Kwintessens
Geschreven door Fons Mariën
  • 8783 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

3 oktober 2019 Over levenslessen en cultuurrelativisme
Onlangs bezocht ik de tentoonstelling 'Circle of life' met foto’s van de Gentse fotografe Lieve Blancquaert rond de thema’s geboorte, huwelijk en dood in diverse culturen over de hele wereld. Dit project is ook bekend via de gelijknamige tv-reeks. De tentoonstelling loopt nog in de Sint-Pietersabdij in Gent. Naar aanleiding van deze expositie verscheen op zaterdag 14 september jl. in de weekendbijlage van Het Nieuwsblad het artikel 'De levenslessen van Lieve Blancquaert'. Groot was mijn verbazing toen ik haar eerste levensles las.
De titel ervan luidt 'Gelijk hebben bestaat niet'. Ze vertelt dat ze vroeger vertrok van haar eigen gelijk en dat nu vooral ziet als een vooroordeel. Volgens haar moet je vanuit een soort neutraliteit vragen stellen en luisteren. Ik betwist niet dat deze methode voor haar foto- en tv-project voordelen had. Het kan geen kwaad het eigen gelijk eens aan de kant te zetten en de zaken vanuit een ander perspectief te bekijken. Voor haar project bezocht de fotografe vele verschillende landen en culturen. Ze is door haar vele reizen in die landen doordrongen van de diversiteit van culturen. Uit de tentoonstelling blijkt ook hoe uiteenlopend de gebruiken zijn rond deze drie thema's. Maar met het voorbeeld dat ze vervolgens geeft, heb ik het heel moeilijk. Ik citeer: 'Kindhuwelijken? Voor ons is dat crimineel. Maar als je onderaan de ladder wordt geboren in een kastesysteem en de enige optie op een veilige toekomst is om binnen die kaste zo snel mogelijk te huwen, dan wordt het een daad van liefde om je kind op zes te laten trouwen. Begrijpen vanwaar iets komt, helpt ook om oplossingen te zoeken'. Einde citaat.
Deze uitlating is een schoolvoorbeeld van cultuurrelativisme. Zoals ik al in mijn boek De slaap van de rede brengt monsters voort poneerde, is er enerzijds het zinvolle besef dat verschillende culturen een eigen aanpak hebben, eigen gewoontes, rituelen, voeding, kleding, muziek en dergelijke meer. Dat inzicht helpt om je eigen cultuur niet te verabsoluteren. Maar anderzijds is er een doorgedreven cultuurrelativisme dat meteen belangrijke waarden op de schop zet: onder het mom 'alles is relatief, geen enkele cultuur is beter dan de andere' wordt geen grens meer gesteld aan praktijken die fundamentele rechten van de mens (en vaak vooral van vrouwen) met de voeten treden. Lieve Blancquaerts voorbeeld is typerend voor een mentaliteit die jammer genoeg veel in het Westen voorkomt.
Is er één grondig argument waarom dit kind van zes niet naar school zou mogen gaan om zich aldus te ontwikkelen en uit te groeien tot de persoon die ze zelf wil zijn? Voor onze eigen kinderen vinden we dat evident en ik denk dat ook Lieve Blancquaert dat zal beamen. Wat je in dat kastesyteem als 'argument' zult horen, zijn zinnen als 'dat is nu eenmaal zo in onze cultuur' en 'we hebben dat altijd zo gedaan'. Daartegenover staat in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM, 1948) in artikel 16: 'Een huwelijk kan slechts worden gesloten met de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtegenoten'. En in artikel 26 staat: 'Eenieder heeft recht op onderwijs (…) Het onderwijs zal gericht zijn op de volle ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden'. Daarnaast bestaat er nog een Verdrag inzake de rechten van het kind. Het kind in Blancquaerts voorbeeld is niet anders dan de andere kinderen in de wereld, alleen de sociale realiteit waarin het geboren is, is anders. Als je alleen van deze feitelijkheid vertrekt, dan bestendig je die, zeker op deze manier. Met deze mentaliteit zal je nooit iets ten goede veranderen.
Het gaat er mij niet om Lieve Blancquaert persoonlijk met de vinger te wijzen. Ik grijp dit veeleer aan als een exemplarische en hoogst problematische uiting van een postmodern cultuurrelativisme. Deze denktrant verwerpt de universaliteit van deze rechten en aanvaardt geen fundament dat grenzen stelt aan verwerpelijke culturele praktijken, die vaak eeuwenoud zijn. Want naast eeuwenoude wijsheden en tradities bestaan ook eeuwenoude misvattingen, eeuwenoude vooroordelen en eeuwenoude wanpraktijken.
Ik kan me inbeelden dat Lieve Blancquaert, geconfronteerd met de praktijk van dit kindhuwelijk, zich machteloos voelt om er iets aan te veranderen. Ook ik, zittend in mijn stoel in Gent, sta machteloos. Maar verandering begint bij een andere manier van denken en niet bij het bevestigen van bestaande wanpraktijken. Dit alles is des te meer van belang door de toegenomen diversiteit in onze eigen samenleving, door migratie op allerlei manieren. In De tweede helft van Assita Kanko, een boek over wereldwijde discriminatie van vrouwen, benadrukt de auteur dat wanpraktijken uit andere culturen nu ook in West-Europa voorkomen, precies door de immigratie van mensen met een andere culturele achtergrond. Zij noemt onder meer genitale verminking, kindhuwelijken, gedwongen huwelijken en eremoord, en geeft talrijke duidelijke voorbeelden. Met andere woorden, het gaat niet alleen om 'het kastesysteem dat zich ver van ons bed bevindt', het gaat eveneens om toestanden hier, vlakbij ons. Gewapend met een postmodern, losgeslagen cultuurrelativisme zullen we nooit ten strijde kunnen trekken tegen dergelijke wanpraktijken (waarvan veelal kinderen en vrouwen het slachtoffer zijn).
Kwintessens
Fons Mariën is auteur van 'Ik ben geen witte man. Over racisme en woke-activisme', uitgave in de reeks Kwintessens-cahiers.
_Fons Mariën Auteur
Meer van Fons Mariën

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws