Youssef Kobo
Martin Harlaar
Non-fictie
  • 2215 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

27 november 2019 Sire, er zijn geen allochtonen meer
Youssef Kobo (Mechelen, 1988) was een rijzende ster in de CD&V toen uitgeverij Vrijdag hem in 2016 vroeg om een boek te schrijven, over zichzelf en over zijn ideeën. Kobo werkte op dat moment als medewerker op het kabinet van de Brusselse staatssecretaris voor Dierenwelzijn en Diversiteit, Bianca Debaets.
Niet veel later ontstond er een rel rond zijn persoon. Hij verloor zijn baan, zijn inkomen, zijn flat en zijn reputatie. Pas in het voorjaar van 2018 pakte hij het boekproject weer op. Hij werd door journalist Mark Van de Voorde geholpen om zijn losse gedachten te ordenen tot een samenhangend verhaal. En hij gaf het boek de titel Sire, er zijn geen allochtonen meer.
De titel is een variant op de beroemde zinsnede uit de open brief die de Waalse, socialistische politicus Jules Destrée (1863-1936) in 1912 aan koning Albert I (1875-1934) schreef: ‘Sire, U regeert over twee volkeren. In België zijn er de Walen en de Vlamingen; er zijn geen Belgen.’ Kobo pleit ervoor om niet langer onderscheid te maken tussen autochtonen en allochtonen, maar om ook mensen met een migratieachtergrond gewoon als Belgen te benaderen. Het bevreemdde mij eerlijk gezegd wel, dat na het pleidooi in hoofdstuk 4 om niet meer over allochtonen, maar over Belgen te spreken, in hoofdstuk 6 het begrip allochtoon veelvuldig werd gebruikt. De eindredactie had dit woord op zijn minst tussen aanhalingstekens kunnen zetten om duidelijk te maken dat men niet blij was het te moeten gebruiken.

Het boek telt 164 pagina’s en is opgedeeld in zeven hoofdstukken, zonder titels. De hoofdstukken zijn opgebroken in stukjes van 50 tot 150 woorden. Ondanks deze fragmentarische opzet en het onbreken van titels die meer houvast hadden kunnen geven, is het een zeer leesbaar boek. Kobo vertelt onder andere over zijn familie en het belang van de islam bij zijn vorming, de rol die het N-VA speelde bij zijn vertrek als medewerker van staatssecretaris Debaets, het islamdebat en het gefaalde migratie- en integratiebeleid. Eén van zijn politieke helden was Jean-Luc Dehaene, die volgens Kobo begin jaren negentig wel een cruciale fout maakte door de aanbevelingen van Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid Paula D’Hondt niet te omarmen.
Kobo wilde zich engageren en had (en heeft nog altijd) de meeste affiniteit met de CD&V. Hij zag en ziet het maatschappelijk middenveld als de noodzakelijke brug tussen overheid en bevolking, als het sociale weefsel van onze samenleving. Hij schrijft: ‘Iets heel eigens van de christendemocratie valt mij altijd op én charmeert mij. Mensen van de studiedienst, de jongeren, de ministers, de parlementariërs, de lokale mandatarissen, de kabinetsmedewerkers, ze beantwoorden haast allemaal aan twee eigenschappen waar ikzelf naar streef (zonder te weten of ik daar wel aan voldoe): sérieux en plichtsbesef. Ze nemen de res publica ernstig en zijn daar behoorlijk rechtlijnig in. In debatten gaan ze uit van waarden, zelfs als dat electoraal niet rendeert. Voor mij is de CD&V een waardepartij en willen haar ambtsdragers correct zijn.’

Nadat hij hersteld was van de rel rond zijn persoon en de gevolgen daarvan, lijkt Kobo opnieuw te beschikken over een onuitputtelijke hoeveelheid energie. Hij reist de wereld rond, breidt zijn netwerk uit en start projecten. In oktober 2018 richtte hij samen met de even dynamische en ambitieuze Hassan Al Hilou (1999) A Seat At The Table (ASATT) op, een organisatie die jongeren in contact brengt met topmensen uit het bedrijfsleven en de politiek, en die - zo lezen we op de site van ASATT - onder begeleiding van bekende ambassadeurs jongeren wil inspireren en aantonen hoe zij zélf ambitieus kunnen en zo kansen voor zichzelf kunnen creëren.
Kobo ziet dat veel jongeren zich afsluiten van de samenleving. En hoewel er in de samenleving genoeg is om verontwaardigd over te zijn, ziet Kobo wrok als verspilde energie. Hij kiest ervoor om problemen doortastend en zakelijk aan te pakken en kansen te creëren. Martin Harlaar
Kobo noteert over de aanpak waar bij ASATT voor gekozen is: ‘Geen bezigheidstherapie dus, maar een project dat jongeren ook zou uitdagen. Helaas, veel initiatieven zijn laagdrempelig – een voetbaltornooi, een uitstap naar de bioscoop of een Playstationavond – maar in wezen niet meer dan bezigheidstherapie. Ik geloof in een uitdagende aanpak. Een drietrapsstrategie: deuren openen, zelfvertrouwen versterken en verantwoordelijkheid geven.’ Sinds de oprichting heeft ASATT ongeveer 80 bijeenkomsten belegd.

Kobo wil mensen verbinden, het gesprek aangaan. ‘Die interesse voor elkaars overtuiging en levensbeschouwing is uiterst belangrijk, ook in een samenleving waar religie voor velen nauwelijks van tel lijkt te zijn. Interreligieuze dialoog – die ook met de vrijzinnigen zou moeten gebeuren – is van levensbelang. Er zijn veel initiatieven op dat vlak, maar ze krijgen weinig aandacht in de media en bij de publieke opinie. Ze gebeuren te veel in de marge van het nieuws, omdat het nieuws bijna wetmatig meer aandacht heeft voor haat dan voor liefde, voor oorlog dan voor vrede, voor tegenstelling dan voor overeenstemming.’

Youssef Kobo is een Belg met een missie.
Youssef Kobo
Martin Harlaar
Non-fictie
In het kader van het 'Grote vragen'-project (Diversiteit & Dialoog staan daarin centraal) probeert Martin Harlaar, in samenwerking met het Humanistisch Verbond, tot de kern van belangrijke maatschappelijke thema's door te dringen. In 2021 verscheen zijn boek 'De getemde mens. Waar komt (volgens u) onze moraal vandaan?' en in 2022 'Ben ik wel woke genoeg?'. In januari 2024 verscheen 'Het gender-experiment'.
_Martin Harlaar Martin Harlaar (Amsterdam 1956) is historicus
Meer van Martin Harlaar

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies