3 februari 2025
De emotionele olifant en de rationele ruiter
Een evolutionaire kijk op voetbalgeweld
Op vrijdag 6 december kopt Het Nieuwsblad online 'Alleen voorwaardelijke sanctie voor voetbalclub Sambaboys na knokpartij'. De feiten dateren van een maand eerder. Een vriendschappelijke wedstrijd tussen twee caféploegen eindigt in een zware vechtpartij tussen spelers en supporters. Dertig mensen raken gewond en twee supporters belanden zelfs in het ziekenhuis. Het lijkt een typisch geval van tribaal geweld.
Later lezen we dat één ploeg haar spelers een charter laat ondertekenen om gelijkaardige incidenten in de toekomst intern te sanctioneren. Het is interessant om hierbij stil te staan. Deze maatregel vindt zijn oorsprong in gedragseconomische opvattingen. Door iets te ondertekenen, wordt men aan een belofte herinnerd, en die herinnering slaat men onbewust op. De verwachte impact hiervan is echter twijfelachtig en het effect waarschijnlijk beperkt.
Dit incident maakt immers pijnlijk duidelijk hoe snel emoties en groepsdynamieken de overhand kunnen krijgen. Wat begint als een sportief spel eindigt in fysiek groepsgeweld. Hoe kunnen we dit begrijpen? Een evolutionaire blik biedt een verhelderend complementair perspectief en laat zien hoe menselijk gedrag vaak wordt aangestuurd door emoties, vooral binnen de context van groepsidentiteit en conflict.
De sociale psycholoog Jonathan Haidt gebruikt de allegorie van de olifant en de ruiter om dit fenomeen te beschrijven. De beeldspraak van Haidt verwijst naar Plato's metafoor – in zijn dialoog Phaedrus – van een gevleugeld tweespan met een nobel paard en een weerspannig paard, en met een rationele menner. Bij Haidt staat de olifant voor onze emotionele kant – sterk, instinctief en vaak leidend. De ruiter vertegenwoordigt ons rationele denken dat probeert te sturen, te redeneren, te analyseren. Hoewel de ruiter plannen maakt, bepaalt de olifant vaak de koers, vooral in een zogenaamde hot state — een toestand van intense emoties. Tijdens gewelddadige confrontaties, zoals bij een knokpartij, heeft de ruiter weinig kans om de olifant te controleren, waardoor emoties zoals woede en groepsloyaliteit vaak de overhand krijgen.
Het is een inzicht dat we ook terugvinden bij de Nederlandse gedrags-en evolutiebioloog Carel Van Schaik en de Duitse historicus Kai Michel. De menselijke natuur heeft volgens hen drie lagen. Een eerste laag bestaat uit onze intuïties en emoties, die door evolutionaire processen zijn gevormd, zoals een rechtvaardigheidsgevoel, woede, en angst voor vreemden. Ze beïnvloeden ons gedrag op een onbewust niveau. Deze emoties, vaak onbewust, zijn cruciaal voor overleving en sociale interactie. Ze stellen ons in staat snel te reageren zonder veel nadenken.
Daarbovenop ligt een tweede laag: cultuur. Hier vinden we normen, tradities en gewoonten die verschillen tussen samenlevingen. Ze vormen een kader voor sociaal gedrag en spelen in op onze instincten, op onze eerste natuur Denk aan groepsdynamiek die is aangepast aan culturele regels, zoals hoe we loyaliteit tonen of conflicten vermijden. Een cultuur waarbinnen het verdedigen van groepseer verdedigd wordt, kan gewelddadig gedrag aanmoedigen.
De derde laag is ons rationele denken. Hier ontstaan regels en praktijken die verder reiken dan intuïtieve reacties, zoals het bewust volgen van gedragsregels. De rationele laag biedt een tegenwicht, maar kan in conflict komen met de sterke emoties van de eerste natuur. De allegorie van de olifant en de ruiter, zoals beschreven door Jonathan Haidt, beschrijft dit treffend: de olifant, symbool voor emoties, bepaalt vaak de koers, terwijl de ruiter – ons rationele denken – moeite heeft de olifant bij te sturen, vooral in emotioneel geladen situaties.
Een knokpartij na een voetbalwedstrijd illustreert deze dynamiek. Wat begon als een sportieve activiteit ontaardde in een geweldsuitbarsting, ingegeven door groepsdenken en emoties zoals woede en loyaliteit aan de eigen groep – een typisch product van onze eerste natuur. Culturele en rationele maatregelen zoals boetes of het ondertekenen van een charter zijn bedoeld om dergelijk gedrag te voorkomen. Toch kunnen we ons afvragen hoe effectief deze zullen zijn in momenten van intense emoties, wanneer de 'olifant' de leiding neemt en de 'ruiter' buiten spel staat. In een hot state, wanneer emoties hoog oplopen, zijn regels en redeneringen vaak niet voldoende om de olifant van onze emoties in toom te houden. Uit onderzoek van de gedragseconoom George Loewenstein en collega's blijkt dat mensen in een cold state – dit wil zeggen wanneer ze niet boos zijn – zich moeilijk kunnen voorstellen hoe ze zich zouden gedragen in een hot state – wanneer ze wel boos zijn. Bovendien onderschatten ze vaak hoe snel die hot state zal verdwijnen.
Dit incident, en vele andere sociale conflicten, laten zien hoe sterk emoties en groepsloyaliteit ons handelen beïnvloeden, vaak meer dan rationele overwegingen. Het geldt niet alleen voor fysiek geweld, maar ook voor bredere sociale kwesties zoals politieke polarisatie. Hoewel we graag geloven dat we rationeel handelen, stuurt de 'olifant' vaak de werkelijke koers. Bewustwording van deze gelaagde menselijke natuur kan helpen om de balans te vinden tussen emotie en rede.
Het ondertekenen van een charter is een waardevol rationeel gebaar, maar het echte werk begint bij het begrijpen en integreren van onze complexe, gelaagde aard. Alleen door de kracht van de olifant – de emoties – te erkennen en te combineren met de leiding van de ruiter – het rationele denken –, kunnen we sociaal gedrag effectief vormgeven. Preventiemaatregelen doen te vaak een beroep op normen en culturele regels, zonder de cruciale vraag te stellen of die normen wel een emotionele back-up hebben. Zolang regelovertredingen niet gepaard gaan met emoties die gedrag sturen, zoals schaamte, schuld of afkeer, en niet ondersteund worden door een contextuele back-up, zoals afdwingbaarheid van de norm, blijven dergelijke maatregelen hoogstwaarschijnlijk ineffectief.
Bij overtreding van een norm die via een charter wordt gepromoot, blijft die norm vaak dode letter, zelfs wanneer diegene die het charter ondertekent er bekend mee is. De emotionele ondertoon van dergelijke normen verdient meer aandacht. Omdat mensen sociale dieren zijn, moet het antwoord op het probleem ook in sociale context onderzocht worden: hoe kan die context een emotionele ondertoon stimuleren die een prosociaal effect heeft en daarmee intergroepsconflicten, zoals voetbalgeweld, tegengaat? De sociale context speelt zeker een grote rol in het creëren van een cultuur waarin normovertredingen niet alleen afgekeurd worden, maar waarin de afkeuring ook resoneert binnen de groep, zodat naleving van de norm vanzelfsprekender wordt. Men moet een normovertreding niet enkel individueel, maar ook in groep aanvoelen. Als een speler of supporter zich gewelddadig gedraagt, en dit gedrag leidt naar collectieve afkeuring binnen de groep, ontstaat er sociale druk om dergelijk gedrag in de toekomst te vermijden.
We moeten als samenleving manieren vinden om zowel de spreekwoordelijke olifant als de ruiter in balans te brengen, zodat we kunnen reageren, niet alleen op basis van wat we voelen, maar ook door te luisteren naar onze rede. Het ondertekenen van een charter met gedragsregels is een stap in de goede richting, maar het echte werk begint pas wanneer we begrijpen hoe we onze gelaagde natuur – emotie, cultuur en ratio – effectief kunnen integreren in ons sociale gedrag.
_Referenties
- Haidt, J. (2012/2021). Het rechtvaardigheidsgevoel. Waarom wij niet allemaal hetzelfde denken over politiek en moraal. Ten Have.
- Loewenstein, G.F. (2000). Emotions in economic theory and economic behavior. American Economic Review, 90(2), 426-432.
- Loewenstein, G.F., Weber, E.U., Hsee, C.K., & Welch, N. (2001). Risk as Feelings. Psychological Bulletin, 127(2), 267-286.
- Van Schaik, C., & Michel, K. (2016). Het oerboek van de mens. De evolutie en de bijbel. Uitgeverij Balans.