Kwintessens
Geschreven door Gert Buelens
  • 6872 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

12 november 2020 Welke persoonlijkheid projecteert de nieuwe Amerikaanse president?
Op het moment dat ik dit stukje schrijf, 10 november 2020, lijkt het duidelijk dat de pogingen van de zittende president om langs juridische weg aan te tonen dat er fraude werd gepleegd, gedoemd zijn te mislukken. Dat de stembusslag zo spannend bleek, wordt in de meeste media toegeschreven aan de polarisatie die Trump zou hebben bewerkstelligd met zijn beleid en zijn communicatie (vooral op Twitter). Toch lijkt het mij, als amerikanist, veeleer zo te zijn dat de niptheid van het resultaat in cruciale staten meer van doen heeft met hoe weinig fundamenteel het verschil is tussen de Democratische partij en de Republikeinse. De strijd die gevochten werd, ging meer over een verschil in (geprojecteerde) persoonlijkheid, dan over grote ideologische verschillen.
Een beetje geschiedenis kan mijn visie ondersteunen. De Republikeinse partij is in oorsprong de progressieve, stedelijke, ondernemende partij van Abraham Lincoln, de grote pleitbezorger van een stevige unie van de Verenigde Staten, bedreigd door de splijtzwam slavernij: in het zuiden van de VS (onder de zogenaamde Mason-Dixon linie) beschouwd als essentieel voor het economische succes van de plantages, die zo in de negentiende eeuw goedkoop katoen konden verkopen aan onder meer de Vlaamse spinnerijen en weverijen (ook onze welvaart is indirect te danken aan slavernij!); in het noorden economisch irrelevant, omwille van de nijverheid die steunde op een constante toestroom van arme immigranten, bereid om voor een hongerloon in fabrieken te werken. De Democratische partij is dan weer historisch verbonden met het instituut slavernij en bleef tot ver in de twintigste eeuw de partij van het agrarische zuiden, de partij ook die de rechten van de individuele staten beklemtoonde, terwijl de Republikeinen voorrang gaven aan het federale gezag vanuit Washington. Tot de jaren '80 waren de Democraten eigenlijk een coalitie van heel verschillende ideologische profielen, overheen die Mason-Dixon linie, met in het noorden progressieve, multiculturele kiezers die vochten voor betere burgerrechten, met name voor African Americans, en in het zuiden de cultureel conservatieve, vooral blanke, kiezers die zich eerder bedreigd dan geholpen voelden door die burgerrechtenstrijd.
Het is relatief recent dat dit ideologische plaatje omgeslagen lijkt te zijn. De 'red states', waarop de Republikeinen kunnen rekenen, zijn de agrarische, rurale staten in het midwesten en in het zuiden, die niet langer geloofden in een Democratische partij die veel te progressief, te multicultureel geworden was. De 'blue states', die nu steevast Democratisch stemmen, zijn de verstedelijkte en ondernemende staten aan de oceanen, in het westen en noordoosten.
De ideologische verschillen bestaan, maar de historische achtergrond helpt tonen hoe complex en subtiel de dynamiek kan zijn doorheen de Verenigde Staten en hoe beide partijen heel diverse ideologische posities in hun wezen meedragen. En in de staten waar de echte strijd geleverd wordt, de kantelstaten, die minder voorspelbaar zijn qua stemgedrag, omdat hun bevolkingsprofiel niet zo eenzijdig conservatief of progressief is, agrarisch of stedelijk, daar wordt de keuze in sterke mate bepaald door de persoonlijkheid van de kandidaat, of wat hij projecteert (ik beperk me tot de kandidaten voor president).
En ook hier kan historische achtergrond het beeld verrijken. Ik steun bij mijn schets op een uitstekende webinar* op 3 november jl. van mijn mentor, prof. em. Kristiaan Versluys, voor de Alumni UGent. (Klik op de link, vervolgens op 'bekijken op het web' en dan doorklikken op 'anoniem deelnemen', n.v.d.r.)
Hoewel Donald Trump jr. een vrouwonvriendelijke rokkenjager is van formaat die zelden of nooit blijk heeft gegeven van enig moreel besef ook op andere vlakken, slaagt hij erin, mede dank zij de steun van zijn vicepresident Mike Pence, een aura van religiositeit uit te stralen en zo te appelleren aan kiezers die zich in meerdere of mindere mate vinden in een belangrijke as van de Amerikaanse geschiedenis: het idee (de mythe ook) dat de puriteinen die zich in de vroege 17de eeuw vestigden in Massachusetts, het land vormgaven, vanuit een religieuze visie die geleidelijk aan evolueerde naar patriottisme als een burgerlijke religie. Ook Joe Biden laat echter niet na om zijn bijbelvastheid te onderstrepen, zoals in zijn overwinningsspeech die eindigt met een hymne waaraan hij zegt steeds veel steun te ontlenen.
Een andere historische as, Versluys noemt het de derde laag van de Amerikaanse ideologie, na een tweede laag die gevormd wordt door de emancipatie van een koloniale overheerser (Groot-Brittannië) in de 18de eeuw, is het vooruitgangsoptimisme van de 19de eeuw, dat massa's arme en vaak ideologisch vervolgde migranten doet toestromen op zoek naar politiek-religieuze vrijheid en een kans op economische welvaart. Joe Biden is de kandidaat die het best aansluit bij deze as, niet alleen in zijn keuze voor Kamala Harris als running mate, 'a black, South Asian daughter of immigrants' noemt hij haar in zijn speech, maar ook in zijn eigen politieke profiel, steeds populair bij Afrikaans-Amerikaanse kiezers: in de speech verheft hij zijn stem heel sterk als hij stelt dat het zijn bedoeling is het systemische racisme in de VS uit te roeien. Bidens overwinningsspeech staat bol van de verwijzingen naar een divers Amerika – raciaal, etnisch, gay, straight, transgender, 'people with disability' – en hij belooft dat zijn regering die diversiteit ten volle zal reflecteren. En hij onderstreept dat voor hem Amerika het land is van kansen, van mogelijkheden, die langzaam maar toch zeker alsmaar toenemen voor meer en meer mensen.
De vierde laag van de Amerikaanse ideologie die Versluys aangeeft, is de cowboymentaliteit die je kunt verbinden met de frontier, de opschuivende grens tussen wat Amerikanen als beschaving beschouwden (hun eigen manier van met het land omgaan: landbouw en veeteelt, wonen in (hof)steden) en de wildernis (de Native American manier van met het land omgaan: jacht, nomadenbestaan). Het steeds verder doen opschuiven van die grens, kun je verbinden met een ondernemende, dynamische, brutale geest die geen obstakels aanvaardt. Het is uiteraard die mentaliteit die Trump het best weet te projecteren: Trump de succesvolle ondernemer (in realiteit dankzij het fortuin van zijn vader ...), Trump de ongelikte beer, de stoere macho. Toch valt het op hoe ook Biden in zijn overwinningsspeech meermaals herhaalt dat een kernwaarde van Amerika de 'yes, we can' attitude is die zijn voorganger Barack Obama tot wereldberoemde leus maakte. Biden citeert de woorden en koppelt ze aan de stelling dat Amerikanen bewezen hebben dat er niets, maar dan ook werkelijk niets is dat ze niet kunnen bereiken ... zolang ze sámenwerken aan het goede doel. We zijn goede mensen, zegt hij, en samen kunnen we alles verwezenlijken wat we willen. En kunnen we opnieuw een baken zijn voor de wereld. Op die manier slaagt Biden erin, met het presidentschap in zicht, een persoonlijkheid te projecteren die historisch geworteld is in álle kernwaarden van de Amerikaanse samenleving, maar met een duidelijk accent op inclusiviteit en verbondenheid.

(Foto bovenaan © Gwenny Cooman)
Kwintessens
Gert Buelens doceert Engelse en Amerikaanse literatuur en cultuur aan de Universiteit Gent. Hij heeft een PhD in American Studies van de University of Sussex, was van 2011 tot 2014 secretaris-generaal van de European Association for American Studies en van 2011 tot 2018 directeur van het Master Program in American Studies aan de UGent.
_Gert Buelens -
Meer van Gert Buelens

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws