Het Vrije Woord
Geschreven door Hans Claus
  • 916 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

19 oktober 2023 Klopt het wel?
Commencement speech rechtsfaculteit KU Leuven september 2023
Om me volledig te onthechten had ik me verscholen in de Schotse Highlands, op een eiland dat zijn naam ontleent aan de lucht. De wind die tegen het landhuis schuurde en de mekkerende schapen tekenden voor de enige geluiden die me omringden. Maar ik had voor het eerst sinds dagen weer wifi en hoewel ik het mezelf had verboden, piepte ik toch eens naar de mail van het werk. Ik voelde een kwade blik aan de andere kant van mijn bed.  Maar een gevangenis, hoe dof en akelig dat gegeven in doorsnee oren ook mag klinken, is een levende organisatie. Er gebeurt altijd wat en als je er deel van uitmaakt, leef je mee. Je schakelt dat niet zomaar uit. Er is geen aan- en uitknop aan zo'n gevangenis.
Ik trof er een mail van Tom, excuseer professor Daems, aan. Hij nodigde me uit om de commencement speech te geven voor de afgestudeerde juristen en criminologen van deze universiteit.
Terwijl ik me voorgenomen had me in de onmetelijke ruimte van weilanden, kliffen, rotsen, wolken en oceaan diep en innig te bezinnen over het nakende einde van mijn loopbaan, mocht ik me eensklaps proberen in te leven in hoe het zou zijn er weer aan te beginnen.
Terwijl heel het land dat om me stond de ijdelheid en onbenulligheid van het menselijke gewroet uitschreeuwde, zou ik woorden moeten vinden om kersverse gelauwerden goesting te geven om in dat complexe bad van imponderabilia en onnodig elkaar opgedrongen deadlines te springen.
Terwijl ik toezag hoe schapen lammeren zoogden en ik me afvroeg hoe lang het geleden zou zijn dat er onder hen nog een schapenoorlog zou zijn losgebarsten, of hoe veelvuldig een schapenmoord zou plaatsvinden, moest ik redenen verbeelden waarom het zin had je leven te wijden aan onderlinge mensendisputen en maatschappelijke vraagstukken in een wereld die kreunde onder te veel menselijke ongedurigheid en onder een perfide, zelfvernietigende ambitie.
Aan de onderkant van het continent waar ik me schuil hield, in het Griekenland waarin de oudheid te braden lag en in Italië waar het Romeins recht in ruïnes smeulde, stond de natuur zelfs letterlijk in brand en dat is gelegen aan ons, mensen, wij die zelf oververhit en overwerkt zijn en in verwarring verkeren door wat we 'de vooruitgang' zijn gaan noemen.
Maar daar was in het Schotse 'four seasons in one day', onder de kap van mijn regenjas, niet veel van te merken. In the Highlands, op het eiland Skye, beperken de menselijke ingrepen zich tot een betonnen piertje en enkele vakantiehuisjes op een heuvel die zacht naar een inham afglijdt. Wij tweevoeters kunnen ons al wandelend over kronkelpaadjes en gehavende asfaltbaantjes even deel voelen uitmaken van een aarde die ons in hoogte en in kracht fel overstijgt.
Op de Isle of Skye was elke rotsachtige heuvel ogenschijnlijk van iedereen. De schapendrollen lagen over eigendommen verspreid die ergens op een vergeelde landkaart, in de lade van een Schotse clanleider, in een Harry Potter-achtig landhuis, denkbeeldig in percelen lagen opgetekend. De honger om zich een stuk graasland toe te eigenen had in de loop van de geschiedenis – die zich onder de massaal bewolkte hemels afspeelde – ook daar tot de meest absurde taferelen, tot bloedwraak en slachtpartijen geleid. De legendes en de folksongs, de boeken en de series distilleren er whiskygewijs tot op vandaag hun verzen en beelden uit.
Voor zo'n wereld moest ik jonge afgestudeerden dus warm – en hopelijk dus niet té warm – proberen te maken.
Upper Milovic bereikte op de middag de piek van zestien graden. Ik voelde me midden juli dus een beetje onderkoeld. Zou ik als ouderling, bijna fin de carrière, überhaupt raad kunnen geven aan jonge mensen bij wie ik zelf hele dagen te rade ga, om me wegwijs te maken in de virtuele kronkelpaden van een wereld die meer de hunne dan de mijne is?
De illusie van de Schotse vredigheid werd plots pijnlijk duidelijk door drie straaljagers van de Royal Air Force. Als in een echte sciencefictionfilm scheerden die tuigen op nog geen vijftig meter van de grond zich al slalommend een weg door de lieflijke heuvels van Jamie Fraser. Ik had de tijd niet om te bestuderen hoe schapen erop reageerden. Waren deze schapenheuvels oefenterrein geworden voor de Tom Cruises van onze beschaving?
De lucht scheurde in twee. Ik greep verschrikt naar mijn oren. Het contrast tussen de eeuwige, ongerepte schoonheid en de oorlogsmachines die met een adembenemende precisie tijd en geluid doorbraken, kon niet groter zijn.
Hun, jullie wereld.
Toen wist ik dat ik jullie misschien toch iets te vertellen had. Onderhuids broedde ik vanuit die gekwetste heuvels waarin die andere Tom zijn mail had laten neerpletsen, een soort van boodschap.
Misschien is het weer tijd, dacht ik, voor meer eenvoud. Voor meer oog voor de essentie, tijd voor meer samenvatting en meer synthese. Tijd om nieuwe wegen te plaveien in een wereld die duidelijk vastloopt in zijn complexiteit, of nog tijd om oude wegen weer begaanbaar te maken.
Tijd misschien ook om zelfs de meest fundamentele principes waarop ons te relativeren stukje van de beschaving is gebouwd opnieuw in vraag te stellen. Nu blijkt dat het soort samenleving dat we vanuit die regels en beginselen geworden zijn, ons mensen massaal uitput en ongelukkig maakt, overstrest en rusteloos op zijn minst. Nu blijkt dat de natuurlijke evenwichten waaruit we als soort zijn ontsproten, door de manier waarop we met elkaar bezig zijn, gevaarlijk in beweging komen. Nu blijkt dat vrede dan toch geen natuurlijk kruid is dat groeit tussen de klinkers van een marktplein waarin we de wereld hebben herschapen.
Zijn wij mensen, zijn jullie, jonge rekruten, om existentiële redenen eigenlijk niet gerechtigd, wat zeg ik geroepen, om opnieuw na te denken over de wereld die wij jullie zullen achterlaten, eens wij de poort van dit college, in mijn geval de poort van de gevangenis en uiterlijk wanneer mijn generatiegenoten de poort van Hades achter zich zullen hebben dichtgetrokken?  Zal het er niet méér op aankomen jullie eigen geweten, eigen inzichten en eigen verbeelding te volgen en te vertrouwen, dan verder te blijven leunen en steunen op de hoogdravende regels van het recht en van de vastgeroeste praktijken waar de instituten en korpsen en bedrijven waar jullie straks deel van zullen uitmaken, in gevangen zitten?
Lieve jonge mensen, je raakt gehaaid in de problemen als je mijn raad volgt, maar je brengt misschien iets in beweging dat veel belangrijker is dan jezelf. Het is niet dom te stellen dat wanneer je door je werk niet in de problemen komt, hoogstwaarschijnlijk mee de put aan het graven bent waarin we allemaal gedoemd zijn om te vallen als we verder doen zoals we bezig zijn. Zoals er af en toe schapen langs een steile helling naar beneden rollen in het Atlantische water, omdat ze andere gevolgd waren in de risicovolle onderneming om daar hoogwaardiger gras te gaan zoeken.
Stel, je wordt notaris en je komt tot de bevinding dat het erf- en schenkrecht een duurzame en rechtvaardige samenleving van gelijke kansen in belangrijke mate in de weg staat. Of je wordt dokter en je ziet dat de gezondheidszorg er baat bij heeft om de mensen langer ziek te houden, of je wordt bankdirecteur en je merkt dat geld een gevaarlijke fictie aan het worden is, of je wordt psychiater en je geraakt ervan overtuigd dat niet de mensen maar de wereld waarin ze zich staande moeten weten te houden, ziek is. Of je wordt gevangenisdirecteur en je ziet onder je ogen hoe criminogeen die gevangenis is.
Je merkt in de advocatenpraktijk dat de voorhechtenis allang geen uitzonderlijke maatregel meer is maar een doordeweekse praktijk, een vorm van snelrecht. Je probeert een beschikking van de dienst vreemdelingenzaken aan je client uit te leggen, maar je merkt dat je vaardigheden in begrijpend lezen je daarbij niet erg van pas meer komen.
Je wordt preventiewerker en je komt door de vele contacten met mensen aan de rand tot de overtuiging dat je stiel een stoplap is voor een samenleving die herverdeling verdacht maakt.
Je denkt erover na, je pleegt er een stukje over, je spreekt erover met collega's of met patiënten, cliënten, partijen die wel of net niet thuis zijn in de materie die jij al wat beter hebt leren kennen en waardoor je in de gerede vertwijfeling kwam, een twijfel die je niet meer voor jezelf wilt houden.
Ik ben wellicht te idealistisch en misschien heb ik gemakkelijk spreken, omdat ik in een andere tijd mijn weg moest zoeken, of omdat ik het geluk, de 'chance' gehad heb om een kiezelsteentje te verleggen in de kolkende waterval terwijl het van een kleinigheid had afgehangen dat ik daar nooit was toe gekomen. Wat als het examen voor gevangenisdirecteur een paar jaar langer op zich had laten wachten? Wat als de auditeur bij de raad van state een andere mening was toegedaan geweest over mijn gedwongen overplaatsing naar een andere gevangenis. Zou ik dan nog de moed gehad hebben om door te zetten?
Ik oordeel dus niet.
De kans is groot dat het lot je niet toelaat in verzet te komen en dat je omwille van zelfbehoud begrijpelijkerwijze verkiest om een plaatsje te veroveren in de plaatsjesmaatschappij.  Er is een troost: op de huidige arbeidsmarkt zal je niet verkommeren. Maar je kan er wel in verzuipen, er je eigen weg in kwijtgeraken, je kan dood gaan aan de concurrentie en aan jobhoppen of aan zinloosheid, aan nieuwe updates of aan beleidsplannen die je tot stervens toe vermoeien.
Maar je kan ook, ergens in een wending van het leven – dat bijna nog in zijn maagdelijke heelheid voor je ligt, laat ons eerlijk zijn – na een lange rit naar de bergen of naar de zee, jezelf tegenkomen in een stilte die groter is dan je had gedacht.
En daar wil ik je nu, met mijn hoofd nog half in de Schotse wolken, toch al een beetje open en ontvankelijk voor maken.
Je kan er tot een essentieel inzicht komen, je een commencement speech van dertig jaar herinneren en die eerste letter toch op papier zetten, omdat het zonder die letter en die wending niets wordt, ook niet meer voor jou, want je huis is afbetaald en je kinderen stellen het wel en je besluit: nu zwijg ik niet langer. Ik laat de essentie weer naar boven borrelen. Ik klim tot over de heuvels van de meest oorspronkelijke rechtsbeginselen en bekijk, beschouw en ervaar het grotere plaatje. Ik verlies me niet langer in de drukte, meer nog, ik zet mezelf en anderen tot minder arbeid aan, ik laat de spiraal van nu voortaan in de omgekeerde richting draaien, waardoor tijd vrijkomt voor elkaar, waardoor er minder spullen nodig zijn om het sociale gemis te vullen, ik kom als vanzelf, door een omkering die al veel vroeger had moeten gebeuren, tot een duurzamer leven. En omdat ik door dat woord dat ik neerpen anderen aansteek om dezelfde knop in te drukken, maak ik een wereld waarin rijkdom anders wordt uitgedrukt, een leefbaardere wereld die een duurzaam verblijf op de planeet terug denkbaar maakt. Waardoor de wolk die nu nog over jullie jeugdige hoofden hangt, opteert.
Zou dat een commencement speech kunnen zijn die je – zij het misschien nu niet, maar ooit – in beweging zet? Van een gevangenisdirecteur einde loopbaan die tot op zijn laatste werkdag het gevoel had dat hij er eindelijk maar eens moest aan beginnen en zich eigenlijk slecht geplaatst voelde om jullie die woelige, gevaarlijke, snelle en onzekere wereld in te duwen?
Dat het antwoord in rust zit, in afstand, in eenvoud, in het omgekeerde, in het inzicht, meer dan in de vaardigheid, het vernuft, de snelheid of de veelheid. Dat de eeuwigheid als vanouds verscholen zit in een moment en dat je dat moment zult moeten herkennen, vasthouden, geloven en, tegen de tijdsgeest in, koesteren?
De mensenwereld is door niemand anders dan door mensen gemaakt en dus is het aan jullie, de mensen van de komende decennia, om vorm te geven aan een wereld die fundamenteel anders zal moeten zijn dan deze waarin jullie deze scholing en dit diploma hebben behaald.
Als jullie verder borduren op het bestaande, zonder te luisteren naar de stem van zo'n moment, loopt het voor iedereen slecht af.  En je maakt nu eenmaal deel uit van iedereen.
Dat is dus mijn enige raad, eigenlijk mijn grote hoop: doe het fundamenteel anders dan wij. Rustiger, wijzer, essentiëler, echter, en spreek erover met elkaar, zeker als niemand wil luisteren. Overtuig elkaar van het andere. Loop niet mee naar de afgrond. Vraag je af of het nog klopt.
Klopt het dat de dingen steeds complexer moeten worden? Klopt het dat de economie de sokkel is van de samenleving? Klopt het dat de mens niet aan het roer van zijn eigen ontwikkeling staat en niets kan terugdraaien? Klopt het dat een gemeenschap een amalgaam is, een slagveld van elkaar beconcurrerende individuen?
Of zijn we meer? Zijn we tot meer in staat? Kunnen we bijvoorbeeld besluiten om ontwikkelingen die technisch mogelijk zijn, toch niet door te voeren?  Kunnen we terug een gemeenschap worden die domeinen van gemeenschappelijk belang gemeenschappelijk beheert? Denk aan onderwijs, zorg, justitie, landbouw, mobiliteit, energie, communicatie.
Kunnen we humor, interdependentie, zorg, liefde, rechtvaardigheid en beschouwing terug belangrijker beginnen vinden dan materiële vooruitgang?
Daar zullen jullie over beslissen. Mijn advies luidt alvast om die andere wegen in te slaan.
Het Vrije Woord
Hans Claus is gevangenisdirecteur te Oudenaarde en pleitbezorger van kleinschalige detentiehuizen met maximale aandacht voor maatschappelijke re-integratie. (Foto: © Lieven Nollet)
_Hans Claus Gevangenisdirecteur op (relatieve) rust
Meer van Hans Claus

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws