21 januari 2021
Over waarheid en wantrouwen
In een opiniestuk in De Morgen (16/01/21) stelt Mark Elchardus dat universiteiten mee verantwoordelijk zijn voor een klimaat waarin een figuur als Trump president kon worden en miljoenen mensen in allerhande complottheorieën geloven. Te lang – en soms nog steeds – boden universiteiten onderdak aan aanhangers van postmodern en aanverwant gedachtegoed, met als gevolg dat hele generaties studenten meekregen dat de waarheid niet zou bestaan. Waarbij ik met waarheid bedoel: dat wat met zeer grote waarschijnlijkheid juist is, niet zozeer waarheid als iets wat eeuwig en onveranderlijk vaststaat. Zogenaamde 'post-truth'-adepten wantrouwen automatisch dat waarover een grote mate van consensus bestaat. Het is verdacht en wordt gezien als een manier om wat écht gaande is te verdoezelen. Ik kan Elchardus volgen.
Je merkt het ook wanneer het over de aanpak van de corona-epidemie gaat. Een niet gering deel van de bevolking gelooft dat het de overheid niet te doen is om het indijken van de pandemie, maar om het afnemen van onze vrijheden. Vaccinologen en epidemiologen zouden marionetten van de regering zijn. Door hun expertise komen ze geloofwaardig over en hebben ze invloed op de bevolking. Maar ook hun geloofwaardigheid smelt bij een bepaald publiek als sneeuw voor de zon.
Het uit zich onder andere in het grote scepticisme over de vaccins tegen COVID-19.
Zelfs als je de echte complotdenkers buiten beschouwing laat, staan heel wat mensen huiverachtig tegenover de nieuw ontwikkelde vaccins. Nochtans zijn de data van de studies openbaar, doorstonden de rapporten de onafhankelijke peerreview en keurden verschillende geneesmiddelenagentschappen ze goed.
Veel mensen vinden het verdacht dat er zoveel eensgezindheid is over het nut, de werking en de veiligheid van de vaccins. Ze hebben het gevoel dat er een eenzijdig beeld wordt opgehangen en dat kritische stemmen geen kans krijgen. Ze willen graag ook eens 'een andere stem' in het debat horen. In principe is het toe te juichen dat mensen op zoek gaan naar een andere mening en deze kritisch tegen het licht houden. Toch vertrekken sommigen al vanuit een vooringenomenheid (bijvoorbeeld over vaccinatie) en zorgt confirmation bias ervoor dat ze alleen die informatie gaan opzoeken die hun overtuiging bevestigt.
Het uit zich onder andere in het grote scepticisme over de vaccins tegen COVID-19.
Zelfs als je de echte complotdenkers buiten beschouwing laat, staan heel wat mensen huiverachtig tegenover de nieuw ontwikkelde vaccins. Nochtans zijn de data van de studies openbaar, doorstonden de rapporten de onafhankelijke peerreview en keurden verschillende geneesmiddelenagentschappen ze goed.
Veel mensen vinden het verdacht dat er zoveel eensgezindheid is over het nut, de werking en de veiligheid van de vaccins. Ze hebben het gevoel dat er een eenzijdig beeld wordt opgehangen en dat kritische stemmen geen kans krijgen. Ze willen graag ook eens 'een andere stem' in het debat horen. In principe is het toe te juichen dat mensen op zoek gaan naar een andere mening en deze kritisch tegen het licht houden. Toch vertrekken sommigen al vanuit een vooringenomenheid (bijvoorbeeld over vaccinatie) en zorgt confirmation bias ervoor dat ze alleen die informatie gaan opzoeken die hun overtuiging bevestigt.
Opwerpen dat er wellicht een goeie reden is waarom je veel minder 'alternatieve meningen' hoort, maakt niet veel indruk. Men verwacht vaak dat de traditionele media evenveel tijd en ruimte voorzien voor zowel voor- als tegenstanders, maar zo werkt het niet. Men moet rekening houden met geloofwaardigheid en proportionaliteit. Niet elke visie van om het even wie verdient dezelfde aandacht. Wellicht daarom wenden veel van die sceptische mensen zich tot de nieuwe media. Als je daar naar 'een andere stem' luistert, zorgen de algoritmes van die sociale media ervoor dat je steeds meer 'alternatieve' ideeën hoort, die vaak steeds extremer of absurder worden. Niet verwonderlijk dat sommigen dan de indruk krijgen dat andersdenkenden het zwijgen wordt opgelegd. Het vertrouwen in klassieke instituties als politiek en wetenschap daalt bijgevolg nog meer.
Ik wil hier allerminst beweren dat men geen kritische vragen mag stellen, of dat er geen onderzoek mag gebeuren, integendeel. Blindelings geloven en gedwee volgen is nooit een goed idee, maar aannemen dat de waarheid niet bestaat, is dat evenmin. Dat zou immers impliceren dat je niet aanvaardt dat een goed gebruik van de wetenschappelijke methodes tot inzichten leidt die de tand des tijds zullen doorstaan. Zo bijvoorbeeld dat de aarde rond is, dat de Shoah plaatsvond, dat micro-organismen ziekten kunnen veroorzaken, dat evolutie een feit is, en dat tijd en ruimte relatief zijn.
Elchardus kent in zijn stuk een grote verantwoordelijkheid toe aan het onderwijs. Elke student moet doordrongen worden van het wetenschappelijk denken. Vooral het principe van falsifieerbaarheid is volgens hem nog te weinig gekend: als je een stelling of een hypothese naar voren brengt, moet je meteen ook een procedure aangeven waarmee men je opvatting onderuit kan halen, mocht ze vals zijn.
Door het principe van falsifieerbaarheid is wetenschap vaak het slachtoffer van haar eigen strenge eisen. Regelmatig moeten bevindingen worden aangepast als nieuw bewijs tot andere inzichten leidt. Uiteindelijk is het dit principe dat wetenschap betrouwbaar maakt, maar door sommige mensen als een zwakte wordt gezien. Het zorgt bij velen net voor minder vertrouwen in de wetenschap. Dat maakte de coronapandemie wel duidelijk. Aanvankelijk waren virologen niet extreem bezorgd. 'De kans dat je besmet zal worden met het virus is heel klein', hoorde je. Toen ontdekte men dat het virus zich niet alleen via druppels, maar ook via aerosolen verspreidde. Het was dus een stuk besmettelijker dan eerst gedacht, wat bij sommigen de indruk wekte dat hen eerst iets was 'voorgelogen'.
Het zou best kunnen dat eenzelfde proces zich zal herhalen met het vaccin. In De Morgen (16/01/21) lees ik dat men in Noorwegen onderzoek doet naar dertien sterfgevallen bij zeer broze 80-plussers, die enkele dagen na het toedienen van het vaccin zijn overleden. Er is een sterk vermoeden dat de milde bijwerkingen van het vaccin zouden geleid hebben tot hun dood. Daarom overweegt men om zeer fragiele hoogbejaarden toch niet te vaccineren. Hoewel dit nieuws net aantoont dat men heel nauw toeziet op de veiligheid van het vaccin, zal het ongetwijfeld koren op de molen zijn van vaccinsceptici: 'Zie je wel dat het niet te vertrouwen is!' Nochtans zou dit nieuws mensen eerder moeten overtuigen om zich wél te laten vaccineren. Als genoeg gezonde personen gevaccineerd zijn, ontstaat er immers groepsimmuniteit en is ook iedereen die geen vaccin kan krijgen (zoals hoogbejaarden, jonge kinderen, zwangere vrouwen …) beschermd.
Een betere kennis van het wetenschappelijke proces – in welke discipline dan ook – kan ertoe leiden dat het klimaat van ongegrond wantrouwen verdwijnt. Het wetenschappelijke denken krijgt in mijn lessen alvast een nog prominentere plaats. Waarbij ik de dwaalsporen en stommiteiten niet verzwijg.
Meer van Nele Strynckx