Kwintessens
Geschreven door Fons Mariën
  • 633 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

26 juni 2024 Fanatisme versus postmodern relativisme
Onlangs las ik 'Mes' van Salman Rushdie, de Nederlandse vertaling van 'Knife'. De ondertitel van het boek verduidelijkt de inhoud: gedachten na een poging tot moord. De befaamde auteur Salman Rushdie is op 12 augustus 2022 het slachtoffer van een moordpoging. De dader, een fanatieke moslim, meende de fatwa van ayatollah Khomeini te moeten uitvoeren. De ayatollah sprak op 14 januari 1989 een fatwa uit tegen de schrijver, waarin hij opriep om Rushdie te doden omdat hij een boek had geschreven ('De Duivelsverzen') dat door Khomeini als belediging van de profeet Mohammed werd opgevat. Vanaf dit moment moest Rushdie met beveiliging leven.
Vele jaren lang leefde Rushdie in Groot-Brittannië met strikte politiebewaking. Over deze periode schreef hij eerder het boek Joseph Anton (2012). Begin deze eeuw verhuist hij naar New York en begint hij meer in het openbaar op te treden. De bewaking laat hij achterwege. Hij verwierf later de Amerikaanse nationaliteit. Zijn leven werd weer zo goed als normaal en de turbulente periode van de fatwa, het onderduiken en de politiebewaking leek voorgoed voorbij.
Tot op de dag in de zomer van 2022 dat hij een lezing zou geven in het Chautauqua-instituut in de staat New York. Salman Rushdie is nog maar net het spreekgestoelte beklommen of een man in het publiek stormt op hem af en brengt hem talrijke messteken toe, vijftien in totaal. Rushdie zakt in elkaar en omstaanders overmeesteren vervolgens de aanvaller. Wat in 2022 gebeurt, is het verre gevolg van de fatwa die ayatollah Khomeini in 1989 over Rushdie uitsprak na de publicatie van De Duivelsverzen. Zoveel jaren later is er dan toch een moslim die de fatwa wil uitvoeren. Het lukt bijna. Rushdie wordt overgebracht naar een ziekenhuis. Zijn toestand is ernstig en men vreest voor zijn leven. Hij overleeft de aanval weliswaar, maar verliest een oog en heeft talrijke verwondingen, onder andere een in zijn linkerarm die hem belet ermee normaal te functioneren. In Mes verhaalt Rushdie dit vreselijke gebeuren en het maandenlange en pijnlijke herstel en de revalidatie.
In een hoofdstuk zet hij een imaginaire dialoog op met de aanvaller (in het boek vermeld als A.), waarin hij vooral ingaat op zijn motief en de hersenspoeling door een fanatieke imam. Ook de psychologische gevolgen van de aanslag komen aan bod in het boek. Aan het eind ervan (eind 2023) kan Rushdie deze episode voor zichzelf afsluiten. Dit is een belangrijk boek in het licht van de vrijheid van meningsuiting die schrijvers verdedigen tegenover de duistere krachten (vaak van religieuze fanatici) die hen het zwijgen willen opleggen.
De aanvaller, A. genoemd, is een religieuze fanaticus. Hij pleit onschuldig, ook al zijn er honderden getuigen van zijn aanval. Vaak wordt fanatisme verbonden met religie. Dat geldt zowel voor Hamas (islamitische fanatici) als de Joodse fanatici (eveneens religieus geïnspireerden), die zelfs deel uitmaken van de huidige regering in Israël. Het gevolg is een conflict zonder einde, dat vandaag ook militair uitgevochten wordt.
Als je er Van Dale op na slaat, lees je onder het lemma fanatisme : 'hartstochtelijke ijver voor iets, gepaard met onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden'. Fanatisme hoeft niet religieus van aard te zijn. Het idee dat de fanaticus aanhangt kan ook wereldlijk zijn: zo zijn er fanatieke neo-liberalen, fanatieke marxisten, fanatieke conservatieven of nationalisten. De kans op fanatisme stijgt als je ervan overtuigd bent dat de waarheid aan je kant staat, dat je het ware geloof of overtuiging in pacht hebt. Belangrijk in de definitie is de onverdraagzaamheid jegens andersdenkenden. Fanatisme staat hierbij in tegenstelling tot het sluiten van compromissen. Voor de fanaticus is alles zwart-wit.  De fanaticus respecteert vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting niet, alleen zijn eigen geloof of overtuiging mag uitgedragen worden. Aldus kunnen het fanatisme en de onverdraagzaamheid in een extreme vorm gewelddadig worden. Wat Rushdie overkomen is, is daar een duidelijk voorbeeld van.
De antipode van het fanatisme is het absolute relativisme. Tegenover de fanaticus die niet kan relativeren, staat de postmoderne relativist die alles en overal relativeert. Hij is een aanhanger van Nietzsches slagzin: er zijn geen feiten, alleen interpretaties. De postmoderne relativist is niet gevaarlijk in de zin dat de extreme fanaticus gevaarlijk kan zijn. Hij gebruikt geen geweld. Maar het postmodern relativisme werkt wel ondermijnend. Want er bestaan principes die na rijp beraad kunnen aangehouden worden, zonder in fanatisme te vervallen. De universele rechten van de mens zijn hiervan een voorbeeld. De postmoderne relativist zal argumenteren dat die rechten niet universeel zijn, maar gebonden aan culturen. Ze zouden dus verschillend kunnen zijn naargelang de cultuur waarin iemand leeft. En er zijn wetenschappelijke feiten, die slechts na grondige evaluatie eventueel kunnen tegengesproken worden door nieuwe gegevens en argumenten. De extreem postmoderne relativist zal zelfs het bestaan van wetenschappelijke feiten niet aanvaarden, en ziet in de wetenschap een discours waarnaast andere zogenaamde narratieven evenwaardig kunnen staan.
Het komt erop aan het fanatisme zowel als het postmoderne relativisme te vermijden en een houding aan te nemen die tussen beide ligt. Een openheid cultiveren, in tegenstelling tot onverdraagzaamheid. Een openheid voor goede argumenten waartegenover andere argumenten geplaatst kunnen worden. Een bereidheid compromissen te sluiten, de eigen standpunten kritisch te bekijken en in redelijke mate te relativeren. Ik meen dat het humanisme hieraan beantwoordt.
Kwintessens
Fons Mariën is auteur van 'Ik ben geen witte man. Over racisme en woke-activisme', uitgave in de reeks Kwintessens-cahiers.
_Fons Mariën Auteur
Meer van Fons Mariën

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws