Tim Fransen
Edgard Eeckman
Non-fictie
  • 23 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

14 juli 2025 In onze tijd. Leven in het Calamiteitperk
Met alleen vooruitgangsdenken komen we er niet uit. Ik worstel er al lang mee: hebben zij die doorlopend herhalen dat we er beter aan toe zijn dan voorheen gelijk en zie ik het te somber? Is “optimism a moral duty” zoals Guy Verhofstadt ooit zei, geïnspireerd door Karl Popper? Moeten we de toekomst met optimisme tegemoetzien uit overtuiging dat de mens en de vooruitgang die hij opwekt de problemen wel zal oplossen? Tim Fransen, cabaretier en filosoof, geeft in zijn derde boek ‘In onze tijd. Leven in het calamiteitperk’ een antwoord op die vragen.
Fransen is cabaretier. Hij kan het niet laten om hier en daar in zijn boek een humoristisch of zelfrelativerend zinnetje te schrijven en dat vergeven we hem graag, ook al zijn z’n grapjes niet altijd even raak, vind ik ze overbodig en – vooral! - heeft zijn boek dat absoluut niet nodig. Het creëert wat luchtigheid, dat wel. Maar het staat naar mijn gevoel wat haaks op het feit dat het boek een ernstige analyse is van onze tijd en van hoe we met de grote uitdagingen ervan moeten omgaan. Het boek verdient om ernstig genomen te worden. Dat het al aan een 11de druk toe is, toont wellicht aan dat wel meer mensen dat vinden.
We leven in, wat Fransen noemt, het ‘calamiteitperk’. Er is nood aan een nieuwe ideologie schrijft hij. Het liberale vooruitgangsgeloof heeft schadelijke bijwerkingen en heeft zelfs ronduit gefaald. Natuurlijk is de welvaart en de levensverwachting van mensen er de voorbije jaren op vooruit gegaan, maar er zijn ook langetermijntrends die ons zorgen moeten baren. Fransen bespreekt eerst drie grote pijlers van het calamiteitperk: de technologische superkrachten, de grootschalige natuurbeheersing en de hyperconnectiviteit. Telkens analyseert hij zowel de voordelen als de negatieve bijwerkingen. Hij doet dat gestructureerd, bijna chirurgisch, met alle nodige referenties.
Na dat eerste grote deel van het boek pauzeert hij even om tijdens een intermezzo in te zoomen op ‘de brokstukken van het vooruitgangsgeloof’, zijn standpunt is duidelijk.

Er is nood aan een mentaliteitsverandering.
In het tweede grote deel van het boek belicht hij wat we in het calamiteitperk horen te doen. Hij bespreekt ‘de juiste vrijheden’, ‘het juiste burgerschap’ en ‘de juiste instituties’. Eén inzicht drijft duidelijk boven: het liberalisme en het neoliberalisme, de focus op het ik en het concept vrijheid opgevat als ‘ik moet mijn goesting kunnen doen’, dragen bij tot een samenleving die een markt is en burgers die tot consumenten zijn verworden. “Een samenleving waarin individuele vrijheid ontaardt in maatschappelijke onverschilligheid is op den duur ten dode opgeschreven.” Zeer actueel wordt het als hij het heeft over de democratie vandaag en het feit dat die niet vanzelfsprekend is maar de inspanningen van burgers vraagt. Hij heeft het zorginfarct en de klimaatcrisis als voorbeelden van problemen waar geen simpele oplossingen voor bestaan en die niet kunnen worden opgelost zonder democratisch debat. Ik haal er nu enkele grote gedachten uit, maar Fransen schrijft genuanceerd en bespreekt telkens de uiteenlopende mogelijke invalshoeken van een probleem.
In dat tweede deel buigt hij zich ook over mogelijke oplossingen en behandelt daarbij ook de rol die Europese en internationale instituties kunnen vervullen. Zo bepleit hij, in navolging van Albert Einstein, het creëren van een wereldwijde grondwet als antwoord op internationale wetteloosheid. In dat deel van het boek miste ik een verwijzing naar de ‘Universele verklaring van de Rechten van de Mens’, toch ook een belangrijke poging om humanitaire regels voor te schrijven. De manier waarop machtshebbers er vandaag bij gewapende conflicten ongestraft de vloer mee aanvegen, maakt mij ook sceptisch over de haalbaarheid van internationale wetgeving. Want hoe laat je die naleven?

“We zijn met zijn allen eindverantwoordelijk”
In een ‘Epiloog: Hoop in het calamiteitperk’ geeft hij een aantal slotbedenkingen. Zo schrijft hij dat zowel optimisme als pessimisme een actieve en passieve vorm kennen en dat zolang de actieve vorm wordt gehanteerd met beide attitudes oplossingen mogelijk zijn. We moeten niet alles blind inzetten op vooruitgang omdat beschaving geenszins vanzelfsprekend is maar net zeer kwetsbaar en behoefte heeft aan democratisch burgerschap. Er zijn geen eenvoudige oplossingen want alles is complex en met elkaar verbonden. We zijn allemaal van elkaar afhankelijk. Hoop op verbetering is gerechtvaardigd als ze inspireert tot handelen, niet als we er onverschillig op rekenen dat het systeem, de markt of technologie oplossingen zullen bieden. Ik heb zijn boek ervaren als één grote boeiende en interessante oproep tot engagement.
Cabaretier Tim Fransen treedt bij mijn weten niet op in Vlaanderen. Jammer. Ook voor zijn cabaretprogramma’s krijgt hij veel lof (en onderscheidingen). Op YouTube zie je fragmenten uit zijn voorstellingen. Info ook op https://www.timfransen.nl/

Edgard Eeckman
Tim Fransen
Edgard Eeckman
Non-fictie
Edgard Eeckman is voorzitter van de vzw Patient Empowerment. Hij behaalde een doctoraat in de media- en communicatiestudies. Hij is gast-professor en publiceerde boeken over communicatie, communicatie in de zorg en patient empowerment. Edgard schrijft ook fictie en staat op het podium met eigen cabareteske theaterprogramma’s.
Websites:
www.edgard.be
www.patientempowerment.be
_Edgard Eeckman Lid van de humanistische denktank Kwintessens
Meer van Edgard Eeckman

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies