9 november 2020
Over verzet en wanhoop
Er was eens 'die andere crisis', een verhaal van feiten, de klimaatverandering.
Een kolos aan wetenschappelijk voortschrijdend inzicht: men moet informatie selecteren. Bovendien is de informatie ook ideologisch te filteren: naargelang de (digitale) bron die de info brengt, sluipt wel eens een leugen binnen of een weglating. Die filters blootleggen vraagt een zo ruim mogelijk 'holisme' van de lezer.
We blijven kijken naar die trage fenomenen, het opwarmen, het stijgen van zeespiegels, het smelten van ijs dat slechts traag verschijnt. Het gebeurt echter razendsnel als je het in het perspectief plaatst van één generatie.
En dat terwijl de coronacrisis ons schijnbaar bliksemsnel is overvallen, niettegenstaande het over dezelfde oorzaak zou kunnen gaan: menselijk gedrag.
Met groeiend inzicht zou je een grotere actienood veronderstellen. We leerden met COVID-19 meer over de traagheid van beleid, maatregelen, wetgeving, uitvoering, instandhouding. Bij de feiten blijven zonder er filosofie en de toepassing daarvan in economie en politiek bij te betrekken, is aan de werkelijkheid voorbijgaan.
In deze aberrante tijden sinds januari 2020 zijn er dus merkwaardige parallellen tussen de crises. Er is enerzijds het snelle afglijden naar 'een onbewoonbare aarde' (David Wallace-Wells) en anderzijds is er de omgang met het virus door allerlei maatregelen, te laat of onvoldoende opgevolgd of aan de laars gelapt. In het gewoel van beide berichtenstromen blijft men zich afvragen waarom het gekende inzicht van de wetenschap, het beleid en de keuzes van bevolkingen zo traag en bovendien parallel aan elkaar evolueren? Het doet denken aan racefilms: iedereen in zijn autootje, snel-snel, nooit omkijkend, niet opzijkijkend … en zonder licht naar een valavond.
Wanneer dan toch een remedie zal worden toegepast tegen de huidige woekering van een eiwitstructuur, komen straks het voortschrijdende en steeds meer acute van de opwarming en de watertekorten weer in zicht. Dat verhaal neemt een enorme versnelling: 2025, 2050, 2100.
Af en toe is er een artikel dat beide crises toch even bij elkaar brengt: hoe was je bijvoorbeeld je handen, als er geen water uit de kraan komt, tenzij druppelsgewijs?
Adorno citeert in Der Spiegel van 1969 de vroegnegentiende-eeuwse toneelschrijver, cynicus en provocateur Christian Dietrick Grabbe: 'Want niets dan wanhoop kan ons redden', en hij vervolgt: 'Dit is provocerend, maar helemaal niet dom. Ik kan niemand die in onze wereld leeft verwijten dat hij zich wanhopig, pessimistisch en negatief voelt. Degenen die dwangmatig hun objectieve wanhoop uitschreeuwen met het luidruchtige optimisme van onmiddellijke actie om hun psychologische last te verlichten, zijn veel meer misleid.'
Welke vorm van realisme kunnen we tegenover die wanhoop stellen?
Ongezien gebundeld onderzoek en enorme investeringen zullen een vaccin mogelijk maken. Dan is zout en plastics uit de zeeën halen daarbij vergeleken misschien een klein kunstje? Kan of zal onze dikke huid aan al deze problemen weerstaan en zijn angst of wanhoop niet aan de orde, is een devies: 'we kunnen dat!' We moeten ondertussen waakzaam blijven: 'Volgens het neoliberalisme valt aan elk object geld te verdienen: water, zuivere lucht, rust, stilte.' (Tinneke Beeckman citeert J. Scholte). Vandaar: feiten, verhalen, onderwijs, wetgeving.
'How with this rage shall beauty hold a plea, whose action is no stronger than a flower?' (Shakespeare)
Het geven van een absolute aandacht aan de dingen zelf, wel eens de werkelijkheid genoemd, is hierin van het grootste belang. Dichters en schrijvers, kunstenaars reiken ons die kijk op de werkelijkheid aan, soms visionair. De 'dingen': ze zijn cultureel, het is de natuur (voor zover die ook niet cultureel is geworden), de andere persoon, denken en daden. Realisme dat dus de gehele realiteit geduldig onder ogen neemt. Schoonheid en wetenschap vallen dan samen.
Actie, activisme, pamfletten of campagnes even geheel opzijzetten: niet langs twee oevers lopen, maar bruggen bouwen, stapstenen leggen om de andere oever te bereiken. Je 'compagnon de route' de tunnel zelf tonen, de ingang, de brug naar een overkant. Rivaliteit weglaten door de andere kant van de rivier, de andere en zijn oever te bezoeken. Vooral geen bruggen opblazen. De dialoog onderhouden, uitbreiden, verdiepen.
We kunnen geen energie halen door slechts negatieve beelden voor ogen te houden om straf en angst te cultiveren. Beeldvorming waarvan we weten 'dat emoties, instincten en onbewuste processen het bij de mens heel vaak halen van rationele overwegingen' (Timothy Desmet).
Terug naar die aandacht en het kijken. Het is een oud pleidooi om zich daarvoor wandelend of slenterend tussen de dingen te begeven. Om interesse op te brengen voor wat rondom ons te zien is, zij het een straat, een museum, een stad. Het is in de huidige omstandigheden wel wat moeilijker dan wanneer je bij ontmoetingen uren kan doorbomen. De bruine cafés zijn gesloten, de stoelen staan op de tafels.
Verhalen. Ze brengen al eeuwen mensen bij elkaar om ervaringen, om wat men heeft gezien over te brengen. Wandelen is een beetje stilstaan. Met Shakespeare geweld vervangen door zachtheid en geduld, en wanhoop omzetten in weerloze aandacht. De dichter die erop wijst dat de mooiste vorm van aandacht vragen te stellen is en die te herhalen. Een ferme vorm van actie waarmee je de sneeuwbal verhindert dat hij aan het rollen gaat of dat je hem kunt ontwijken terwijl hij naar beneden raast.
Meer van Francis Geldof