Het Vrije Woord
Geschreven door Eddy Bonte
  • 1235 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

19 april 2022 De grote verwarring: van strijden naar lijden (deel 3)
Dit driedelige essay legt uit hoe de sociale strijd voor bevrijding door ontvoogding uit de jaren 1960-1970 [de uitgebuite arbeider] beetje per beetje opschoof naar een mix van sociale en identitaire strijd [de vrouw], om uiteindelijk te verwateren tot de verdediging van identiteit zonder meer [de transgender]. Deze verschuiving heeft zich voorgedaan in drie bewegingen. Het voorlopige eindresultaat draagt als kenmerken: wederzijdse uitsluiting, censuur, beschuldigingen, manipulatie van de taal, omgekeerde discriminatie in naam van de gelijkheid, gettovorming, monochromie, cancel culture … Strijden werd ingeruild voor lijden en uitbuiting voor discriminatie.
_Samenvatting van de eerste en tweede beweging
  • Een verwarring
    Geconfronteerd met mensonwaardige omstandigheden, verwarren we de sociale en de morele kant van, bijvoorbeeld, vluchtelingen of migranten. We vragen ons niet af of de gevluchte moslima een beklagenswaardige oorlogsweduwe dan wel een fanatiek verdedigster van de sharia is. Vluchteling is vluchteling.

  • Een vergissing
    Daar wordt nog een vergissing aan toegevoegd: iemands negatieve sociale statuut wordt automatisch gekoppeld aan een positief moreel statuut: de gevluchte moslima is simpelweg welkom.

  • Van haveloos naar hulpeloos
    Eenmaal het sociale aspect op de achtergrond verdwijnt en vragen over de morele kant worden uitgesloten, wordt de haveloze een hulpeloze, een slachtoffer.
    Mechanisme 1 schiet in werking. Het aantal types slachtoffer breidt uit, terwijl de sociale factor tegelijk verder afkalft. Uitbuiting wordt vervangen door discriminatie. Voorbeelden zijn de gastarbeider, de vrouw, de zwarte en de homoseksueel. Gemeenschappelijke strijd verdwijnt. In de plaats ontstaat een groepsidentiteit die is gebaseerd op criteria die precies niet bedoeld waren om een onderscheid te maken, bijvoorbeeld huidkleur, afkomst en geloof.
Deel 3: De derde beweging
_Mechanisme 2
Wanneer het slachtofferschap volstaat om te worden aanvaard, verdedigd en beschermd, schieten twee mechanismen in werking.
Het eerste mechanisme betreft de toename van het aantal types slachtoffer, zoals de gastarbeider, de vrouw, de zwarte en de homoseksueel (zoals besproken onder Mechanisme 1: meer types slachtoffer).
Het tweede mechanisme versterkt het identitaire tot in de details. Hoe onooglijker het detail, hoe sterker de identiteit. Dit mechanisme vormt het onderwerp van deze derde beweging.
  • Omkering
    De gelijkheid tussen mensen zonder onderscheid van ras, geslacht, afkomst, huidskleur, overtuiging etc. is omgeslagen in zijn tegendeel: nu bouwt men zijn identiteit met kenmerken die onderscheidend werken: de zwarte, de zwarte vrouw, zelfs de lesbische zwarte vrouw, de indigène de France, de islamitische indigène de France, als blanke binaire man etc.
    De kenmerken die dienden om discriminatie tegen te gaan, worden ingezet om discriminatie te bewerkstelligen.

    Zo was het en zo hoort het: alle bewegingen die voor gelijkheid en non-discriminatie opkwamen, gingen logischerwijs in tegen individuele of groepsidentiteit gebaseerd op kenmerken die discriminatie kunnen oproepen en daardoor gelijkheid, bevrijding en ontvoogding in de weg staan, bijvoorbeeld huidskleur, geslacht, taal of afkomst. Tegenstanders werden geheel terecht racist, misogyn etc. genoemd.  

    Zo is het nu en zo hoort het niet: wie zich een beperkte identiteit aanmeet op basis van kenmerken die in wezen discriminerend werken, zoals huidskleur en afkomst, is niet langer een racist, maar een antiracist! Daar hoort dus wel één voorwaarde bij: de nieuwe 'antiracist' moet tot de categorie 'slachtoffer' behoren, al dan niet vermeend. Beperkte identiteiten die niet gekoppeld zijn aan een slachtofferrol echter, blijven in die visie wel degelijk verwerpelijk: Catalaanse cultuur wordt als nationalistisch en rechts bestempeld, terwijl Turkse en Marokkaanse cultuur moet worden aangemoedigd, beschermd en gesubsidieerd.

    Met de versmalling van de identiteit, gaat ook een versmalling van de woordenschat gepaard: we horen 'respect' te betonen, een onbruikbare term die meestal niets meer betekent dan 'aanvaard wie ik ben, wie ik ook moge zijn'. We benaderen hiermee de moraal van de maffiosi en het crapuul, een moraal die enkel geldt binnen de clan en erbuiten carte blanche garandeert.
  • Deze omkering is een uitdieping van het oorspronkelijke amalgaam tussen sociaal en moraal.
    Afstammelingen van een gekoloniseerde bevolking die in Frankrijk wonen, groeperen zich als 'Indigènes de France' (Inboorlingen van Frankrijk). We twijfelen er niet aan dat hun ouders en voorouders te lijden hadden onder de Franse kolonisering. Hoewel onderdrukking, uitbuiting en armoede een hele sterke sociale invalshoek vormen, profileren de Indigènes zich op moreel vlak: ze zijn slachtoffer van de kolonisering, generaties later nog, ongeacht hun huidige positie in de Franse samenleving.
    Vanuit die uitvergrote identiteit, pleiten ze tegen gemengde huwelijken en wordt het feminisme weggezet als een praktijk van het blanke Westen dat zijn waarden universeel acht. In casu kan enkel de variant 'afrofeminsme' op aanvaarding rekenen, een term die aanduidt dat mens-zijn eerst afhangt van vrouw-zijn en uiteindelijk van afro-vrouw zijn. De Belgische Yvoire de Rosen is zo'n afrofeministe die opkomt voor de zelfbepaling en de zelfdefiniëring van de Afrikaanse vrouw, zowel in Afrika als hier. Dat klinkt strijdbaar, maar de Rosen houdt zich vooral bezig met stijl, mode, typisch Afrikaanse kledingstoffen en afrohaar. Het lijdt geen twijfel dat veel Afrikaanse vrouwen, ook wanneer ze al lang in Europa wonen, er blank willen uitzien door, bijvoorbeeld, hun kroeshaar te verbergen of het te 'verwestersen'. Zonder twijfel speelt hier hersenspoeling mee: Westers haar is de norm, zoals pak en das bij de mannen. Een Afrikaans uiterlijk behouden of opnieuw invoeren, is een streven als een ander: het heeft echter niets meer van doen met uitbuiting of discriminatie, maar alles met de wedersamenstelling van een oorspronkelijke identiteit, al dan niet vermeend. Meestal geven de rijken overigens het slechte voorbeeld. Dat de Rosen de raciale uitzonderlijkheid van kroeshaar als argument bovenhaalt, plaatst haar ideologisch op hetzelfde niveau als rechtse volksmenners zoals Le Pen of Zemmour die ook graag met 'raciale' bewijzen zwaaien.
    Van verzet tegen heersende normen op het vlak van economie of onderwijs, die altijd klassengebonden normen zijn, daarvan spreekt de Rosen niet.
  • Ommuurd
    Hoe preciezer en hoe beperkter de identiteit, hoe harder ze moet worden verdedigd.  
    De simpelste strategie bestaat uit twee tactieken:
    a) een muur optrekken rond de identiteit en zich manifesteren als ommuurde groepsidentiteit;
    b) zich in naam van de gelijkheid onaantastbaar verklaren.

    Inderdaad, wie zich een scherpe en dus beperkte identiteit aanmeet, kan alle anderen enkel als tegenpolen of vijanden beschouwen. Marieke Lucas Rijneveld mocht de poëzie van Amanda Gorman niet vertalen om drie redenen: Rijneveld is blank en niet zwart, ze stamt niet uit een achtergesteld milieu en laat haar gender in het midden terwijl Gorman als zwarte-vrouw-tout-court door het leven gaat.  

    Wat niet met de eigen identiteit overeenstemt, wordt derhalve verworpen, afgezonderd en desnoods verboden. De zogenaamde 'cancel culture' illustreert dit fenomeen het treffendst: boeken, toneel, film, toespraken en zo verder, worden op de index geplaatst wanneer ze inhoud bevatten die deze of gene groep niet aanstaat. Het volstaat dat zo'n groep zichzelf uitroept tot slachtoffer van discriminatie, belediging, onbegrip, grensoverschrijdend gedrag en zo verder.
    Het volstaat zelfs zich voor te stellen als potentieel slachtoffer: aan heel wat Amerikaanse universiteiten bestaan nu 'safe spaces', waar een bepaalde groep zich veilig kan terugtrekken, onttrokken aan de woorden, de daden, de blik, ja zelfs de eenvoudige aanwezigheid van de Andere.  

    Je zou zelfs kunnen spreken van immanent slachtofferschap. Het is een zinloze oefening, want in een heterogene gemeenschap zoals de onze kan elke groep zich aan elke andere groep storen. Men bewijst dan overduidelijk geen samenleving op het oog te hebben, enkel de eigen groep die in een permanente sociaaldarwinistische strijd is gewikkeld met alle andere groepen, ook als dat – zelfverklaarde – gediscrimineerde groepen zijn!
  • Onaantastbaar
    Eenmaal elke mogelijke extra-murosbesmetting is geweerd, rest nog de taak om de identiteit onaantastbaar te verklaren. Zo mogen 'witten' geen gebruik maken van of zich zelfs maar laten inspireren door kenmerken van niet-witte culturen, zoals kledij of muziek. In het andere geval, doet men aan 'culturele toe-eigening', een soort corruptie van een oorspronkelijke zuiverheid.

    Een wetenschap als antropologie komt dan op de index te staan.

    Zo ook de kunst: de veronderstelling dat iemand als Rijneveld zich niet zou kunnen inleven in de poëzie van Gorman, is tegensprekelijk met de essentie van poëzie zelve: iemand anders bereiken en raken met een hoogst persoonlijk verhaal, een individuele gewaarwording, een persoonsgebonden interpretatie – die wel degelijk transponeerbaar blijkt te zijn. Hetzelfde geldt uiteraard voor een roman, een film, een schilderij, een opvoering …   
    Als we de nieuwe identitairen volgen, mogen we flamenco en blues afvoeren als Entartete Kunst.

    In dezelfde beweging, wordt ook de taal aangepakt: eerst worden losse 'foute' woorden verboden (Eng. 'nigger', Ndl. 'slaaf') en vervangen door politiek correcte ('wit', 'mensen van kleur', 'tot slaaf gemaakte'), waarna de grammatica het moet ontgelden. Wanneer taal elke identiteit moet uitdrukken en tegelijk alle identiteiten moet ontzien, wordt zij onbruikbaar. Dan verdwijnen dialoog en overleg bij gebrek aan een gemeenschappelijke voertaal.
_Stalinisme
Het tegensprekelijke debat behoort aldus tot het verleden en daarmee elke hoop dat dialoog, overleg, ontmoeting en uitwisseling bevorderend zouden kunnen werken. Wat overschiet, is een verbod op vrijheid in naam van een bepaald soort gelijkheid. Dat verbod komt het duidelijkst tot uiting in de media en alle openbare plaatsen, waar tot voor kort de vrijheid van meningsuiting als richtsnoer gold.
De linkse stroming die gelijkheid wilde realiseren door de vrijheid in te perken, werd ooit in de ban geslagen als stalinisme. Toegepast door slachtoffers echter, heet deze tactiek … antiracisme.
We zijn nu dus op een niveau beland waar de sociale analyse geen enkele rol meer speelt en het morele aspect iemands gehele identiteit bepaalt. Totaal eendimensionaal, ook al wordt volgehouden dat we allemaal veel identiteiten hebben. Een 'zwarte lesbische moslima' of een 'witte non-binaire man' zijn en blijven eendimensionale figuren.
_Intersectioneel
'Eendimensionaal' klinkt misschien vreemd, omdat in deze context voortdurend sprake is van 'intersectionaliteit', d.w.z. dat één persoon op verscheidene, verbonden vlakken slachtoffer kan zijn. Logisch als je identiteit is opgetrokken uit partiële slachtofferkenmerken: de zwarte, transgender ex-moslima, heeft drie boetekleden aangetrokken.
Intersectioneel is een moeilijk woord voor 'meervoudig' en brengt niets nieuws aan. In de jaren 1960 en 1970 werd de gastarbeider gezien als het voorbeeld van een dubbele onderdrukking: als arbeider en als vreemdeling. Idem dito voor de Afro-Amerikaanse vrouw, de homoseksuele moslim en noem maar op.
Paradoxaal genoeg gaat dan minder aandacht uit naar het sociale wezen en des te meer naar het individu en zijn identiteit. Dit betekent niet dat de discriminatie verwaarloosbaar zou zijn, enkel dat de invalshoek verder opschuift in de richting van een versmalde identiteit.
In tegenstelling tot de 'dubbele' of 'driedubbele' discriminatie van toen, staat bij intersectionaliteit geen rem op de kleinst mogelijke deler van het begrip identiteit, dat alleen maar uit gebreken en tekorten blijkt te bestaan. Zo wil Sabrine Ingabire dat we ook kijken naar de onderdrukking van de 'zwarte, transseksuele moslima'.
Maar alles kan beter: 'Iemand kan vrouw zijn en zwart. En lesbisch. En alleenstaande moeder. En ook nog slechtziend'.
Elk lichamelijk gebrek en elk geestelijk onbehagen promoveren tot de ondeelbare en onaantastbare 'identiteit', veel dieper kan men niet zakken. Criteria als 'slechtziend' en 'alleenstaande vrouw' zijn compleet, maar dan ook compleet ontdaan van elke mogelijke vorm van discriminatie, racisme of  onderdrukking …
Elke samenhang valt weg, ook tussen al die groepen die zich, en niet altijd onterecht, beklagen over deze of gene discriminatie. Een gemeenschappelijke strijd blijft uit en is voor velen niet wenselijk. Eigenlijk wordt zo'n strijd zelfs onmogelijk, want door die versplintering is iedereen ieders vijand en loopt iedereen in ieders weg. Het gevolg is wederzijdse uitsluiting in alle richtingen, ook in het intersectionele kamp! En dat betekent simpelweg opnieuw discriminatie, maar nu in naam van 'gelijkheid'.
Zo stuikt ook elke samenleving in elkaar, want ons heterogeen systeem veronderstelt niet enkel dat diverse groepen onder één dak wonen, maar ook dat ze met elkaar in verbinding staan en communiceren. Een parlement of het bestuur van een stichting dient niet te bestaan uit de partijen die de kleinst mogelijke deler vertegenwoordigen. En mocht een parlement of een bestuur al uit die kleinst mogelijke delers bestaan, dan is het de bedoeling dat ze streven naar het algemeen, gemeenschappelijk belang, dat tegelijk ieders belang is. Een algemeen, gemeenschappelijk belang is de sokkel van elke maatschappij.
In plaats daarvan wordt net het omgekeerde geïnstalleerd: het verbod om met elkaar of over elkaar te spreken, aangezien parler vrai, elk waarachtig spreken, commentaar impliceert. Op die manier verdwijnt de geschiedschrijving, maar ook de journalistiek: zo schrapte de New York Times alle politieke cartoons. Dat is voorzeker de veiligste manier om niemand voor het hoofd te stoten, maar ook om de essentie van journalistiek te begraven.
Nochtans: in oorsprong vraagt intersectionaliteit evengoed aandacht voor sociale omstandigheden en niet enkel voor uiterst gedetailleerde subidentiteiten. Een sociale, niet-identitaire invalshoek is effectief mogelijk.
In Woman Is The Nigger Of the World portretteert John Lennon de vrouw als 'slave to the slaves'. Lennon spreekt niet van dubbele discriminatie type 'zwarte vrouw', maar van een meervoudige, getrapte sociale rangorde: de vrouw staat op de sociale ladder niet enkel een trede lager dan de uitgebuite man, zij wordt zelfs door die uitgebuite man als minderwaardig bekeken, gediscrimineerd en misbruikt. John Lennon wijst overduidelijk op het punt dat we in het begin maakten: iemands negatieve sociale status ('the slave') valt niet noodzakelijk samen met een acceptabele moraal. Het tegendeel kan ook waar zijn: de slaaf houdt er op zijn beurt een slaaf op na, 'the slave of the slaves'. Hier is het een vrouw. Het kan ook een allochtoon zijn die een andere allochtoon onderbetaalt of discrimineert, omdat hij hem lager acht. De onderlinge discriminatie tussen de allochtonengroepen Turken, Marokkanen, zwarte Afrikanen en zigeuners is bekend, in het bijzonder de afkeer van Turkse en Marokkaanse gemeenschappen tegenover de zwarten en de zigeuners.
De woke-praktijk moffelt echter elke sociale context weg, ook binnen het intersectionele. Het is best mogelijk dat de steenrijke zwarte moslima een keer af te rekenen krijgt met een belediging (de definitie is breed genoeg), maar haar onderdrukkingsfactor is vele keren kleiner dan die van haar werkloze, zwaarlijvige en half analfabete 'sister'.
Voor de slachtofferliga is sociale intersectionaliteit natuurlijk niet interessant.   

Deel 4: De schuld van links
Zodra het politiek correct denken en woke de publieke opinie binnensijpelden, volgde het oordeel snel: het is allemaal de schuld van Links, meer bepaald van de 68'ers.
Zoals we zelf aangaven in deel 1, werd de Arbeider door Links in die mate in bescherming genomen, verdedigd en zelfs vereerd, dat kritiek neerkwam op dissidentie of verraad. Hetzelfde fenomeen herhaalde zich met de Gastarbeider. Het lijdt geen enkele twijfel dat Links de Arbeider en de Gastarbeider in hun totaliteit beschermden. Het amalgaam is de lezer ondertussen bekend: de uitgebuite mens is een goed mens.
Men zou hierin inderdaad een 'links' politiek correct denken avant la lettre kunnen zien, maar evengoed een doctrine of een dogma – twee begrippen die men niet zomaar aan links kan toewijzen.
Hoe dan ook: deze zienswijze was zeker niet aanwezig bij de visie van links op de Vrouw, De Zwarte en de Homoseksueel.
Zodra de haveloze een hulpeloze wordt, valt de sturende rol van Links overigens weg. Gedaan met bevrijding door emancipatie. Gedaan met strijden. Lijden volstaat om te worden beschermd, goedgepraat en gered. Dat men zich nog altijd Links noemt, is voer voor de betekenisleer.
Deze problematiek valt echter buiten de contouren van dit essay.

Deel 5: De lijdende verlosser
Van uitgebuite naar slachtoffer, van onderdrukking naar discriminatie, van lid van een klasse naar het individu: dat verschuivend perspectief verwondert niet helemaal in een cultuur waar de Lijdende samenvalt met de Verlosser. De man van simpele komaf die zich onder de paria's mengt, verstoten door de officiële profeten, verraden door Judas en verlaten door het resterende elftal, in de steek gelaten door de massa, geofferd door de hoogwaardigheidsbekleders, gemarteld door de bezetter: hij, de Christus, zal Verlossing brengen – maar eerst moet Hij lijden. In de christelijke ethiek wordt Verlossing gebracht door een Slachtoffer, de Gekruisigde. Wat is daar nu 'links' aan?
Na tweeduizend jaar, lijkt het bijzonder moeilijk om de verering van het eeuwige slachtoffer aan redelijke kritiek te onderwerpen. Twintig eeuwen lang hebben we er inspiratie uit geput en voor Hem de Hoofdletter gereserveerd.  
Enkel Friedrich Nietzsche viel Hem frontaal aan. Zijn Übermensch werd meteen als nazistisch afgeserveerd, extreemrechts afval.
Veel is er niet veranderd. Wie zich verzet tegen de ophemeling van de Lijdende, die tegelijk de gedaantes van Slachtoffer en Verlosser aanneemt, wordt ter rechterzijde weggezet als racist, kolonialist, geweldpleger, seksist, onderdrukker en uitbuiter. Beladen met alle zonden van de Witten.
Immers, ook deze Drievuldigheid is onaantastbaar, want heilig.
Van de strijd voor bevrijding die verloopt via ontvoogding – van een persoon, een groep, een volk, een natie, kortom van de Mens – schiet zo goed als niets over. Strijden is vervangen door Lijden.
Een nieuwe strijd begint.

Lees hier het eerste en hier het tweede deel van dit essay.

(Deze tekst werd eerder gepubliceerd in De Groene Belg.)
Het Vrije Woord
Eddy Bonte is publicist en radiomaker, gewezen freelancer voor De Morgen en Knack. (Foto © Lut Conings)
_Eddy Bonte -
Meer van Eddy Bonte

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws