2 juli 2020
Gescheurd jaar 1979
Waarom zou je als geschiedkundige zo nodig een boek willen schrijven over één bepaald jaar en dan nog een jaartal dat op het eerste zicht weinig of geen historische betekenis heeft?
Er zijn in de geschiedenis inderdaad mijlpaal-jaartallen die boven de vele “gewone” geschiedkundige nummertjes uitsteken, en er zijn zelfs “kanteljaren”, zoals de schrijver ze noemt, die symbool staan voor een radicale historische verandering.
Het jaartal dat luid staat te roepen om als kanteljaar erkend te worden, is 1989 natuurlijk: de val van de Berlijnse Muur en het communistisch “blok”, Bush als president, het internet, Mandela als president van Zuid-Afrika enz…
Maar volgens Peter Soetaert is het kanteljaar van de vorige eeuw toch een op het eerste zich eerder obscuur jaartalletje: 1979. Aan hem dus de taak dit te bewijzen…
Het jaartal dat luid staat te roepen om als kanteljaar erkend te worden, is 1989 natuurlijk: de val van de Berlijnse Muur en het communistisch “blok”, Bush als president, het internet, Mandela als president van Zuid-Afrika enz…
Maar volgens Peter Soetaert is het kanteljaar van de vorige eeuw toch een op het eerste zich eerder obscuur jaartalletje: 1979. Aan hem dus de taak dit te bewijzen…
Hij vindt dat er in dat jaar veel gebeurtenissen zijn die erg significant zijn, die coherent zijn en als een rode draad overkomen. Hij heeft de indruk dat in 1979 enkele krijtlijnen uitgezet werden die na 40 jaar uitvergroot en dominant zijn geworden. Hij wil onderzoeken of dat ook zo is en waarom dan (want het kon ook heel anders lopen…). Hij wil zich ook niet focussen op enkel het Westen, waar nog altijd het grootste deel van onze geschiedschrijving mee bezig is. Hij pretendeert ook niet op alles het “juiste” antwoord te geven, maar vormt een oordeel samengesteld uit persoonlijke conclusies.
Hij doet dit in 12 hoofdstukken die telkens de markante gebeurtenissen van één maand bevatten en ondertussen toch ook op een bepaald thema focussen (januari: politieke marketing; februari: economie; maart en april: filosofie en religie; enz.)
Hij doet dit in 12 hoofdstukken die telkens de markante gebeurtenissen van één maand bevatten en ondertussen toch ook op een bepaald thema focussen (januari: politieke marketing; februari: economie; maart en april: filosofie en religie; enz.)
Ik pik er willekeurig enkele uit.
Februari. Wat een rommeltje, die “markt” met zoveel theorieën die allemaal ”juist” zijn, ”het” oplossen zonder te weten “wat” tot “wat” leidt… Het verhaal van Margaret Thatcher is prachtig geschreven en waard om nog eens te lezen en daarbij opnieuw na te denken over het “thatcherisme” en waarom dat zo’n aanhang kreeg. De passage over Strauss toont nog eens aan hoeveel minder we op de hoogte lijken te zijn van het politieke gebeuren in Duitsland. Opvallend ook hoe ver de economische structuren van de lidstaten uit elkaar staan.
Augustus. “Elke spermacel is heilig”. Het jaar daarvoor werd de eerste IVF-baby geboren: Louise Brown. Nu zijn er 5 miljoen “IVF-mensen” op de 7 miljard. Dat is de voorbode van de huidige CRISPR-Cas9 waarbij de genetische oorzaak van een ziekte kan aangepast worden van voor de geboorte, op genetisch niveau. Dat daar al experimenten mee aan de gang zijn, doet het waarschuwingsteken almaar groter worden bij het idee van het ontwikkelen van een superras.
April. Moordpoging op Paus Johannes Paulus II. Studie van Oppenheim en zijn ideeën over een islamitische opstand. Waarom heeft de islam het zo moeilijk in de wereld? De islam heeft geen kalief en dus geen autoriteit die de sharia interpreteert. Dat schept grote verschillen en is een voedingsbodem voor extremisten. Er is geen eengemaakt islamitisch rijk, er zijn enkel kunstmatige staten uitgetekend door Europeanen (Sykes-Picotverdrag). Het tot stand komen van de nieuwe Joodse staat midden in (en op) Arabisch grondgebied en staten.
De Camp David-akkoorden, de moord op Sadat (weliswaar in 1981), Nasser, de moslimbroeders, sjah van Perzië, (de revolutie van) Khomeini, het aantal Arabische moedjahedien die “een duiventil van onvrede” uitmaken, India en Benazir Bhutto… Dit hoofdstuk is een prachtig stuk geschiedschrijving.
Oktober. Spanje na het einde van het Franco-regime. De vroegere getrouwe Franco-fascisten zijn nu de “democraten” op de lijst van de Partido Popular. Teken aan de wand is de vaststelling dat “linkse” baby’s door nonnen aan rechtse ouders gegeven worden voor adoptie… De onverwachte en verwarrende persconferentie van Schabowski in de DDR waarin hij zegt dat het nu toegelaten is buiten de grenzen van de DDR te reizen. Van nu af. Meteen dus… De “Oost-Duitsers” stromen massaal door de poorten en de gehate Muur moet er ook aan geloven… En dan die vreemde geschiedenis van raketten die gelanceerd worden en plots op Russische en Amerikaanse de radarschermen verschijnen…
Februari. Wat een rommeltje, die “markt” met zoveel theorieën die allemaal ”juist” zijn, ”het” oplossen zonder te weten “wat” tot “wat” leidt… Het verhaal van Margaret Thatcher is prachtig geschreven en waard om nog eens te lezen en daarbij opnieuw na te denken over het “thatcherisme” en waarom dat zo’n aanhang kreeg. De passage over Strauss toont nog eens aan hoeveel minder we op de hoogte lijken te zijn van het politieke gebeuren in Duitsland. Opvallend ook hoe ver de economische structuren van de lidstaten uit elkaar staan.
Augustus. “Elke spermacel is heilig”. Het jaar daarvoor werd de eerste IVF-baby geboren: Louise Brown. Nu zijn er 5 miljoen “IVF-mensen” op de 7 miljard. Dat is de voorbode van de huidige CRISPR-Cas9 waarbij de genetische oorzaak van een ziekte kan aangepast worden van voor de geboorte, op genetisch niveau. Dat daar al experimenten mee aan de gang zijn, doet het waarschuwingsteken almaar groter worden bij het idee van het ontwikkelen van een superras.
April. Moordpoging op Paus Johannes Paulus II. Studie van Oppenheim en zijn ideeën over een islamitische opstand. Waarom heeft de islam het zo moeilijk in de wereld? De islam heeft geen kalief en dus geen autoriteit die de sharia interpreteert. Dat schept grote verschillen en is een voedingsbodem voor extremisten. Er is geen eengemaakt islamitisch rijk, er zijn enkel kunstmatige staten uitgetekend door Europeanen (Sykes-Picotverdrag). Het tot stand komen van de nieuwe Joodse staat midden in (en op) Arabisch grondgebied en staten.
De Camp David-akkoorden, de moord op Sadat (weliswaar in 1981), Nasser, de moslimbroeders, sjah van Perzië, (de revolutie van) Khomeini, het aantal Arabische moedjahedien die “een duiventil van onvrede” uitmaken, India en Benazir Bhutto… Dit hoofdstuk is een prachtig stuk geschiedschrijving.
Oktober. Spanje na het einde van het Franco-regime. De vroegere getrouwe Franco-fascisten zijn nu de “democraten” op de lijst van de Partido Popular. Teken aan de wand is de vaststelling dat “linkse” baby’s door nonnen aan rechtse ouders gegeven worden voor adoptie… De onverwachte en verwarrende persconferentie van Schabowski in de DDR waarin hij zegt dat het nu toegelaten is buiten de grenzen van de DDR te reizen. Van nu af. Meteen dus… De “Oost-Duitsers” stromen massaal door de poorten en de gehate Muur moet er ook aan geloven… En dan die vreemde geschiedenis van raketten die gelanceerd worden en plots op Russische en Amerikaanse de radarschermen verschijnen…
Er is de figuur van Deng Xiaoping, die (net zoals de huidige Chinese leider Xi Jinping) zwaar geleden had onder de “revoluties” van Mao, de persoon die daarna de grote hervormingen doorvoerde die China op weg zette naar het huidige, geleide kapitalisme. Hij is diegene die de - op het eerste zicht kapitalistische - begrippen uitvond van “human capital” en “human resources”. Hij besefte dat wetenschap en technologie nodig zijn voor de ontwikkeling van een land en daarvoor heb je wel opgeleide mensen nodig en dus een goed onderwijssysteem.
November. Na al die feiten mag de schrijver nu met rede de vraag stellen waarom we toch blijven kiezen voor 1989 als kantelmoment… Hoewel het antwoord daarop niet met grote kantelfeiten bewezen is...
November. Na al die feiten mag de schrijver nu met rede de vraag stellen waarom we toch blijven kiezen voor 1989 als kantelmoment… Hoewel het antwoord daarop niet met grote kantelfeiten bewezen is...
Wat een geschiedenisboek een “goed” boek maakt, is het feit dat het doet nadenken, begrippen verandert en verruimt. Zo merkt Peter Soetaert op hoe belangrijk iconografie wel is in revoluties. Ook liederen trouwens (“Imagine” en “Give Peace a chance” van John Lennon). Denk eens na over het belang van de filmindustrie die graag exploitatiefilms maakt over gekke, slechte dictators (Bokassa, Idi Amin)
Alhoewel hij zelf historicus is, vraagt Soetaert zich af hoeveel er door historici “overgeschreven” wordt van elkaar. Dit is waarschijnlijk een hypothetische vraag, want het is toch overduidelijk dat dit veel gebeurt en de aanleiding voor het ontstaan van zoveel vreemde mythes. Historici zijn inderdaad veel te weinig kritisch voor elkaar, er bestaat onder hen niet zo iets als “peer-to-peer” onderzoek. Daarom net zijn kritische historici (zoals hijzelf) zo belangrijk… Zo zet hij bijvoorbeeld een belangrijk feit recht dat zowel Keynes als Friedman betreft. Op een ogenblik gaven deze raad over welke bijzondere maatregelen moesten genomen worden in de uitzonderlijke omstandigheden waarin de economie zich op dat ogenblik bevond. Wat maar enkel een uitzonderlijke “kijk” was, werd door hun opvolgers tot “leer” verkondigd en gebruikt om een normaal functionerende maatschappij en economie mee te sturen. Of het feit dat het “touchscreen” al bestond in 1974 maar toch pas de consument bereikte rond 2010…
Soetaert stelt vragen zoals ”Waarom deden de landen die WO II verloren waren het daarna stukken beter dan de ´winnaars´?” Hij levert pertinente beschouwingen (bijvoorbeeld: op zich hoeven we niet boos te zijn op rijke mensen maar wel op het feit dat armoede nog altijd bestaat en dat arbeidsverhoudingen en managementstijl niet veranderen). Of hij maakt opmerkingen zoals deze, die de kern raakt van wat werkelijk geschiedenis maakt: ”De magie van het schrift maakt ideeën onsterfelijk.”
En vooral: hij gebruikt alledaagse, hedendaagse taal en geen vakjargon. Dit maakt het boek meteen toegankelijk. Zo noteert hij bijvoorbeeld over Jimmy Carter: ”Al niet de meest welbespraakte onder ons”.
En vooral: hij gebruikt alledaagse, hedendaagse taal en geen vakjargon. Dit maakt het boek meteen toegankelijk. Zo noteert hij bijvoorbeeld over Jimmy Carter: ”Al niet de meest welbespraakte onder ons”.
´Gescheurd jaar 1979´ is een interessant geschiedenisboek dat doet nadenken, dat een ander licht laat vallen op veel dat een canon aan het worden was, en een werk dat begrippen verandert en verruimt.
Meer van Victor De Raeymaeker