5 december 2024
Poëzie van de oude dag
Discussies over de oude dag en het einde van het leven zijn sinds de COVID-pandemie van bijna vijf jaar geleden niet van de lucht. In de vele debatten die binnen en buiten verkiezingstijd plaatsvinden, valt het des te meer op. Politici zeggen het in een al bij al eenstemmig koor: er zit een ernstige veroudering van de bevolking aan te komen, een 'vergrijzingsexplosie' in de woorden van een van hen.
Al vóór de pandemie van voorjaar 2020 was duidelijk dat de vergrijzing van de bevolking ook binnen de organisatie van de gezondheidszorg als een uitdaging wordt gezien, door sommigen zelfs als een bedreiging die ons allemaal te wachten staat, samen én apart. De grondtoon van het discours was van bij het begin economisch: de ouderen, vaak onterecht gezien als een homogene groep, dragen niet voldoende bij aan de maatschappij en de anderen moeten steeds langer werken om die groeiende groep te onderhouden. Vertaald naar de politieke debatten van vandaag: hoe gaan we die vergrijzing ooit gefinancierd krijgen?
De vraag wordt niet alleen gesteld met het oog op een toenemend budget voor pensioenen, maar ook wat betreft de toekomst van onze gezondheidszorg. Een oudere populatie blijkt voor velen synoniem te zijn voor een ziekere populatie. Dat we met z'n allen steeds ouder worden, lijkt niemand echt vrolijk te stemmen. Het is een paradox van jewelste: het vooruitzicht op een langer leven zou net een prettige gedachte moeten zijn. Onvermijdelijk gaat het in lopende debatten over de vergrijzing heel snel over slecht functionerende woonzorgcentra, over een toename van mensen met dementie, over steeds meer medicatie – over de dreiging van het einde, met andere woorden. Wie de debatten volgt, kan niet anders dan besluiten dat er weinig plezier valt te beleven aan de laatste fase van een mensenleven. Lijden, verdriet, verlies en economische nutteloosheid blijken de onvermijdelijke codewoorden te zijn.
Op zondag 24 november werd in een rust- en verzorgingstehuis in het Gentse een bloemlezing voorgesteld met gedichten die zich verzetten tegen dat eenzijdige en sombere denken. Het gaat om teksten die het beeld van een trieste oude dag willen bijsturen en beklemtonen dat ook aan het einde van een lang leven poëzie en verbeeldingskracht hun plaats blijven hebben. Verlies en minder toekomst, zeer zeker, maar daar staat zoveel tegenover: een ongeziene rijkdom aan ervaringen, meer tijd voor reflectie en herinnering. Maar bovenal: de levenswijsheid die ook in andere culturen traditioneel met een hoge ouderdom wordt geassocieerd. Op grond van die laatste associatie – die we in het Westen ergens onderweg hebben verloren – is de laatste fase van het leven er een die we niet enkel moeten betreuren maar ook moeten vieren. Ook de oude dag verdient het om geplukt te worden.
Dat betekent niet dat de dichters die in deze nieuwe bloemlezing verzameld staan de harde realiteit van het ouder worden willen verbloemen of negeren. Maar geen bestemming – de titel komt uit een gedicht van Cees Nooteboom – kijkt niet naast de minder aangename kanten van een hoge leeftijd, maar staart er zich ook niet blind op. Naast verlies is er winst, naast pijn ook vreugde, naast een traan ook de lach. De titel van de bundel houdt wat dat betreft een oproep in: in plaats van ons denken over de oude dag in het teken te plaatsen van vragen naar nut en efficiëntie kunnen we beter inzien dat niet alles op een bestemming gericht moet zijn om waarde te hebben. De bekende verzen van Lucebert herinneren er ons ook aan: wat echt van waarde is, heeft net een hoge mate aan weerloosheid. Dat die verzen deel uitmaken van een gedicht dat over hoge leeftijd gaat ('De zeer oude zingt') is geen toeval.
De initiatiefnemers van de bloemlezing – de Gentse onderzoeksgroep CHARM (Consortium for Health Humanities, Arts, Reading and Medicine) en vzw Amarant – verspreiden 1.000 exemplaren van het boek bij woonzorgcentra over heel Vlaanderen. Het initiatief kadert in de Seniorenweek 2024, niet met de bedoeling om in die week de poëzie voor heel even binnen te brengen in de werking van deze organisaties, maar met de hoop om dat blijvend te doen. Onderzoek toont aan dat culturele activiteiten bijdragen aan mentale gezondheid, cognitieve stimulatie en zingeving. Daarnaast hebben culturele activiteiten een bewezen positieve invloed op ouderen met dementie, omdat ze herinneringen en emoties kunnen oproepen die anders moeilijk bereikbaar zijn. Tot slot kan een pleidooi voor structurele beleidsmaatregelen, zoals subsidies en samenwerkingen tussen kunst- en zorginstellingen, de waarde van cultuur verankeren in de ouderenzorg.
De hoop is dat de gedichten in deze bloemlezing gesprekken op gang brengen tussen mensen en dat ze die gesprekken ook verrijken. Maar geen bestemming wil het basisrecht op zorg dat ouderen vanzelfsprekend hebben, aanvullen met een basisrecht op cultuur en poëzie, als middel tot verbinding. Omdat ook dat broodnodig is.
De bloemlezing Maar geen bestemming. Gedichten over de oude dag is verschenen bij PoëzieCentrum en bevat (eerder verschenen) gedichten van onder meer Miriam Van hee, Stefan Hertmans, Mark Insingel, Gerrit Kouwenaar, Charlotte Mutsaers, Cees Nooteboom en Peter Verhelst.
Meer van Charlotte Geeraert, Zoë Ghyselinck, Mirko Petrovic, Jürgen Pieters, Dirk Terryn en Jurn Verschraegen