31 januari 2025
Bedenkingen rond overheidsschuld
Iedereen heeft wel een paar meningen over de staatsfinanciën en dus over openbare schuld, die het gecumuleerd saldo is van de jaarlijkse verschillen tussen wat de staat uitgeeft ten behoeve van de inwoners en wat hij daarvoor bij diezelfde inwoners int. Om Lodewijk XIV te parafraseren: 'l'état c'est nous!' Die meningen zijn gestoeld op eigen politieke inzichten en voorkeuren en op wat van politici en specialisten via de media, al of niet gefilterd, tot ons komt. Hieronder worden een paar handvaten aangeboden om het zelf denken aan te zwengelen ... niet meer maar ook niet minder.
_Staatsschuld: 100% of 60% zegt u? Van wat?
Het 'debat' over of rond staatsschuld wordt in de politiek en in de media altijd gevoerd in termen van een % van het BBP. Dat Bruto Binnenlands Product[1] is (ongeveer) de som van de toegevoegde waarde van de meeste goederen en diensten die we in het land over een bepaalde periode produceren (en verkopen, lokaal en elders). Er worden zelfs vuistregels voor 'goed' staatsbeleid van afgeleid. Zo is men, zelfs vrij algemeen, het erover eens dat zodra de 100% bereikt is, de maat ook vol is. De Maastrichtnorm stelde dat 60% de limiet was voor toetreding tot de Euro. Eigenlijk is dat allemaal – om Paul De Grauwe te citeren – fetisjisme! 100%? Dat verkoopt lekker in de media en maakt nadenken overbodig. De Maastricht-60% was politiek gekonkel waar verder niemand nog naar heeft omgekeken. De 3% deficit-regel op het jaarlijks staatsbudget is vooral een streefcijfer en/of vrome wens, waarvan vrolijk wordt afgeweken of net hard op geïnsisteerd, zoals het politiek toevallig past. Zelfs de uitgaven voor defensie ontsnappen niet meer aan een '% van het BBP' als na te streven doel.
Om enig perspectief te bieden: Japan schiet nu vrolijk voorbij 250%, de VS zijn ook op weg naar 125%, en Donald Trump moet daar nog zijn 2de gat in de begrotingen slaan. Wat de Chinese staatsschuld is? 't Is maar hoe je de jaarrekeningen van de reusachtige Chinese staatsbanken leest. Wat ook opvalt is de gemiddeld vrij lage, maar toch verontrustende[2], schuldgraad van ontwikkelingslanden. Deels komt dat door (a) giften en kwijtscheldingen en (b) donordruk. Het vertelt ook iets over de doorgaans lamentabele staat van hun infrastructuur en dienstverlening.
Tot op zekere hoogte kan je het BBP van een land vergelijken met het jaarinkomen van een gezin. Hoeveel gezinnen kunnen een huis kopen met een lening die beperkt is tot 100, laat staan 60%, van één gezinsjaarinkomen? In de klassieke theorie van overheidsfinanciën financiert de staat zijn courante uitgaven uit courante inkomsten (vooral belastingen). Daarenboven kan geleend worden voor gemeenschappelijke investeringen. Die verdienen zichzelf terug indien de gebruikers ervoor moeten betalen (vb. tolweg). Of die worden onrechtstreeks terugverdiend: vrije snelwegen bijvoorbeeld bevorderen, in principe, de economische groei en daardoor stijgen de belastingen waarmee het geleende kan afgelost worden. Thomas Piketty heeft overigens duidelijk aangetoond dat in ontwikkelde economieën de 'marktwaarde' van de activa in staatseigendom ruimschoots de staatsschuld overstijgt. De meningen willen wel eens uiteenlopen over de definitie van overheidsinvesteringen: complexe wegenwerken rond Antwerpen horen daar zeker bij en wellicht ook de bouw van ziekenhuizen en scholen. Maar hoe staat het met de kosten van het personeel om die investeringen te doen renderen? En hoe bekijken we uitgaven voor defensie?
Er is dus op zich eer noch blaam of vreugde noch verdriet verbonden aan een staatsschuld van 250 of 100 of 60 of 50% (cijfer waarmee Nederland zich dolgraag fier op de borstkas roffelt). Het is met de staatsschuld zoals de grote, internationaal vermaarde specialist in internationale financiën, Bart Peeters, het zingt: 't is niet wat het is, 't is wat je ermee doet.
De staatsschuld zegt bovendien maar weinig over de nationale schuld, dat wil zeggen staats- en privéschulden samen. En zo bekeken is de situatie van financieel puriteins gidsland Nederland echt niet zoveel anders dan die van België. In België is de openbare schuld iets voorbij 100% en de particuliere schuld ongeveer 60%, samen 165% van het BBP. In Nederland zijn de cijfers respectievelijk rond de 50% en iets boven 100%, samen ongeveer 150%. Voor Italië zijn de cijfers 140 en 40, samen 180% ... Japan is uit het zicht verdwenen met respectievelijk 250% en 50%, samen 300%! Kortom, in de meeste OESO-landen zit de nationale schuld ergens tussen 150 en 200% van hun BBP.
Hoe belangrijk het meerekenen van privéschulden is, hebben we post-2008 gezien. Door het omvallen van grote hypotheekverleners werden particuliere schulden onder andere in de VS (180% nationale schuld) en in Spanje (160%) plots quasi-staatsschulden. Reken maar dat China nog diep in de buidel zal moeten tasten wanneer de gevolgen van de gebarsten immobiliën- en kredietballonnen hun volle effect op de overheidsschuld zullen doen gelden.
Recent moest de Franse regering dan weer vele miljarden in de nationale schuld bijschrijven door de redding van de eerder deels geprivatiseerde Electricité de France (EDF). Veel nationale overheden verlenen trouwens nog altijd gratis verzekeringen op spaartegoeden. Mogen ze ongebruikt blijven!
Recent moest de Franse regering dan weer vele miljarden in de nationale schuld bijschrijven door de redding van de eerder deels geprivatiseerde Electricité de France (EDF). Veel nationale overheden verlenen trouwens nog altijd gratis verzekeringen op spaartegoeden. Mogen ze ongebruikt blijven!
_Staatsschuld: goed of slecht?
In veel culturen en godsdiensten wordt het maken van schulden met een scheef oog bekeken[3]. Als het adagium van 'de goede huisvader' al opgaat voor het individu dan geldt dat hoogstens met veel reserves voor de staat. Zo zal het gezin de uitgaven matigen als het wat slechter gaat en terug opvoeren in betere tijden. De overheid wordt daarentegen geacht meer uit te geven wanneer het slecht gaat en te minderen wanneer de economie weer aantrekt. De uitgebreide sociale wetgeving die zo kenmerkend is voor goed bestuurde landen helpt bij het eerste deel van de opdracht. Werkloosheidsuitkeringen en dergelijke worden niet voor niets automatische stabilisatoren genoemd. Openbare investeringen kunnen ook helpen de conjunctuur op het gewenste pad te houden. Het tweede deel lukt niet altijd even goed.
Maar er is meer. Een moderne economie kan namelijk maar moeilijk draaien zonder betrouwbare schuldinstrumenten. Staatspapier is, haast per definitie, het veiligst mogelijke. Vandaar dat staatspapier in het Engels gilt-edged genoemd wordt, al is de goudglans niet voor alle landen even sterk. Zo moeten financiële instellingen hun 'wiskundige reserves' en hun (sinds 2008 aanzienlijk opgetrokken) buffers 'veilig' beleggen. Staatspapier speelt daarin een grote rol.
Maar met de staatsschuld kan je ook de economie sturen door overheidspapier in de markt te zetten of er net uit te halen, waarmee je probeert de koopkracht en de investeringen een duw in de gewenste richting te geven. Het 'inkopen' is wat de Europese Centrale Bank (ECB) grootschalig jarenlang heeft gedaan voor alle eurolanden, waardoor er grote hoeveelheden 'baar geld' de economie instroomden, in de hoop dat het uitgegeven zou worden aan consumptie en investeringen.
In mijn optiek is het grootste nadeel van staatsschuld de intrestbetalingen die, door de wijze waarop belastingen geheven worden, de facto een herverdeling zijn van arbeid naar vermogen[4]. Dit fenomeen heeft jarenlang minder gespeeld omdat de intrestvoeten zo lang zeer laag gebleven zijn. Het is de vraag of dit blijft duren nu de intresten toch al een paar jaar neigen naar stijging en de wereldeconomie weer aanzienlijk minder stabiel oogt.
Problemen met staatsschuld kunnen wel onoverzichtelijk worden indien een hoog aandeel van die schuld in buitenlandse portefeuilles zit. Intrestbetaling wordt daardoor een groot lek in je eigen economie. Griekenland was daarvan het prototypisch voorbeeld, al speelden daar ook andere elementen van slechte politiek. Traditioneel zijn grote schuldenaars (zoals België en Italië) altijd zo voorzichtig (of gelukkig?) geweest vooral het binnenlandse sparen te mobiliseren[5]. In beide landen wonen vlijtige spaarders, zoals ook in Japan en China trouwens, maar bijvoorbeeld niet in de Verenigde Staten, land dat moeiteloos zijn staatsschuld op zijn 'partners' weet af te wentelen. De Belgische staatsschuld zat traditioneel minstens 90% in Belgische portefeuilles. Vandaag is dat percentage flink geslonken omdat, met name door het ontstaan van de Euro, het diversifiëren van portefeuilles gemakkelijker en minder risicovol werd. Vandaag zou nog slechts 60% van 'onze' staatsschuld in Belgische handen zijn. Zij is kennelijk nu wel nagenoeg 100% in Euro uitgeschreven. Daardoor is ze zo toch een beetje 'binnenland', al is ze niet alleen maar in eurolanden geplaatst.
_Staatsschuld: van links of van rechts?
Intuïtief ligt het voor de hand dat de grote opstoten in de staatsschuld van links zouden komen, omdat links nu eenmaal vrijgeviger zou zijn, vooral dan via verbeterde sociale verzekeringsmechanismen. De waarheid is dat rechts erin geslaagd is zich een imago van goed beheer van de staatsfinanciën aan te meten en links af te schilderen als onverbeterlijke potverteerders. Als rechts putten maakt dan is dat altijd wel voor 'goede' bedoelingen, met name 'groei', of er zouden dwingende omstandigheden zijn, zoals oorlog of 'crisis'. Maar in feite is de oorzaak vooral ideologische obsessie.
Zij deden het allemaal: Nixon (Vietnam), Reagan (Star Wars en fiscale cadeaus), Bush Sr (Irak), diens zoon daarna (Afghanistan, Irak en cadeaus) en helaas nu weer, Trump (schaamteloze sinterklaas in eigen persoon, althans voor de welgestelden). Ook Thatcher deed het (Falklands en ideologie) en dat deed ook Boris Johnson (Covid) om van de plannen van de snel en spectaculair neergestorte Lizz Truss maar te zwijgen. En in België ging de staatsschuld in de jaren '80 onder Martens, Gol en Co. snel van een bedaarde 50-60% naar de 100% die we vandaag nog steeds kennen. Maar dat lag aan de petroleum'crises' en de inflatie van de 70er jaren, ziet U ... In alle bovenstaande gevallen hadden belastingen het noodzakelijk geachte 'tijdelijk' gat zo snel mogelijk moeten dichten. Bovengenoemde staatslieden hebben daarentegen ook nog eens belastingverlagingen doorgevoerd, in hoofdzaak in het voordeel van de hoge inkomens en vermogens. De aanzienlijk gestegen inkomensongelijkheid in ongeveer alle OESO-landen is ook aan deze politiek toe te schrijven.
Er is ook een, nauwelijks verholen, politieke nevenbedoeling aan de geldsmijterij van rechts. Hun eventuele opvolgers worden zo opgezadeld met een schuldenberg, waarover ze dan kunnen worden aangevallen. En er is dan uiteraard ook geen geld voor zogenaamde linkse stokpaardjes … Obama, Blair, Clinton, zelfs Carter weten ervan mee te spreken. Thatcher zei niet voor niets dat haar beste werk het voortbrengen van New Labour was.
_Staatsschuld: generatieconflicten
Er wordt altijd weer hoog ingezet op de stelling dat de volgende generaties het vermeende potverteren van de huidige (die verduivelde babyboomers) zal moeten betalen. Hebben de huidige generaties echt minder boterhammetjes kunnen eten omdat hun/onze (groot)ouders hen ook al een forse overheidsschuld achterlieten, bijvoorbeeld door een beetje woest oorlogje te spelen? Zo zal het dus ook gaan met de huidige staatsschulden. Die zullen deels door de inflatie wegsmelten en, vooral, doodsimpel verder overgedragen worden.
We hoeven ons dus niet al te veel zorgen maken over die zogenaamde transfer van jong naar oud via staatsschuld en/of pensioenen[6]. Als het goed is, erft elke generatie, om te beginnen, de investeringen gemaakt door de vorige generaties, bijvoorbeeld in infrastructuur, gezondheidszorg, onderwijs en, als het even kan, een stabiele en rustige leefomgeving zonder grote bedreigingen. Ondertussen heeft ze zelf ook al van dan alles kunnen genieten.
Via individuele erfenissen gaat ook wel een en ander over de generaties heen. Volgens sommigen moet dat feest nog echt beginnen want daar komen de gigantische erflatingen van die boomers aan! Belachelijk laag belast zelfs! Bijna iedereen van de boomergeneratie die wat op overschot heeft is nu al, en fiscaal nog gunstiger, aan het uitdelen. Dat is goed omdat veel van de jongeren het inderdaad moeilijk hebben, en moeilijker zullen hebben dan de boomers het gehad hebben, bijvoorbeeld om zich comfortabel te vestigen in een eigen woning.
Misschien moeten we de jongere generaties de keuze aanbieden tussen riante erfenissen in geld of onder de vorm van een meer klimaatbestendige wereld, waarvoor onuitspreekbaar grote sommen investeringsfondsen nu nodig zijn. In de precoronaperiode leek het erop dat de jongeren het laatste verkozen, vandaag is dat allemaal weer veel minder duidelijk. Zucht!
_Staatsschuld: en dan is er de politiek
Zoals Hielke van Doorslaer betoogt[7] stelt zich vandaag de vraag met meer aandrang dan ooit hoe weg te komen uit het beleidstrilemma 'Strenge begrotingsregels – Rechtvaardige klimaattransitie – Strategische autonomie'. De auteur toont overtuigend aan dat we niet aan die horens zullen ontsnappen met de huidige dwangbuispolitiek die door de EU gevoerd wordt, tenzij de klimaatdoelstellingen of de wens/noodzaak economisch en militair terug weerbaarder te worden of beide verlaten worden.
Er is hoegenaamd geen eensgezindheid onder de specialisten in openbare financiën over het nut, laat staan de dwingende noodzaak, van zulke politiek[8]. Het is alvast niet zo dat de rente op overheidsschuld sterk zou variëren met de 'orthodoxie' van de nationaal gevoerde budgetpolitiek. De 'markten' maken zich dus kennelijk aanzienlijk minder zorgen over overheidsdeficit en -schulden dan Europese Commissie en Parlement.
Bij het trilemma horen we ook nog te vermelden dat we, toch ter linkerzijde, de sociale verworvenheden minstens willen vrijwaren en in sommige aspecten zelfs nog versterken. In feite worstelt de politiek vandaag dus met een quadrilemma van onderling tegenstrijdige objectieven. Is het daarom dat de vorming van regeringen alsmaar langer lijkt aan te slepen, met name in landen met proportioneel samengestelde parlementen? Zo hebben de individuele Belgische kiezers, in hun onovertrefbare wijsheid, collectief duidelijk gezegd dat zij ook niet weten wat ze echt willen ... tenzij ze doodleuk thuis zijn gebleven.
_Noten
- Er zijn allerlei problemen met de berekening van het BBP. Dat geldt ook voor het meest serieuze alternatief: het Bruto Binnenlands Geluk (BBG). Men komt ook wel eens de term Bruto Nationaal Product tegen, maar dat is in landen als België zeer vergelijkbaar. In een gesloten economie zijn ze zelfs per definitie gelijk. De lezer vindt ampele beschrijvingen van een en ander op Wikipedia.
- Hun totale openbare schuld benadert inmiddels 30.000 miljard USD en de jaarlijkse rentelast daarop alleen al gaat naar de 1.000 miljard.
- Sommige talen zouden zelfs geen woord hebben voor 'lenen' of het is nagenoeg synoniem met 'schenken'. Natuurlijke solidariteit is de onderliggende gedachte: geef wanneer je het kunt en ontvang wanneer je het nodig hebt. De 'voor wat hoort wat'-brigades willen vandaag mordicus vergeten dat dit de basisidee is van onze sociale zekerheid met haar bijdragen en uitkeringen.
- Zoals Piketty schrijft: ' ... la dette publique est surtout dans l'intérêt de ceux qui ont les moyens de prêter à l'Etat et à qui il aurait été préférable de faire payer des impôts', Capital au 21ième siècle, p. 883. Sterker argument voor een belasting op vermogens valt moeilijk te verzinnen. Belastingen worden vooral geheven op arbeidsinkomen (en consumptie), weinig op de opbrengsten van vermogen terwijl die fundamenteel niet meer zijn dan een andere vorm van inkomen. De opmerking van Piketty wint onder specialisten van openbare financiën alsmaar meer terrein, maar politiek komt ze maar niet van de grond. Waaraan zou dat liggen?
- Volgens door de Nationale Bank van België recent gepubliceerde cijfers zou het Belgisch gezin een gemiddeld vermogen van € 555.000 bijeen gespaard hebben. Dit gemiddelde verbergt uiteraard een extreem ongelijke verdeling van het familiaal vermogen.
- Men zou kunnen denken dat een pensioen een vergoeding is voor het bereiken van een bepaalde hoge leeftijd en men niet meer zelfvoorzienend kan zijn. Nochtans zijn de verschillen in de netto pensioenen torenhoog ... omdat het pensioen ook nog eens de voormalige levensstandaard zou moeten kunnen verzekeren. De fabel van de krekel en de mier eens opnieuw lezen?
- Sampol juni 2024, zie hier.
- In zijn column in De Morgen van 30 december 2025 breekt Paul De Grauwe zo een lans voor een Europese budgetpolitiek zoals de Amerikaanse, vooral gericht dus op het ondersteunen van openbare en private investeringen, om zo de arbeidsproductiviteit op te krikken. Grotere deficits moeten er dan maar bijgenomen worden.