8 mei 2025
Over het wezen van het christendom
Zopas (voorjaar 2025) lanceerde de Nederlandse uitgeverij Damon in samenwerking met het Vlaamse Humanistisch Verbond een nieuwe publicatiereeks 'Vrijdenkers'. In deze reeks verschijnen (nieuwe) vertalingen van klassieke humanistische werken, waarvan sommige voor de eerste keer in het Nederlands worden gepubliceerd. De eerste delen van de reeks zijn nu beschikbaar en zijn verkrijgbaar via de webshop van het Humanistisch Verbond (en uiteraard ook in de betere boekhandel).
Op dinsdag 6 mei werd het allereerste 'Vrijdenkers'-boek voor een enthousiast publiek voorgesteld in De Corridor in Wetteren. Het betreft het nooit eerder in het Nederlands verschenen standaardwerk Het wezen van het christendom (Das Wesen des Christentums, 1841) van de Duitse filosoof Ludwig Feuerbach, vertaald door Karel D'huyvetters en met een uitgebreide inleiding door Johan Braeckman. Hieronder leest u de inleiding tot de boekvoorstelling door Gert De Nutte, algemeen coördinator van het Humanistisch Verbond – inleiding die u (disclaimer) vooral niet te ernstig moet nemen, maar zoals het door vele klassieke auteurs gebruikte aforisme stelt, 'many a true word is spoken in jest'.
_Het wezen van het christendom
Dames en heren
Ik hoop dat u net als ik de voorbije weken het geluk had de onvolprezen nieuwsbulletins te savoureren van onze nationale (Vlaamse moet ik heden ten dage zetten) radio- en televisieomroep, aangeduid met het letterwoord VRT waarbij de V dus tot voor kort stond voor Vlaams, maar volgens onverdachte bronnen op sociale media en volgens algemene consensus nu de afkorting is van Vaticaan of Vaticaans, Vaticaan of Vaticaanse Radio en Televisie dus. Die herboren, ik zou bijna zeggen wedergedoopte maar dat is de verkeerde christelijke sekte, die herboren VRT dus beleefde werkelijk onvermoede hoogdagen sedert de onfortuinlijke opname van santa padre Franciscus in het Gemelli-ziekenhuis in Rome: het was smullen en genieten van de dagelijkse berichten over de gezondheidstoestand van zijne heiligheid, met belangwekkende of soms aandoenlijke details over de fluctuaties in de lichaamstemperatuur, het dagelijks verorberde aantal hosties en genuttigde aantal kelken miswijn (gezien de bijzondere status van de patiënt was de ordinaire wijnazijn uiteraard vervangen door een Brunello di Montalcino 'Madonna delle Grazie' DOCG 2019, ter waarde van € 850 voor een fles, in promotie bij Amazon Vaticaanstad), de statistieken (we gaan even verder met het bulletin), de statistieken dus van zijn dagelijkse hoestbuien en kuchjes, van het aantal geprevelde (iets anders stond de allerhoogste hem in al zijn barmhartigheid helaas niet meer toe), het aantal geprevelde schietgebedjes, van het aantal gewijde neuspeutersessies en van de wisselende textuur van de inhoud van de heilige pamper. De luisteraar en kijker kon aldus van dag tot dag geboeid en empathisch, afwisselend angstig of in blijde hoop en verwachting meeleven met de godegestuurde ups en downs en kon desgevallend meebidden als dank voor de ups of als smartelijke smeekbede ter omkering van de downs. Tot groot jolijt van de verzamelde en inmiddels omgedoopte VRT-redactie (u herinnert zich overigens het uit diezelfde periode daterende belangwekkende nieuws over het exponentieel gestegen aantal volwassenen katholiek gedoopten, triomfantelijk meegedeeld door diezelfde VRT, waarbij het vanzelfsprekend voor 50% de eigen redactie betrof maar dat vertelden ze er wijselijk niet bij), tot groot jolijt dus van de verzamelde VRT-redactie volgden de dramatische hoogtepunten in de pauselijke saga elkaar in hoog tempo op: het ontslag uit het ziekenhuis (godzijdank), de triomfantelijke urbi-et-orbireutel op het balkon van het Sint-Pietersplein (godzijdank) en de triomfantelijke hemelvaart op paasmaandag (godzijdank), de laatste een climax die zorgde voor een collectief en dagenlang aanhoudend religieus orgasme bij de genoemde redactie die meteen met dank aan de evenzeer door de genade van de allerhoogste gezegende federale minister van Defensie gratis voor niks een legervliegtuig charterde naar de heilige stad, gepiloteerd door zijne majesteit Koning Filip in hoogsteigen persoon.
En dan was het dagenlang feest, een katholiek bacchanaal van reportages en interviews en getuigenissen, vooral van het genre waarin de VRT waarlijk excelleert, zijnde de na grondige analyse, studie en voorbereiding gestelde diepzinnige vragen in de trend van 'en hoe is de sfeer daar nu' (met de bijzondere intonatie die daarbij hoort, en waarin het journalistencohorte zich bekwaamt door weken intensieve training in de beste acteeropleidingen van de Vlaamse gouw), of nog 'wat voelt u dan bij het heengaan van de paus?' (intonatie! en meestal was het trouwens 'onze paus' i.p.v. dé paus, kwestie van nog eens duidelijk in de verf te zetten tot welke religieuze congregatie de modale VRT-kijker en luisteraar behoort). De broodheren van die VRT, zijnde de wetgevende en uitvoerende machten – de rechterlijke macht had het even te druk met het bedenken van acties om hun pensioen te redden – die machten dus lieten zich overigens ook niet onbetuigd: met name de federale kamer vond het uitermate gepast om bij wijze van aanmoediging voor de steile klim van zijn heiligheid richting hemelgewelf een minuut stilte in acht te nemen (die federale kamer is weliswaar een ander machtsniveau dan dat wat de marsrichting van de VRT bepaalt, maar zoals bekend overstijgt de particratie moeiteloos gewesten en gemeenschappen) – een minuut stilte dus, want een kerkvorst is ook een vorst en Vaticaanstad is zoals algemeen bekend een gewaardeerde lidstaat van de Europese Unie (over scheiding van kerk en staat spreekt trouwens allang niemand meer, die ligt immers op dezelfde vuilnisbelt als de parlementaire democratie en de scheiding der machten).
Bon, u vraagt zich inmiddels ongetwijfeld af waarom ik dat hier allemaal vertel. Wel, voornamelijk natuurlijk om niet hetzelfde te vertellen als wat u zo meteen gaat horen, maar mijn punt hier (voor zover er van een punt sprake is natuurlijk), mijn punt is dus eigenlijk om u toch maar even duidelijk te maken dat van die zogenaamde 'onttovering' waarover hoopvolle secularisten, atheïsten en vrijdenkers allerhande zo graag spreken in de dagelijkse praktijk van onze Verlichte laatmoderne samenleving niet altijd zoveel te merken is. Onttovering, dat weet u, is een begrip dat onder meer of vooral bekend is geworden door de Duitse socioloog Max Weber. Het verwijst naar het proces waarbij de wereld zijn magische, religieuze en mystieke betekenis verliest, en in plaats daarvan steeds meer wordt begrepen en ingericht op basis van rationaliteit, wetenschap en technische beheersing. Mensen zouden steeds minder verklaringen zoeken in bovennatuurlijke of goddelijke krachten maar in plaats daarvan vooral vertrouwen op rationele uitleg, empirisch bewijs en logica. Dat was natuurlijk de verwachting in een periode zonder sociale media. En zonder Donald. En zonder de VRT. Dezelfde scepsis kunnen we aan de dag leggen bij de zgn. secularisatiethese: de hoop en de verwachting (van diezelfde wensdenkende secularisten, atheïsten en vrijdenkers) dat het belang, de invloed, het overwicht, de almacht van godsdienst en religie afnemen als een samenleving, moderner, wetenschappelijker, rationeler wordt. Quod non dus, getuige de soap hierboven beschreven – een soap zonder einde trouwens zoals iedere soap die zichzelf au sérieux neemt: morgen woensdag start de nieuwe serie van het feuilleton met name het conclaaf van de verzamelde min-tachtigjare gladiatoren in soutane, het zijn immers alleen de kardinalen die nog net iets kunnen aanvangen met jeugdige misdienaars die in aanmerking komen voor de strijd op leven en dood voor het veroveren van de heilige stoel. En dus begint het VRT-circus ongetwijfeld opnieuw, de hele ploeg is zich al afmattend in een geheime kloosterlocatie en onder de kundige begeleiding van een nooit om een schnabbel verlegen bekende Leuvense kerkjurist alom gewaardeerd om zijn universele expertise en gespleten markruttiaanse teflontong, die ploeg is zich dus afmattend aan het voorbereiden met nachtelijke gebedsstonden, intermittent fasting en gregoriaanse gezangen ter inoefening van de juiste intonatie om de gekende diepzinnige vragen zo overtuigend en empathisch mogelijk te kunnen stellen.
Ter aanvulling van mijn ongebreidelde lofzang op de VRT nog even een kleine terzijde. Toen ik op de ochtend van 1 mei de ogen opende op de tonen van het ochtendnieuws van VRT-radio in de verwachting dat het nieuws van de dag in het teken zou staan van de viering van de (socialistische) Dag van de Arbeid, was het eerste item dat ik hoorde zowaar gewijd aan de reliek van de heilige Bernadette Soubirous, die in mei vanuit Lourdes naar België zou komen en een tournee zou maken in alle bisdommen van het land. Het reliek in kwestie – een speciaal voor internationale bedevaarten vervaardigd schrijn met wat botrestanten met aangetoonde magische werking van de heilige – zou trouwens later die dag ook opduiken in de 1-meistoet in Sint-Niklaas (what's in a name), gezamenlijk gedragen door de nieuwsocialistische spitsbroeders Rousseau en Engelaar (what's in a name), als symbool van verbinding, inclusie en goodwill over de partijen en levensbeschouwingen heen. De tijd dat de sossen nog sossen waren en 1 mei vierden met pastoorskipkap op de boterham ligt dus ook alweer ver achter ons (een zoveelste illustratie van de toch wel twijfelachtige progressie van het onttoveringsproces).
Maar niettemin, dames en heren, niettemin moeten we toch ook eerlijk (en gelukkig!) toegeven dat we anno 2025 tenminste hier in deze almaar kleiner wordende Verlichte westerse enclave niet meer in diezelfde wereld leven als onze verre en minder verre voorouders, een wereld volledig gedomineerd door en doordrongen van christelijk geloof, religie en moraal. En dat hebben we onder meer en wellicht in grotere mate dan de meeste mensen beseffen te danken aan de denker en meer bepaald het boek dat we hier vanavond aan u voorstellen en dat een diepgaande en fundamentele verschuiving heeft teweeggebracht in het denken over religie – en ik trek nu even een parallel met een andere misschien net iets minder questieuze discipline.
In de tijd toen ik nog studeerde – en ik ga het hier nu niet over sprekende dieren hebben, maar het was niettemin een soort twintigste-eeuwse versie van de Tuin van Eden, de tijd dus dat er wel eens wat ontblote lichaamsdelen te zien waren op studentendopen, de tijd toen mannelijke proffen nog ongestraft vrouwelijke studenten konden bepotelen en het varken konden uithangen tijdens mondelinge examens, de tijd toen er nog alcohol gedronken (eufemisme) werd op cantussen, de tijd toen de universiteit nog geen safe space maar een avontuurlijke vrijhaven was en studenten nog geen preutse overgevoelige kasplantjes waren – u begrijpt dat we hier dus over een protohistorische periode spreken – in die tijd dus van de sneeuw van weleer, in die tijd was de discipline van de wetenschapsfilosofie, zoals u weet de tak van de filosofie die niet zelden bemand wordt door gesjeesde wetenschappers die aan een lekenpubliek dat daar nog minder van snapt probeert uit te leggen hoe wetenschap werkt – in die tijd dus was de wetenschapsfilosofie in de ban van het spraakmakende en grensverleggende beroemde werk van Thomas Kuhn met als titel De structuur van wetenschappelijke revoluties, waarin de auteur duidelijk maakte of minstens beweerde dat wetenschappelijke kennis niet gewoon maar accumulatief is, maar zich ontwikkelt via revolutionaire breuken, 'paradigmashifts' zoals hij die breuken benoemde. Ik had tussen haakjes kennis gemaakt met het werk van Kuhn en andere wetenschapsfilosofische denkers via de bijzonder boeiende VRT-programma's (toen was dat nog BRT) van Frans Boenders en zijn erudiete radiocollega's, programma's die vandaag vanzelfsprekend op de Vlaamse Vaticaanse Omroep geen schijn van kans meer zouden maken wegens te intellectualistisch, te elitair en te weinig wierook en mirre.
Welnu dames en heren, het werk van onze held van vanavond Ludwich Feuerbach luidde wellicht zo'n vergelijkbare paradigmashift in, in het kritisch denken over religie, het statuut van de bijbel als object van openbaring en dies meer. Het werk van Feuerbach ontstond uiteraard niet ex nihilo: hij was een zogenaamde links-hegeliaan die evenwel religie niet zag als een noodzakelijke uitdrukking van de geest (zoals in het idealisme van Hegel), maar integendeel als een creatie van de menselijke psyche. Godsdienst is geen openbaring van een bovennatuurlijke werkelijkheid, maar is een projectie van de menselijke aard. En God is bijgevolg geen werkelijk bestaande entiteit, maar een veruitwendiging van menselijke eigenschappen als liefde, macht en wijsheid. Het zijn allesbehalve evidente ideeën midden 19de eeuw (Het wezen van het christendom dateert van 1841!). Feuerbach heeft misschien niet dezelfde status als de grote bekendere filosofen uit de canon, maar zijn invloed op de verdere geschiedenis van het denken kan moeilijk worden overschat en we spreken dan niet alleen over bv. Marx en Engels, maar over legio filosofen, wetenschappers, theologen en religiewetenschappers enz. Feuerbach dames en heren maakte religie niet meer tot iets bovennatuurlijks of goddelijks, maar tot iets volledig menselijks en hij was daarmee een van de belangrijke grondleggers van een moderne, seculiere mensvisie (alleen hebben sommigen dat dus duidelijk nog niet zo goed begrepen).
Vooraleer het woord te geven aan Johan Braeckman en Kurt Beckers die Het wezen van het christendom in extenso aan u zullen voorstellen nog even iets over de reeks 'Vrijdenkers' waarin dit werk verschijnt. Het is namelijk een gloednieuwe publicatiereeks van de Nederlandse uitgeverij Damon in samenwerking (coproductie zeg maar) met het Humanistisch Verbond, een reeks waarin de komende jaren vertalingen zullen verschijnen van humanistische klassiekers, telkens met een uitgebreide inleiding – bekende en mogelijk ook minder bekende werken die op die manier al dan niet opnieuw onder de aandacht worden gebracht van een Nederlandstalig publiek. Nu, voorjaar 2025 verschijnen drie titels (allemaal deze avond hier verkrijgbaar), namelijk naast het boek van Feuerbach ook de Drie essays over godsdienst (Three Essays on Religion) van John Stuart Mill, en Gesprekken over de natuurlijke religie (Dialogues Concerning Natural Religion) van David Hume. Al deze werken werden zorgvuldig vertaald door Karel D'huyvetters, o.m. vertaler en kenner van het werk van Spinoza, een waar titanenwerk of huzarenstuk waarvoor we de vertaler alleen maar met veel respect en bewondering kunnen bedanken en hulde kunnen brengen.
Dames en heren, ik hoop dat ik er min of meer in geslaagd ben om weliswaar een beetje context te geven bij maar toch vooral niet te veel zinnigs te vertellen over Het wezen van het christendom van Ludwig Feuerbach, en dat was dus eigenlijk ook de bedoeling, omdat ik bij introducties meestal de opmerking krijg het gras onder de voeten van de volgende sprekers te hebben weggemaaid, maar bij dezen heb ik naar ik hoop dat gras alleen maar wat extra meststof gegeven in de vorm van de naar heiligheid geurende pamperinhoud van de inmiddels in opperste gelukzaligheid en tot aan de dag des oordeels de voeten wassende van de door hem uitzinnig geliefde santa vergine Maria, zijne vaderlijke heiligheid, dieren- en armenfluisteraar Franciscus, gloria in excelsis deo, amen.
In de reeks 'Vrijdenkers' zijn voorjaar 2025 de volgende titels verschenen:
(Foto bovenaan © Magda Heeffer)
Meer van Gert De Nutte