weten dat onze zon, onze energieleverancier, over miljarden jaren zal opgebrand zijn. Tenzij we dan een andere bestemming bereikt hebben, zal dat ons einde zijn. En misschien is zelfs ons hele universum gedoemd om ooit uiteindelijk compleet stil te vallen. Of dan opnieuw te beginnen?
Mensen die nooit de kerkelijke indoctrinatie meegemaakt hebben, geven geen ene moer om al dergelijke zaken, zoals overigens christenen geen boodschap hebben aan de andere godsdiensten. Maar ook de meeste christenen hebben nauwelijks weet van al dergelijke theologische verzinsels, en maken zich niet druk over erfzonde, verlossing, genade en eeuwig leven. Het is een verhaal dat men hen probeert wijs te maken, maar dat lukt almaar minder goed. Ze zien in dat het een illusie is, of beter: een delusie. Ik weet het, het woord bestaat niet in het Nederlands. Een illusie is een zinsbegoocheling, een waanidee, maar dat is het christendom of de godsdienst niet. Het gaat om wat men in het Engels een delusion noemt, een misleiding, een waanidee en een zinsbegoocheling die sommige mensen met mentaal en zelfs fysiek geweld opdringen aan andere mensen. Zonder priesters is er geen godsdienst, zoals er zonder dictators geen tirannie is. Geen van beide zijn 'natuurlijke' toestanden, maar opzettelijke misdaden van mensen tegen de mensheid.
Het is verbijsterend dat dit misleiden al zo lang bezig is, en het einde is nog lang niet in zicht, soms lijkt het wel alsof we het nog slechter doen dan de (vroegere) processie van Echternach, daar zette men tenminste drie stappen vooruit, en twee achteruit. De feitelijke verspreiding van de islam door de migratie, de vestiging van theocratische dictaturen en de blijvende invloed van fundamentalistische godsdiensten in talrijke landen, ook in reëel of in naam democratische, nopen ons tot onverzettelijke waakzaamheid en stug verzet. Het gaat immers niet om de vrijblijvende persoonlijke religieuze overtuiging van mensen, maar om georganiseerde misdaad, met de dictatoriale wereldheerschappij als inzet en de omverwerping van de democratische rechtsstaat en de beginselen van vrijheid, gelijkheid en solidariteit als expliciet doel.
Als er een God is, moge hij dan door de genade van zijn Geest hun verstand en hun hart eindelijk verlichten.
Kwintessens
Karel D’huyvetters (°1946) legt zich toe op de geschiedenis van het atheïsme en het antiklerikalisme. Van hem verschenen Nederlandse vertalingen van de belangrijkste werken van Spinoza, met uitvoerige commentaren. Hij onderhoudt een website over Spinoza en een persoonlijke website.
_Karel D'huyvetters -
Meer van Karel D'huyvetters

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws