Kwintessens
Geschreven door Nick De Clippel
  • 5702 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

17 juni 2021 Jongens toch!
In De Morgen van 12 juni kon men een vrij lijvig artikel lezen over hoe jongens het doen op school. Dat kan ik samenvatten in één woord: slecht. De ettertjes dubbelen dubbel zo vaak als meisjes, ze verlaten veel vaker de school zonder diploma, studeren minder vaak verder en vertonen tig keer meer problematisch gedrag. Ze vinden ook moeilijker werk nadien. Het is zonneklaar: 'affirmative action' is aan de orde. Wie al wat langer af en toe een boek in huis haalt, heeft misschien een plotse 'déjà-luervaring' en zoekt 'The War Against Boys' in zijn of haar boekenrek. En inderdaad, de cijfers die schrijfster Christina Hoff Sommers daarin voorlegt, vallen zowat naadloos samen met die uit De Morgen, ook al staat het boek al stof (tot nadenken) te vergaren sinds het jaar 2000. Toch voor wat de kwaal betreft, want van affirmatieve of andere actie is al twintig jaar geen sprake. De Morgen had het over één montessorischool in Nederland die ernstig werk maakt van wat ik bij gebrek aan een betere term het 'jongensprobleem' noem. Non-binairen lijken ondanks een minder dan marginaal percentage van de bevolking meer aandacht te krijgen dan de helft van de populatie. Terzijde: wie geen tijd heeft om 'The War Against Boys' te lezen, kan terecht op de website van The Atlantic.
Men vindt er een artikel met dezelfde titel en uit hetzelfde jaar waarin mevrouw Hoff Sommers kort overloopt wat er in haar boek staat.
De tekst begint met twee faits divers. De Amerikaanse vrouwenploeg won in 2000 de wereldbeker voetbal, wat staat voor de opmars van de vrouw in het land van de vrijheid, en 2000 was het jaar van de Columbine High School Shooting, wat symbool staat voor de toestand van die mindere species, de man.
Laat mij Christina Hoff Sommers even verder situeren. Ze is ondertussen zeventig, werkte als professor, schreef twee bestsellers over politiek en ethiek (naast het vermelde werk ook Who Stole Feminism? uit 1994), pende artikels voor onder meer The Washington Post en The New York Times en leverde bijdragen voor een aantal vakbladen. Ze noemt zichzelf een gelijkheidsfeministe (equity feminist) en distantieert zich daarmee van slachtoffer- en genderfeminisme. Ze is anti-antiman en pleit voor een evidence-based benadering van sociale en filosofische vraagstukken. Ze houdt niet van junk science, maar werd regelmatig verweten zelf niet altijd even wetenschappelijk te werken als dat zou moeten. De kop van Jut in haar geschriften is vooral Carol Gilligan (zie hieronder). Niet geheel onverwacht werd en wordt Hoff Sommers soms weggezet als conservatief, wat niet wegneemt dat ze geregistreerd staat als democrate en liberal en bijvoorbeeld het homohuwelijk verdedigt. In haar bekendste boek neemt ze het dus op voor jongens en bij extensie – horresco referens – mannen.
Carol Gilligan is een stuk bekender dan Christina Hoff Sommers. Met In a Different Voice (1982) veranderde ze het gangbare morele denken ingrijpend door een vrouwelijke ethics of care tegenover de mannelijke ethics of justice te plaatsen. Zorgethiek gaat hand in hand met interpersoonlijke betrokkenheid, zorg en welwillendheid, terwijl de klassieke rechtvaardigheidsethiek in consequentialistisch of deontologisch theoretiseren zou blijven hangen. De mannelijke visie op ethiek is beter geïnstitutionaliseerd door de exclusie van de vrouwelijke, wat activisme nodig maakt. Gilligan behoort ondertussen tot een vast onderdeel van de leerstof ethiek.
Een nog recentere vernieuwing in het morele denken is de Moral Foundations Theory, ontwikkeld door (vooral) Jonathan Haidt, die deze theorie ook gebruikt in zijn zeer aanbevelenswaardige The Righteous Mind (2012).
Volgens Haidt heeft het morele denken vijf pijlers (later voegde hij er vrijheid als zesde aan toe): care, fairness, loyalty, authority en sanctity (zorg, rechtvaardigheid, trouw, autoriteit en heiligheid). Progressieve mensen zweren vooral bij de eerste twee, terwijl conservatieven meer van alle vijf hebben, maar care en fairness dan weer niet hoger inschatten dan de drie andere. Elke morele pijler heeft zijn tegendeel. Het tegendeel van care is harm, maar schade wordt niet langer gedefinieerd als diefstal, fysiek geweld of psychische terreur. Ook iemands gevoelens kwetsen of identiteit in vraag stellen hoort daar in toenemende mate bij. Zowel bij jongeren als bij progressieven zien we dat het belang van fairness en vooral care/harm sterk toeneemt.
Omdat zowel Haidt als Gilligan care een belangrijke plaats geven, leveren ze een middenterm voor ethische redeneringen die mogelijk vruchtbaar zijn. Elke vergelijking gaat mank, maar men zou een morele pijler als care ook nog eens kunnen vergelijken met een aristotelische deugd. Volgens de bekendste leerling van Plato moest je voor elke deugd het juiste midden weten te vinden, niet te veel en niet te weinig, want dat was nooit goed.
Bij Haidt gaat het in de eerste plaats om een analyse, maar Gilligan doet meer dan analyseren. Zoals gezegd pleit ze voor meer vrouwelijke waarden en dus ook voor een feminisering van de opvoeding, voor meer care en minder harm. 'Raise boys like we raise girls', was hoe Gloria Steinem daarmee instemde. Jongens moeten bevrijd worden van de patriarchale imperatieven die ook voor hen traumatiserend zijn. De scheiding van de moeder en het onbenut laten van de vrouwelijke kant is nefast voor de opvoeding van het mannelijke kind. Dat klinkt anno 2021 wat raar omwille van twee redenen. Veel onderzoek toont aan dat vooral de afwezigheid van de vader correleert met problematisch gedrag. Correlatie is nog geen causaliteit en de sprong van het ene naar het andere is in de sociale wetenschappen altijd heikel, maar de indicaties zijn talrijk en sterk. Ten tweede is zowel de zorgsector als het onderwijs bijna exclusief vrouwelijk geworden. De recepten van Gilligan en Steinem lijken voor jongens niet echt te werken. Het lijkt daarom niet onzinnig een aantal dingen opnieuw tegen het licht te houden. Bijvoorbeeld hoe recente, snelle evoluties in het morele denken gelinkt zijn aan de vervrouwelijking van de samenleving en de toegenomen aandacht voor terechte, maar soms opgeblazen gevoeligheden. En hoe overshooting, of zich te ver verwijderen van het aristotelische juiste midden voor sommige minderheden, bijvoorbeeld jongens, niet altijd goed uitpakt.
Wat Gilligan motiveerde, was een terechte verontwaardiging over de onderwaardering van de vrouw en het vrouwelijke. Daarmee koos ze een positie en – dat hoort er dan helaas bij – ook tegenstanders. Wat Haidt dwarszit en waartegen hij schrijft en lezingen houdt, is de polarisering van allerlei posities. De twee kanten van een spectrum drijven steeds verder uit elkaar en beschouwen de andere partij steeds meer als een vijand. Aristoteles zou er niet blij mee geweest zijn. Wat Haidt ook voor ons interessant maakt, is dat die polarisering zich niet beperkt tot republikeinen versus democraten en dat voor een aantal actuele issues de Atlantische Oceaan vervangen werd door een bijzonder korte snelweg, lees: gedeelde sociale media. De overgevoeligheid voor harm – in de nieuwe invulling – is aan beide kanten van de plas problematisch geworden en leidt tot hysterische reacties tegen dissidente meningen, vermeende culturele toe-eigeningen, microagressies en meer van die onvoldragen concepten. Het valt ook op dat alles wat woke te berde brengt in grote mate met het nieuwe harm te maken heeft en erg vrouwelijk kleurt. Doe even de test: wie zijn voor u, lezer, de luidste stemmen in de woke-wereld? Gilligan heeft zeer zeker een punt gemaakt en doet dat nog, maar ondergetekende vreest dat de kosten van een progressieve eenzijdigheid de baten overstijgen. Het artikel in De Morgen kan dat illustreren. Maar onze jongens doen het niet in alles slechter: net als elders in het Westen ondernemen Belgische meisjes meer pogingen om uit het leven te stappen dan jongens, maar tussen 2000 en 2017 slaagden jaarlijks per 100 000 inwoners iets meer dan twintig jongens tussen 10 en 24 jaar in het volbrengen van de fatale daad. Officiële cijfers. Dat is vijf keer meer dan meisjes. Boys' Lives Matter.
Kwintessens
Nick De Clippel is master in de filosofie (KULeuven). Hij is auteur van het boek 'Waarom Jezus van school werd gestuurd (en Mohammed ook)', dat onlangs verscheen in de publicatiereeks van Kwintessens. Hier kan u een recensie lezen.
_Nick De Clippel -
Meer van Nick De Clippel

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws