28 november 2019
Moeder, waarom doden wij?
In 2018 werden in België 178 mensen vermoord. In vergelijking met de wereldcijfers van de Verenigde Naties komen we er nog goed vanaf. Het hoogste aantal moorden wordt genoteerd in Noord- en Zuid-Amerika. Daar worden per 100.000 inwoners maar liefst 17,2 mensen vermoord, ruim tien keer meer dan in België.
Voor ernstige misdaden, zoals een moord, tonen we doorgaans geen begrip. We bekijken de dader als een onmens, een monster. Om onszelf en de maatschappij te beschermen hopen we dat die misdadiger uit de samenleving wordt verwijderd.
De overgrote meerderheid van de daders keert evenwel op een dag terug in onze wereld. Dan is het nuttig inzicht te hebben in de daden en om deze ook (beter) te begrijpen.
De overgrote meerderheid van de daders keert evenwel op een dag terug in onze wereld. Dan is het nuttig inzicht te hebben in de daden en om deze ook (beter) te begrijpen.
De auteur, José Masschelin, behoorde meer dan dertig jaar tot Vlaanderens meest vooraanstaande gerechtsjournalisten, en toch stelt hij: ‘Binnenkijken in het hoofd van een moordenaar is een onzekere bezigheid. Zelfs geoefende experts en bevoorrechte waarnemers kunnen zich grondig vergissen.’
In zijn boek ‘Moeder, waarom doden wij?’ gaat Masschelin op zoek naar wat de daders van moorden drijft en naar wat hen van elkaar onderscheidt. Hij beschrijft zo’n twintig waargebeurde zaken, die hij zélf als verslaggever meemaakte, en deelt deze in negen categorieën in: passionele moord, lustmoord, seriemoord, massamoord, roofmoord, kinder- en familiemoord, huurmoord, moorden gepleegd door vrouwen en moorden gepleegd door minderjarigen.
In zijn boek ‘Moeder, waarom doden wij?’ gaat Masschelin op zoek naar wat de daders van moorden drijft en naar wat hen van elkaar onderscheidt. Hij beschrijft zo’n twintig waargebeurde zaken, die hij zélf als verslaggever meemaakte, en deelt deze in negen categorieën in: passionele moord, lustmoord, seriemoord, massamoord, roofmoord, kinder- en familiemoord, huurmoord, moorden gepleegd door vrouwen en moorden gepleegd door minderjarigen.
Masschelin onderzoekt wat er in de moordenaar omging op het moment dat deze zijn gruweldaad plande en ook pleegde. Hij vraagt zich af of het überhaupt wel mogelijk is om de gedachten van een dader te achterhalen. Zo komt hij tot de rol van de gerechtspsychiaters in een assisenproces. Hij raadpleegde vijf notoire gerechtspsychiaters die de zwaarste misdadigers van de laatste 25 jaar in Vlaanderen onderzochten: Hans Hellebuyck, Paul Ringoet, Nils Verbeeck, Johan Baeke en Paul Cosyns. Hij maakt duidelijk dat het psychiatrisch onderzoek een delicate evenwichtsoefening is. Toch vindt hij dit onontbeerlijk om te kunnen oordelen over schuld en boete en bij het afwegen van de kans op recidive. Gerechtspsychiaters worden in de rechtspraktijk zowel door de advocaten van de verdediging als door het openbaar ministerie gebruikt (en misbruikt) om hun gelijk te bewijzen.
Masschelin stelt als gemeenschappelijke karaktertrek bij de daders een absoluut gebrek aan empathie vast. Of er een genetische aanleg tot moorden bestaat, is dan weer onzeker. Een slechte jeugd, die gepaard gaat met seksuele, agressieve of emotionele mishandeling ligt bij velen aan de basis van een “criminele carrière”, waarin ook drugs vaak een rol spelen. Men spreekt dan van een ‘delictketting’ die kan uitmonden in moord. Bij moord kan het zelfs om een (verwrongen) vorm van eigenliefde gaan. Of de moord kan een uiting zijn van wraak op de maatschappij.
De auteur verwijst verder naar de kritiek die het hof van assisen tegenwoordig te verduren krijgt. Hij ziet juist heel wat voordelen in de mondelinge procedure die dit type van proces karakteriseert, want zo worden niet zelden leugenaars ontmaskerd. Bovendien is een zaak voor dit hof een van de weinige pistes binnen justitie waar de burger echt nog kan “meedoen” en verantwoordelijkheid kan dragen.
Dit boek is allerminst een droog-professioneel werk. Het is eerder een persoonlijk gekleurde verhandeling over de ontsporing van individuen in onze maatschappij. In korte zinnen weet José Masschelin de daders en hun omgeving secuur te beschrijven. Door de beklemmende precisie en details word je zeker niet vrolijk bij het lezen van deze beschrijvingen. De gevolgen zijn immers voor iedereen rampzalig: voor het slachtoffer uiteraard, maar ook voor diens omgeving en tenslotte voor de dader in kwestie.
Zo is dit vlotlezend boek uiteindelijk een hallucinante reeks van reële gruwelverhalen.
Meer van Paul Van Aelst
Zo is dit vlotlezend boek uiteindelijk een hallucinante reeks van reële gruwelverhalen.