9 september 2024
Panta vogola
Alles stroomt, verandert, evolueert en gaat soms achteruit maar blijft voor sommigen misschien toch hetzelfde? Wanneer je naar een rivier kijkt bijvoorbeeld zie je hoe het water al dan niet wegvloeit. Je ziet dus voortdurend andere druppels maar het blijft water, een stroom of rivier. Als het door warm weer of andere externe factoren niet opdroogt, verdampt of ineens niet meer bestaat tenminste. Maar dat is ook een verandering, niet?
Tot zover mijn filosofische bijdrage gebaseerd op het bekende 'panta rhei' waaraan ik moet denken wanneer het jonge meisje me een vraag stelt over een taal die uitgestorven is. Aangezien ik geen namen noem of concrete en correcte beschrijvingen wil maken van de persoon die me eigenlijk overvalt met de ernstige maar dus onverwachte vraag, zou het dus eerder kunnen gaan om een jongen ...
Het komt er eigenlijk op neer dat een bizar individu me ineens vraagt waarom een taal zoals Latijn niet meer bestaat en dood is. Meer nog, zij/hij vraagt zich luidop af of ik daar ooit stil bij stond. Ik weet niet juist meer wat de aanleiding was om me zoiets te vragen, maar ik weet wel dat het uiterst vreemde mensenkind op de hoogte is van de studies die ik heel lang geleden volgde. Latijn-wiskunde dus, en daarom de vraag naar die ene dode taal en dus niet naar het Akkadisch of Aramees of zo.
Ik vertel hem/haar dat ik de juiste reden niet ken, maar alles verandert en dus ook taal. Het verbaast me dan ook niet dat het uiteindelijk uitsterft of vervangen wordt. Om mijn stelling te verduidelijken, zeg ik haar/hem dat de taal die jongeren nu gebruiken best anders is dan hetgeen wij vroeger spraken, lazen en schreven ...
Deze verduidelijking blijkt echter niet zo verstaanbaar en daarom verwijs ik naar de bekendste Oudnederlandse zin die begint met de woorden 'hebban olla vogola nestas ...'. De tekst die dateert uit – of is het dateren 'van' – de elfde eeuw toont aan dat de taal die toen gebruikt werd wel heel anders is dan die die we nu kennen.
De jongen die dus ook een meisje zou kunnen zijn was hier trouwens omdat ik als zorgbehoevende voor allerlei zaken hulp nodig heb. Hij/zij keek me raar aan toen ik zijn vraag beantwoordde en deed hoofdschuddend alsof ik weer aan het zeveren, kletsen, ouwehoeren of lullen was. Maar dat doe ik natuurlijk nooit!
Vervolgens nam hij/zij afscheid door me 'mateke' te noemen. Erg betuttelend en misschien zelfs kwetsend. Het is iets waar wel vaker over geklaagd wordt als het gaat over zorgpersoneel, maar daar schrijf ik misschien nog wel eens een blog over. Dat hoop ik toch, want daar heb ik nu geen zin en tijd voor. En u?
Meer van Adil Fraihi