9 november 2020
Over de hond van Descartes
Er wordt vaak gelachen over dingen die zeker zouden zijn in dit leven. Zo zouden enkel de dood en het feit dat je belastingen moet betalen, zekerheden zijn in ons leven. In een recentere grap wordt dan weer gesproken over de zekerheid dat iedereen ooit zal sterven én dat de Verenigde Staten van Amerika nooit een slechtere president hadden dan Donald Trump. En dat zou zonder enige twijfel nooit meer gebeuren. Twijfel als zekerheid.
Veel mensen denken dan meteen aan de Cartesiaanse twijfel van de filosoof René Descartes (da's die van 'Ik denk, dus ik ben'). Die was er immers ook van overtuigd dat twijfel een zekerheid is. Maar daar ga ik het natuurlijk niet over hebben want daar ben ik niet slim genoeg voor. Ik wil het hebben over mijn constante, eeuwige en destructieve twijfel aan en over zowat alles dat ik moet beslissen of er gewoon al 'is'.
Zo heb ik als MS-patiënt een rotlijf en ben ik steeds meer hulpbehoevend. Door heel dat coronagedoe twijfel ik echter om professionele hulp in te roepen. Nochtans was dat vroeger geen probleem en kon ik me er na een tijdje bij neerleggen dat vreemde mensen – weliswaar tegen betaling – dingen voor me deden die gezonde mens als normaal beschouwen en dus ook zelf doen. Ik heb het in de eerste plaats over dagelijkse, huishoudelijke taken die door mijn beperkingen aartsmoeilijk of zelfs onmogelijk zijn geworden.
Enorm veel tijdverlies, misplaatste trots en menselijk vernuft/vindingrijkheid zorgen ervoor dat bijna alles me bizar genoeg toch lukt. Ik vloek wel meer dan de gemiddelde medemens wanneer ik moeite heb iets simpels te doen, maar daar doe ik alleen mezelf kwaad mee. De angst om hulp van anderen in te roepen, heeft echter een haast dodelijke bijwerking: ik word nu immers omringd en mentaal opgeslorpt door een sociaal isolement, een pijnlijk, stil en verlaten vacuüm. Aanvankelijk loste ik dit op door meer en vaker met vrienden, kennissen en familie te bellen, maar dat is niet écht, weet ik nu met zekerheid. Nee, ik twijfel daar niet meer over.
Daarom heb ik besloten een dier in huis te nemen. Geen goudvis of zo, maar een hulp- of assistentiehond. Omdat ik me eerst op een wachtlijst moet zetten om zo'n hond te krijgen en dit wel heel lang kan duren (ik spreek over enkele jaren!), moet ik een andere oplossing zoeken. Een oudere, rustige en zelfstandige hond uit een dierenasiel halen of bij mensen die zo'n hond hebben, maar niet meer willen. Een hond adopteren dus.
Niet alleen twijfel ik dan weer welk hondenras het best geschikt is voor me, maar weet ik ook niet in hoeverre ik kan instaan voor de verzorging en het welzijn van zo'n hond. Een gebrekkig baasje als ondergetekende is immers niet evident en verdient toch zelfs een hond niet? Ik twijfel dus (weer).
Twijfelen is bovendien een gevolg van die angststoornissen van me. Die zijn na het verdwijnen van een duistere depressie in mijn hoofd blijven hangen. Daar moet je niet voor gestudeerd hebben om dat te weten. Ik heb er dan ook alles voor over om een zelfzekere, arrogante eikel te zijn in plaats van mijn twijfelachtig bestaan te leiden! Aandachtige lezers hebben trouwens gelezen dat ik zowel twijfel 'aan' als 'over'. Ik denk dat het allebei kan en mag, maar ik twijfel. En u?
Meer van Adil Fraihi