Het Vrije Woord
Geschreven door Marc Van den Bossche
  • 3950 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

4 juni 2019 Onze normen en waarden
Van de recent voorbije jaren herinner ik mij enkele momenten van wat ik zou bestempelen als intellectueel geluk. Dat is een gevoel waarbij je eigen vooroordelen alle bestaansrecht verliezen, waarop je dingen anders gaat zien en er bovendien van overtuigd bent dat die nieuwe horizon bij voorkeur de achtergrond zal blijven vormen van actuele, soms urgente politieke, filosofische of existentiële problemen. Het gevoel van: hier kunnen we mee aan de slag. Samen.
Ik was naar het Indonesischse Jogjakarta vertrokken om er een semesterlang als gastprof te fungeren aan een universiteit met meer dan 50 000 studenten. Bij het bekijken van een formulier om een kamer te kunnen krijgen op de campus bleek ik te moeten invullen tot welke van de vijf erkende godsdiensten ik mezelf rekende. Niet-gelovig zijn was geen van de opties. Ik besloot elders een kamer te zoeken, een zonder bekentenisformulier, en maakte me enige zorgen over hoe ik zou moeten omgaan met de collega's aldaar die nagenoeg zeker mijn filosofie-zonder-god niet zouden delen.
Ik gaf mijn lessen. Ik kreeg er vele terug, ongepland en ongeorganiseerd. De voornaamste was die in tolerantie en omgaan met 'vreemde' manieren van denken. Indonesië – ruim 80% van de bevolking is er islamitisch – heeft naast de 'gewone' ook een morele grondwet, de Pancasila genaamd. Die bestaat uit vijf principes, waarvan het eerste het geloof in een god bevestigt. Dat kan dan de god zijn van een van de vijf erkende godsdiensten. De andere principes gaan over rechtvaardigheid en waardigheid en dat het Indonesische volk geen onderdrukking verdraagt, niet van het eigen volk, niet van een ander. Verder gaat het over democratie die voortkomt uit innerlijke wijsheid en die pleit voor humanitaire waarden, integriteit en het streven naar sociale rechtvaardigheid. Dat laatste krijgt een expliciete beschrijving in het vijfde principe van de Pancasila en stelt dat niemand kan uitgesloten worden en dat alle nationale natuurlijke hulpbronnen op de voor het volk best mogelijke manier moeten gebruikt worden, met altijd oog voor het beschermen van zwakkeren.
Toen ik op een dag toch dat verplichte zich bekennen tot een godsdienst ter sprake bracht bij de decaan van de filosofiefaculteit legde hij mij uit waarom dit voor hen zo belangrijk was. Dat ik een atheïstisch geïnspireerd humanist ben, was voor hem maar een uiting naast andere van mijn herkomst uit een uit christelijke bronnen gegroeide cultuur. 'Wij willen weten wat uw wereldbeeld is om zo op een gepaste en respectvolle manier te kunnen omgaan met u.'
Die dag gaf ik nog een publiekslezing over interculturaliteit en diversiteit. Een jongeman, PhD-student, vroeg mij waarom ik het enkel had over religies in een geïnstitutionaliseerde vorm en niet over religiositeit. Ik vroeg wat hij precies bedoelde met die laatste term. Zijn antwoord: 'That’s how we connect'.
Hoe we met elkaar verbonden zijn. Ik kwam thuis van een gesprek in Antwerpen met een prof. Arabistiek, zelf belijdend moslim, en een van mijn doctoraatstudenten, een islamleraar. Ik zei aan mijn vrouw dat het gesprek me zonder meer gelukkig had gemaakt. Het doctoraat, dat op het einde van de zomer zal verdedigd worden aan de Vrije Universiteit Brussel, gaat over een andere interpretatie van de termen 'ongeloof' en 'ongelovige' in de koran. Mijn student – nogmaals: islamleraar – legt er een link met het humanisme. That's how we connect.
Academici zijn nogal eens kop van jut in actuele debatten. We zijn naïef en wereldvreemd, cultuurelativistisch en uitverkopers van 'onze' normen en waarden. Momenteel ben ik bezig met het herwerken van een cursus hedendaagse cultuurfilosofie voor volgend jaar. Die cursus heb ik altijd al ingevuld met louter westerse namen. Ga ik nu toevoegen: Gloria Anzaldua, Gloria Wekker, Walter Mignolo, Achille Mbembe, Edouard Glissant, Enrique Dussel en Anibal Quijano. Sommige van die namen kende ik tot pakweg anderhalf jaar geleden nauwelijks of helemaal niet. Ik ben er bijna zestig en heb veel gelezen. Heel veel. Niet genoeg.
Ik word gelukkig als ik Gloria Anzaldua lees over haar 'grensdenken' en Anibal Quijano over dekolonialiteit en de arrogantie van het westen dat eeuwenlang meende het eigen wereldbeeld monologisch mondiaal te kunnen opleggen, waarbij ooit zelfs hele culturen compleet zijn vernietigd. Of neem de kritiek van Arturo Escobar op het eurocentrische denken en hoe we daarvan af moeten om tot liberation of the negated Other te kunnen komen en tot een respectvoller omgang met de natuur en in genderkwesties.
In deze zin hebben academici ongetwijfeld de taak om 'meer wereld' binnen te brengen in hun vakgebied, zeker als het gaat om de humane wetenschappen. Onze universiteiten zouden de weg van de dekolonialiteit van de curricula moeten opgaan. Als ik in de jaren die mij nog resten als prof toekomstige leraars filosofie of moraal mee help vormen, wil ik graag dat zij de namen die ik twee jaar geleden nog niet kende, tot hun vaste waarden mogen rekenen. En dat ze beseffen dat de manifeste wereldvreemdheid van een zichzelf op- en afsluitende gemeenschap op 26 mei 2019 de voornaamste conclusie van een verkiezingsdag was. Dat we dus werk voor de boeg hebben. Bijvoorbeeld aan onze normen en waarden.
De tekst 'Onze normen en waarden' verscheen oorspronkelijk op de website van Marc Van den Bossche op 27 mei 2019.
Het Vrije Woord
-
_Marc Van den Bossche filosoof Vrije Universiteit Brussel
Meer van Marc Van den Bossche

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws