Kwintessens
Geschreven door Jurgen Slembrouck
  • 4563 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

25 mei 2022 Het regenboogactivisme is contraproductief en in strijd met de gewetensvrijheid
Afgelopen weekend vond de Belgian Pride plaats en werden de Brusselse straten ondergedompeld in de regenboogkleuren. Met die kleuren wordt niet enkel gestreden voor de gelijkberechtiging van holebi’s maar wordt ook gelijk respect geëist voor elke genderidentiteit of seksuele voorkeur. Steeds meer roepen deze kleuren weerstand op. Dat bleek nog maar net toen uitgerekend op de internationale dag tegen homo- en transfobie, leerlingen van het Xaveriuscollege in Borgerhout een regenboogvlag neerhaalden en bespuwden.
In Aalst weigerde het stadsbestuur eind vorig jaar om op voorstel van de oppositie een regenboogzebrapad aan te leggen. Recent hadden in Deurne jongeren het gemunt tegen huizen waar regenboogvlaggen hingen. Die werden bekogeld met eieren en er werd zelfs geprobeerd een vlag in brand te steken. Dat doet dan weer denken aan de gebeurtenissen in Sint-Agatha-Berchem waar vorig jaar een regenboogvlag, die door de gemeente was opgehangen, effectief in de vlammen opging. Ook in een heel andere context zorgden de regenboogkleuren recent nog voor commotie. Idrissa Gueye, profvoetballer bij PSG, weigerde afgelopen weekend aan te treden omdat de rugnummers op de shirts van de voetballers regenboogkleuren hadden gekregen.
_Activisme
Dergelijke gebeurtenissen lokken telkens heel wat verontwaardiging uit maar zelden wordt er kritisch stilgestaan bij wat er in wezen speelt. Wie dat wel doet, begrijpt dat dit verzet voortspruit uit het dwangmatige karakter van het regenboogactivisme en de controversiële lading van de regenboogkleuren. Het spreekt voor zich dat dit geenszins een rechtvaardiging inhoudt voor het beschreven wangedrag. Maar diegenen die holebirechten willen handhaven kunnen er wel rekening mee houden en op een meer bedachtzame manier het draagvlak voor de diversiteit trachten te versterken. Dat geldt in het bijzonder voor officiële instanties zoals gemeenten en scholen. Zij moeten zich laten leiden door het neutraliteitsprincipe en inzetten op gelijke rechten en kansen in plaats van op gelijk respect voor individuele levenskeuzen. Nu instrumentaliseren ze de overheidsmacht voor een controversiële holebi- en transgenderagenda en zetten ze de morele bakens uit waarbinnen de gewetensvrijheid mag spelen. Zo ondermijnen ze de sociale cohesie die in een diverse samenleving nooit evident is.
Laten we naar de feiten kijken. In 1985 werden homoseksuele contacten wettelijk gelijkgeschakeld met heteroseksuele en werden ze mogelijk vanaf 16 jaar. In 1998 werd de wettelijke samenwoning voor holebi’s opengesteld en in 2003 het huwelijk. Vanaf 2006 kunnen holebi’s kinderen adopteren. Vandaag genieten holebi’s (terecht) dezelfde burgerrechten als hetero’s. Daarnaast is er binnen de medische wereld bereidheid om via geslachtsoperaties en hormoontherapie de persoonlijk beleefde genderidentiteit vorm te geven. Een transgender moet zelfs geen medische behandelingen meer ondergaan om het geslacht en de voornaam te laten aanpassen op officiële documenten. Het volstaat om zich een man of vrouw te voelen om juridisch als dusdanig erkend te worden.
_Onvoorwaardelijk respect
Blijkbaar is deze juridische erkenning voor sommigen nog steeds onvoldoende. Men eist ook dat de manier waarop deze rechten worden ingevuld, hoe buitenissig ook, door iedereen gerespecteerd en als gelijkwaardig beschouwd wordt. Dat is de controversiële inzet van de holebi- en transgenderagenda. Het gaat vandaag niet langer om gelijke rechten maar om onvoorwaardelijk respect. Die eis botst echter met het wezen van de diversiteit zelf. Die is erin gelegen dat burgers de vrijheid hebben om individuele levenskeuzen verschillend te waarderen en dus ook af te keuren. Dat burgers via de overheid nu haast gedwongen worden om onder de regenboogvlag te varen en respect te betuigen, lokt vanzelfsprekend weerstand uit. Het problematische gebruik van de regenboogkleuren draagt niet bij tot pacificatie maar zet aan tot agitatie. Het zet gemeenschappen tegen elkaar op en stimuleert niet tot gedeeld burgerschap op basis van gelijke rechten.
Deze bedenkingen zijn niet nieuw. Reeds in 2003 verwees Brian Barry in zijn standaardwerk Culture and Equality naar deze contraproductieve strategie. In de Verenigde Staten worden de gevolgen ervan nu duidelijk. In conservatieve staten worden zogenaamde 'don’t say gay’-wetten’ afgekondigd. Ook in Europese landen zoals Polen en Hongarije worden de rechten van holebi’s en transgenders uitgehold. Dit scenario zal zich ook in eigen land voltrekken als we niet bedachtzamer omgaan met de verworvenheden uit het verleden.
Met deze kritiek misken ik overigens niet dat holebi’s en transgenders in onze multiculturele samenleving nog steeds geconfronteerd worden met discriminatie en met geweld. Daar ligt dan ook de reële verantwoordelijkheid van de overheid. Zij moet haar macht gebruiken om hen te beschermen en het gebruik van hun rechten te verzekeren. Maar blijkbaar is het veel makkelijker om aan symboolpolitiek te doen. Helaas, op termijn zullen uitgerekend holebi’s en transgenders daar het slachtoffer van worden.
(Tekst oorspronkelijk gepubliceerd in de Morgen, 23 mei 2022. Overgenomen met toestemming van de auteur.)

(Schrijft deze bijdrage in eigen naam)

Tip: n.a.v. het incident in het college van Borgerhout, verwijzen we graag naar de webinar van het Hannah Arendt Instituut, ‘Omgaan met polarisatie en controverse in de klas
Kwintessens
Vrijzinnige Dienst Universiteit Antwerpen (schrijft deze bijdrage in eigen naam).
_Jurgen Slembrouck -
Meer van Jurgen Slembrouck

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws