3 augustus 2020
Door wilskracht zegevieren.Sport in de Tweede Wereldoorlog
Jurryt van de Vooren (°1969) is een Nederlandse historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van de sport. Hij studeerde moderne geschiedenis en politicologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Als freelancer en columnist werkt hij voor verschillende Nederlandse bladen. Sinds 2005 is hij ook betrokken bij de Nationale Sportherdenking bij het Olympisch Stadion in Amsterdam.
In ’Door wilskracht zegevieren’ geeft van de Vooren een nieuw beeld over mens en sport in tijden van oorlog. Hij zorgt voor een beter inzicht in hoe de sport, in de zwaarste tijd uit onze moderne geschiedenis, een grote opleving kende. Na alle boeken die over de oorlog verschenen, wil hij met dit werk het belang aantonen van sport in oorlogstijd.
In ’Door wilskracht zegevieren’ geeft van de Vooren een nieuw beeld over mens en sport in tijden van oorlog. Hij zorgt voor een beter inzicht in hoe de sport, in de zwaarste tijd uit onze moderne geschiedenis, een grote opleving kende. Na alle boeken die over de oorlog verschenen, wil hij met dit werk het belang aantonen van sport in oorlogstijd.
Hij legt de klemtoon op de factor sport als cultureel verschijnsel, als een open blik op de samenleving. Hij constateert dat hoe groter de crisis is, hoe groter ook de behoefte aan afleiding wordt. Sport kan hier op buitengewone wijze aan voldoen. In deze zwarte oorlogsperiode kende de Nederlandse sport dan ook een grote groei. Sport werd gebruikt als ontsnappingsmanier uit die ellende. Daarnaast werd sport en lichaamsbeweging in het algemeen ook gezien als middel om soldaten te laten herstellen. Hieruit zal de sport voor gehandicapten groeien. De Paralympische Spelen zijn met andere woorden een directe nalatenschap van WO II.
De auteur stelt vast dat de Nederlandse Rijksoverheid na WO II niet de minste belangstelling had voor het hele gegeven van sport. Er komt geen wederopbouw van ook maar iets van de verwoeste sportinfrastructuur. Hierin ziet hij het ontstaan van de nozem- en provobeweging. Als het antwoord van een generatie met gebrek aan lucht en licht. Pas in 1969 zal de Nederlandse Sportfederatie hierop reageren met de actie ‘Trim U Fit’. Op die wijze vormt sport een volmaakt venster op de samenleving tijdens de oorlogsjaren, maar ook nog erna.
De auteur stelt vast dat de Nederlandse Rijksoverheid na WO II niet de minste belangstelling had voor het hele gegeven van sport. Er komt geen wederopbouw van ook maar iets van de verwoeste sportinfrastructuur. Hierin ziet hij het ontstaan van de nozem- en provobeweging. Als het antwoord van een generatie met gebrek aan lucht en licht. Pas in 1969 zal de Nederlandse Sportfederatie hierop reageren met de actie ‘Trim U Fit’. Op die wijze vormt sport een volmaakt venster op de samenleving tijdens de oorlogsjaren, maar ook nog erna.
De auteur beschrijft de oogst van zijn opzoekwerk in een onuitputtelijke reeks van kleine feiten en wetenswaardigheden. Hiernaast ruimt hij toch ook plaats in voor de grotere thema’s.
Hij besteedt uitgebreid aandacht aan de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn en schetst het ontstaan en gebruik van de olympische symbolen en rituelen. Uit zijn opzoekwerk blijkt dat niet Hitler maar Mussolini in de 20ste eeuw als eerste politieke leider sport als propaganda inzette en deze daarmee in de politieke belangstelling bracht.
Dit boek handelt echter niet enkel over topsport. Integendeel, van de Vooren besteedt veel aandacht aan alle niveaus. Schaatswedstrijden – en dan vooral de Elfstedentochten – komen uitgebreid aan bod.
Hij besteedt uitgebreid aandacht aan de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn en schetst het ontstaan en gebruik van de olympische symbolen en rituelen. Uit zijn opzoekwerk blijkt dat niet Hitler maar Mussolini in de 20ste eeuw als eerste politieke leider sport als propaganda inzette en deze daarmee in de politieke belangstelling bracht.
Dit boek handelt echter niet enkel over topsport. Integendeel, van de Vooren besteedt veel aandacht aan alle niveaus. Schaatswedstrijden – en dan vooral de Elfstedentochten – komen uitgebreid aan bod.
Beklemmend is het verhaal over sport in de Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bos die in 1943 werd ontruimd door de Duitsers; ruim 1.300 patiënten en verzorgers werden naar Auschwitz gedeporteerd om vermoord te worden.
Ook de collaboratie van verschillende atleten werpt een schaduw op het sportgebeuren. De historicus toont meerdere keren aan dat de zuiveringen na de oorlog ingewikkeld waren en dat er fouten werden gemaakt. Ook hier gaat hij echter eerder fragmentarisch te werk.
Ook de collaboratie van verschillende atleten werpt een schaduw op het sportgebeuren. De historicus toont meerdere keren aan dat de zuiveringen na de oorlog ingewikkeld waren en dat er fouten werden gemaakt. Ook hier gaat hij echter eerder fragmentarisch te werk.
Dit boek staat bol van informatie over de rol van sport tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar bevat helaas uitsluitend Nederlands materiaal. De auteur vult wel regelmatig aan met verwijzingen naar de periode ervoor en erna.
Het is een zeer toegankelijk boek, vol van sportieve wetenswaardigheden en interessante informatie. Maar de opbouw van het werk - en dan vooral de samenhang tussen de verschillende korte paragrafen - is niet altijd logisch of helder. Bij het lezen krijg je de indruk dat het boek een bonte verscheidenheid omvat van weliswaar interessante, maar nogal willekeurig bij elkaar geplaatste verhalen. Het doet me hierom eerder denken aan een bundeling van apart verschenen columns. Ondanks de overvloed aan feiten die het opzoekwerk opleverde, mis ik de nodige diepgang. Dat opzoekwerk had veel méér kunnen betekenen.
Het is een zeer toegankelijk boek, vol van sportieve wetenswaardigheden en interessante informatie. Maar de opbouw van het werk - en dan vooral de samenhang tussen de verschillende korte paragrafen - is niet altijd logisch of helder. Bij het lezen krijg je de indruk dat het boek een bonte verscheidenheid omvat van weliswaar interessante, maar nogal willekeurig bij elkaar geplaatste verhalen. Het doet me hierom eerder denken aan een bundeling van apart verschenen columns. Ondanks de overvloed aan feiten die het opzoekwerk opleverde, mis ik de nodige diepgang. Dat opzoekwerk had veel méér kunnen betekenen.
Achteraan staat een lijst met korte beschrijvingen van de voormalige Nederlandse medaillewinnaars van de Olympische Spelen die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog. Helaas ontbreekt er een register waardoor opzoekwerk of iets terugvinden voor problemen zorgt.
Meer van Paul Van Aelst