Kwintessens
Geschreven door Fons Mariën
  • 5128 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

8 september 2021 Wees vooral jezelf. Een vraagteken
De Warmste Week van Studio Brussel staat eind dit jaar in het teken van jezelf kunnen zijn. Dat is middels een aantal tv-spots bekendgemaakt. Op de website van De Warmste Week lezen we het volgende: 'Uit een onderzoek van de VRT-studiedienst bij jongeren tussen 16 en 24 jaar blijkt dat veel jongeren verontrust zijn over de toenemende intolerantie en polarisering in onze samenleving, maar wel bereid zijn om ervoor in actie te komen. Voor 7 op de 10 jongeren gaat de prioriteit naar "een wereld waar iedereen zich goed in zijn vel voelt" (76%) en "waar iedereen de vrijheid heeft te zijn wie men is of wil zijn" (72%). Dat wordt dan ook het centrale thema van De Warmste Week: kunnen zijn wie je bent.' Op het eerste gezicht lijkt dat meer dan oké. En toch mogen we hier vraagtekens bij plaatsen.
Zou je bijvoorbeeld zeggen 'wees jezelf' tegen iemand als Mark Dutroux? Waarschijnlijk niet. Dat is natuurlijk een extreem voorbeeld, en bovendien is hij geen jongere tussen 16 en 24 meer. Maar andere, minder extreme voorbeelden kunnen evengoed gelden: stel, je hebt een zoon die schoolloopt. Via de school verneem je dat hij andere jongens en meisjes pest. Je zoon vertoont pestgedrag. Ga je dan zeggen: wees vooral jezelf, of ga je proberen die zoon duidelijk te maken dat dat gedrag niet past en dat hij zijn gedrag moet veranderen?
Stel, je bent naturist, je houdt ervan in je blootje te lopen, op een camping of op een nudistenstrand. Naturist zijn maakt een belangrijk deel uit van je persoonlijkheid. Ga je dan in elke situatie en overal in je blootje rondlopen? Dit is hoe je zelf bent, maar ga je in de winkelstraat bloot lopen? Daar gelden andere regels, zowel geschreven als ongeschreven regels. Verwacht wordt dat je daar toch wel je kleren aanhebt.
Jezelf zijn kan dus ten koste gaan van anderen, zoals in het geval van pestgedrag. Maar het kan ook ten koste gaan van jezelf. Stel: je hebt af te rekenen met een verslavingsproblematiek. Dat kan een verslaving van drugs of drank zijn, of een game- of gokverslaving. Uiteindelijk gaat je gedrag ten koste van tijd, geld en energie die je normaal gezien in iets anders had kunnen steken. Misschien lijdt je werk of lijden je familieleden ook onder die verslaving. Zeg je dan: wees vooral jezelf, want die verslaving blijkt een deel uit maken van je persoonlijkheid? Hoe ga je proberen duidelijk te maken dat verslaafd gedrag een probleem is dat moet worden aangepakt? Met andere woorden, 'wees vooral jezelf' geldt zeker niet in absolute zin. Er kunnen vraagtekens bij geplaatst worden.
Wees vooral jezelf wordt vaak gezegd in een holebicontext. Met andere woorden of je jezelf mag uiten als homoseksueel of lesbisch. In onze maatschappij kan dat, homo's of lesbiennes kunnen huwen. Dat is een goeie zaak, want in de samenleving waar dat niet het geval is, moeten die mensen hun ware aard verbergen voor anderen. Vaak riskeren ze een straf of uitsluiting, soms met de dreiging van moord of doodslag. Dan is het moeilijk om 'uit de kast te komen' zoals dat heet. Met andere woorden: in onze samenleving is het oké dat die mensen zichzelf zijn en dat is een goeie zaak.
_Queer en non-binair
Meer en meer wordt het woord holebi vervangen door het letterwoord LGBT (lesbian, gay, bisexual, transgender), dat verder uitgebreid werd tot LGBTQI+. De I staat voor intersekse personen en de Q staat voor queer, een Engels woord voor vreemd. Laat ons even de aandacht richten op queer. Wat is queer? Wie is queer? Waar staat het voor? Een boek dat helpt om meer inzicht hierin te krijgen, is Cynical Theories (2020) van Helen Pluckrose en James Lindsay. Zij wijden een volledig hoofdstuk aan wat ze de 'Queer Theory' noemen. Meer in het algemeen handelt dit boek over het postmodernisme van denkers als Michel Foucault en Jacques Derrida, en vooral over de invloed van dit postmodernisme op het 'progressieve' Angelsaksische denken daarna. Zij spreken in dat verband van 'applied postmodernism' en de vorming van 'theories'. Eén zo'n theorie is de 'queer theory'. Het zou me te ver leiden om in het bestek van dit artikel het boek van Pluckrose en Lindsay, waarvan ik de lectuur ten zeerste aanraad, helemaal te behandelen. In deze context beperk ik me tot die 'queer theory'.
Queer en de 'queer theory' zijn notoir moeilijk om te definiëren of te omschrijven, zo stellen deze auteurs vast. Dat volgt uit de aard van queer, dat zich verzet tegen het categoriseren, op welk vlak dan ook. Queer wil buiten de lijntjes kleuren. In de gendercontext verzet queer zich tegen duidelijke, biologische categorieën als man/vrouw of mannelijk/vrouwelijk. Dat deze binaire categorieën berusten op een biologische realiteit wil queer niet weten. De subjectiviteit wordt ten top gedreven, de objectieve biologische indeling wordt zoveel als mogelijk verdoezeld. (Ik schreef daar eerder al een artikel over).
Biologie, het hanteren van categorieën, behoort tot het wetenschappelijke denken en zoals de auteurs aanduiden, verzet het postmodernisme (en wat daaruit is voortgevloeid) zich tegen wetenschap. Wetenschappelijke kennis wordt gezien als een discours, dat naast andere betogen staat. Het universele van objectieve, wetenschappelijke kennis wordt in dit postmoderne denken niet aanvaard. Dat geldt ook voor de 'queer theory' als het over biologie gaat. Categorieën van geslacht, gender en seksualiteit (heteroseksueel/homoseksueel) worden als onderdrukkend en zelfs als gewelddadig beschouwd.
Deze houding van de 'queer theory' heeft het genderdenken beïnvloed. Ook daarin zien we dat de binaire opdeling in man/vrouw gewantrouwd wordt, dat de nadruk wordt gelegd op hoe 'fluïde' de realiteit van gender zou zijn. De binaire categorieën (mannen en vrouwen) worden in die context vaak als hokjes bestempeld. Men wil niet 'gevangen' worden in een van die zogenaamde hokjes. Ook al is dat voor de overgrote meerderheid van de mensen de realiteit, een realiteit die niet als problematisch ervaren wordt. Via het letterwoord LGBTQI+ proberen allerlei minderheden zich tegen elkaar aan te schurken om zo een grotere groep te vormen. De realiteit hiervan in kwantitatieve zin kan je nalezen in het voortreffelijke artikel van Nick De Clippel op deze blog.
In onze lage landen wordt het begrip 'queer' niet veel gebruikt. Na 'genderneutraal' duikt nu ook 'non-binair' op. De jonge Nederlandse schrijfster Marieke Lucas Rijneveld noemt zichzelf non-binair. In de marge van een interview dat vooral over de klimaatkwestie gaat (De Morgen, 2 april 2021), zegt Anuna De Wever: 'Ik ben non-binair, ik heb een vriendin', met name als reactie op het tv-programma 'Kat zonder grenzen', waarin wat lacherig gedaan werd over non-binaire voornaamwoorden en transgenders. Hoezo, ze is non-binair? Het is niet omdat ze een lesbische relatie heeft dat ze geen vrouw is in biologisch opzicht. Non-binair lijkt in sommige kringen het nieuwe modewoord te worden. Even verder in het gesprek heeft ze het over die eerder vermelde 'hokjes'. In plaats van te spreken over hokjes kun je die de binaire indeling als een houvast zien. Je moet toch weten dat jongeren, pubers, op zoek zijn naar hun identiteit en dat dat vaak een moeilijke periode is. Een houvast bieden heeft vele voordelen. Vele angsten, onzekerheden en twijfels zijn nefast voor de ontwikkeling. Op zoek gaan naar jezelf lukt volgens mij niet makkelijker als je mannelijk/vrouwelijk als hokjes beschouwt waarin je 'gevangen' kunt zitten. Voor een zeer kleine minderheid kan dat het geval zijn (en die mensen moeten in hun zoektocht naar zichzelf begeleid worden), maar voor de overgrote meerderheid is dit binaire meer een houvast dan een hokje.
Kwintessens
Fons Mariën is auteur van 'Ik ben geen witte man. Over racisme en woke-activisme', uitgave in de reeks Kwintessens-cahiers.
_Fons Mariën Auteur
Meer van Fons Mariën

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws