Tjen Mampaey
Ignace Claessens
Non-fictie
  • 59 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

23 april 2024 Zijn naam was Clemens Dielis. De Zwarte Hand, de jonge leider en het verzet tegen de Nazi’s
Tjen Mampaey was onderwijzer in Puurs. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog hadden enkele jonge mannen uit de Rupelstreek een verzetsgroep opgericht “De Zwarte Hand” op initiatief en later onder de leiding van Clement Dielis. Reeds in 1941werd de groep volledig opgerold. Slechts enkelen overleefden de concentratiekampen.
Jarenlang legde één van de overlevenden getuigenis af in de school van de schrijver. Mampaey schreef in 1993 te boek De Zwarte Hand over de geschiedenis van deze verzetsgroep, dit om het verhaal niet verloren te laten gaan.
Daarmee was het verhaal voor de auteur niet af. In 2022 verscheen het boek Zijn naam was Clement Dielis, waarin de focus gelegd wordt op de jonge leider van de groep.
Het werk valt uiteen in twee delen.
In een eerste deel schetst de auteur het ontstaan van de verzetsgroep in juli-augustus 1940, zeer vlug na de capitulatie dus. De leden van het eerste uur legden lijsten aan van collaborateurs, bekladden hun gevels en begonnen met de verspreiding van clandestiene blaadjes. Al vlug kwam men in het bezit van een radiozender wat contact met Londen mogelijk maakte. Men kon aan enkele verouderde wapens raken en er werden eerder bescheiden sabotagedaden gepleegd.
Op zijn hoogtepunt telde de verzetsgroep 111 leden waarvan meer dan de helft jonger dan twintig was.
Bij het begin van de bezetting had men weinig ervaring met verzetswerk. Ook werd de tegenstander slecht ingeschat. Men hield geen rekening met de niets ontziende Nazi’s. De Duitse bezetter was geen partij voor de jeugdige, onervaren weerstanders die hun tegenstrever schromelijk onderschat hebben zonder enig benul van de harde repressie die hen te wachten stond. Zij gingen als schapen naar de slachtbank.
Zo begingen zij een onvergeeflijke fout een lidmaatschapsregister aan te leggen met foto en adres van alle leden. De koster van Tisselt verborg het register in het altaar van de dorpskerk in de overtuiging dat de Duitse overheid het niet zou wagen het heilige altaar te schenden. Wel dus! Dit register was “gefundenes Fressen” om de groep op te rollen. In september-oktober 1941 werden 109 leden opgepakt. Slechts twee, die zich niet hadden laten registreren, konden de dans ontspringen.
Na opsluiting in de gevangenissen van Antwerpen en Sint-Gillis werden ze gedeporteerd naar Duitsland. In Wuppertal volgde hun proces. Zestien kregen de doodstraf. Vier genadeverzoeken werden achteraf ingewilligd. Twaalf leden werden op 7 augustus 1943 in Lingen geëxecuteerd waaronder Clement Dielis.
Waar het de bedoeling van de schrijver was de figuur van de leider Clement Dielis te belichten, beperkte hij zich eerder tot een summiere biografie. Clement werd vroeg wees, was een pientere jongen, een goede leerling, werd landmeter en trad in dienst van de Gemeente Puurs. Hij speelde voetbal in de plaatselijke voetbalclub, werd lid van de harmonie en was overal graag gezien. Een sportieve, goedlachse, charismatische figuur. Een geboren leider. Daarmee stopt het grotendeels. Wel wat pover om daar een boek aan te wijden. De auteur ving dit op door nogmaals het verhaal van de verzetsgroep uit de doeken te doen, wat hij echter al eerder gedaan had.
Zoals hun leider waren de meeste leden naïef, onervaren en roekeloos. Dit zal een zware prijs hebben. Van de 109 aangehouden verzetsleden zullen er slechts 37 terugkeren; van de 16 aangehouden scholieren, tussen 15 en 19 jaar oud, overleven 5 hun gevangenschap.
Alleen al de naamkeuze spreekt boekdelen. “De Zwarte Hand” was ook de naam van de geheime Bosnisch-Servische beweging, waarvan Gavrilo Princip, dader van de aanslag op kroonprins Frans Ferdinand, lid was. Of hebben de naamgevers zich laten inspireren door de boeken van Pietje Bell?
Zowel de leden als de leider waren te jong. Het verzet tegen de bezetter was geen spel voor kwajongens. De meesten hebben het met hun leven moeten bekopen.
In een tweede deel behandelt de auteur de naoorlogse repressie en belicht hij de erfenis van de collaboratie. Een aantal Vlaamsgezinde politieke partijen en bewegingen komen voort uit de collaboratie. Niets nieuws. Dit is algemeen bekend en reeds onderwerp van publicaties. Overbodig dus.
De schrijver kan zijn onderwijsachtergrond niet verbergen. In een laatste hoofdstuk laat hij een aantal leerlingen van het vijfde en zesde jaar van het middelbaar reageren op hun leeftijdsgenoten van toen. Wat denken zij over het verzet? Welke houding zouden zij aannemen bij een eventuele bezetting? Erg speculatief wanneer er van een bezetting geen sprake is. Wat is daar dan de waarde van? Ook dit onderdeel mocht de auteur achterwege laten. Er zou dan wel erg weinig overblijven. Veel schrijvers vrezen ten onrechte dat schrappen een teken van zwakte is.
De auteur heeft de verdienste de geschiedenis van deze verzetsbeweging te boek te stellen en te bewaren voor de komende generaties. Hij had dit doel echter al bereikt met zijn vroegere publicaties.
Hij wil ook waarschuwen tegen extreemrechts. Dit is tamelijk eenzijdig. Hij vergeet dat het gevaar voor de vrije samenleving evengoed van extreemlinks kan komen.

Ignace Claessens
Dit boek werd eveneens gerecenseerd door Paul Van Aelst
Tjen Mampaey
Ignace Claessens
Non-fictie
recensent
_Ignace Claessens recensent
Meer van Ignace Claessens

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies