Angela Saini
Max Schneider
Non-fictie
  • 2541 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

14 januari 2021 Superieur. De terugkeer van de rassentheorie
Als er nu één fenomeen is dat in aanmerking komt voor de dooddoener ‘terug van nooit weggeweest’, is het wel de rassentheorie. Maar er is méér aan de hand. Zo is er al het verschil tussen, wat ik zou willen noemen, een “volks racisme” en een” intellectueel/wetenschappelijk racisme”. Het eerste soort racisme kennen we van de ranzige commentaren op de sociale media, gretig opgepikt en misbruikt door de politiek.
Het boek ‘Superieur’ ontleedt en schenkt echter vooral veel aandacht aan de tweede vorm van racisme. Het valt moeilijk te voorspellen welke van beide vormen van racisme het gevaarlijkste is. En ze beïnvloeden en vullen elkaar aan.

Het eerste soort racisme is genoegzaam bekend en becommentarieerd. Het andere weet zich veel beter te vermommen. Het weet zich ook van financiering en van (pseudo)wetenschappelijke geloofsbrieven te voorzien. Om er slechts eentje te noemen uit een lange reeks, geef ik een voorbeeldje. Herinnert u zich deze?: ‘De Neanderthaler was een domme, woest uitziende bruut, iets tussen aap en mens.’ Tot… tot bleek dat de Europese homo sapiens veel meer genetisch materiaal met hem gemeen had dan de Australische aboriginals.
Iemand die op een of andere manier in deze materie geïnteresseerd is – en in feite is dat iedereen die racisme beter wil begrijpen - heeft aan het boek een flinke kluif. In deze uitgave wordt alles op een rijtje gezet en vind je zeer veel achtergrondinformatie. Zowel de wetenschappelijke data als de academische wereld an sich worden grondig omgespit. Er moet een indrukwekkende hoeveelheid onderzoek aan het schrijven van ‘Superieur’ zijn voorafgegaan. Voor lezers die slechts gedeeltelijk in al die info willen duiken, is dit misschien wel een beetje Des Guten zuviel.
‘Superieur’ is geschreven vanuit een terechte verontwaardiging en woede over de domheid van het eerste soort racisme en de perverse intellectuele oneerlijkheid van het tweede. En dan krijgt zo’n tekst toch iets pamflettairs. Het idee dat de nazi’s de rassentheorieën zouden uitgevonden hebben, wordt terecht verworpen. De auteur toont omstandig aan dat zij enkel efficiënt en enthousiast hebben uitgevoerd wat toen, op het vlak van rassenongelijkheid en blanke superioriteit, al lang - niet alleen in Duitsland, maar zowat overàl - als common sense gezien werd. Zelfs de vroegere tegenstanders van de slavernij waren eerder tegenstander uit afkeer van het lijden dan dat zij dachten dat zwarte mensen op gelijke hoogte stonden. Niettegenstaande die inzichten gaat Angela Saini volgens mij voorbij aan de door en door natuurlijke, evolutionair ontstane intuïtie dat je maar best achterdochtig (tot zelfs vijandig) staat tegenover (alles en) iedereen die niét tot je eigen groep behoort. In protohistorische tijden was dat zinvol; nu weten we door voortschrijdend inzicht en beschaving dat we dat beter anders aanpakken. Maar die ettelijke generaties lang doorgegeven affecten raken we moeilijk kwijt, getuige de moeizame, soms ontmoedigende strijd tegen allerlei vormen van racisme. En of we dat nu prettig vinden of niet, fulmineren en zichtbare kenmerken ontkennen zal niet helpen.
De auteur kiest er duidelijk voor om ettelijke voorbeelden van fout denken over ras uitgebreid te documenteren en dan te ontkrachten, terwijl ik me afvraag of het krampachtig ontkennen van genetische verschillen tussen etnische groepen niet even erg is als het koppig vasthouden eraan. Zou het, bij het bestrijden van het racisme, niet efficiënter zijn om te volgende te benadrukken? Namelijk dat, al zou onomstotelijk wetenschappelijk aangetoond worden dat bij mensen met de blauwe huidskleur ‘kenmerk X’ iets vaker voorkomt dan bij mensen met een groene huidskleur, dan is dat een statistische vaststelling en zegt dat absoluut niéts over die kenmerken bij een blauw of een groen individu.
Als je bijvoorbeeld met veel stelligheid poneert dat er geen rassen bestaan, dan moet het niet verbazen dat de mensen die jouw wetenschappelijke fundering hiervoor niet kennen, niet begrijpen en minstens contra-intuïtief vinden, ook afhaken. Het volstaat immers dat ze even de straat oplopen om te zien hoe divers en anders gekleurd we er met zijn allen bijlopen. Het zou evolutionair nogal merkwaardig zijn dat mensen die tienduizenden jaren los van elkaar, in extreem verschillende geografische en klimatologische omstandigheden geleefd hebben, wél zeer duidelijk verschillende zichtbare en onzichtbare lichamelijke kenmerken ontwikkeld zouden hebben, terwijl er met ons brein in die periode absoluut niéts gebeurd zou zijn. Je kan ervoor kiezen om al die mensen gelijkwaardig tegenmoet te treden - en laten we daar vooral naar streven, dat heet beschaving - maar ik weet niet of het een goed idee is om die verschillen te ontkennen.

Wat mij vooral stoort aan de benadering zoals ze in dit boek vorm krijgt, is dat hierdoor cultuur- en godsdienstkritiek mee in het racistische bad getrokken worden nadat ze eerst op een gouden schaaltje aan extreemrechts werden aangeboden. Ongenoegens over cultuurverschillen die niet geuit mogen worden, gaan eerst ondergronds, waar ze gisten en rotten tot ze uiteindelijk een voedingsbodem vinden. Als je dat ongenoegen in handen geeft van populisten, dan laat het zich voorspellen dat zij daar gretig mee aan de haal zullen gaan. Niets zo simpel als een cultuurkenmerk te koppelen aan iets zichtbaars zoals een huidskleur, terwijl dit niets met cultuur maar alles met genetica te maken heeft.
Boeiend, professioneel verwoord en zeer nuttig voor iemand die de materie beter wil leren kennen, maar ook een gemiste kans omwille van het weerleggen van iets dat eigenlijk niet de kern van het probleem vormt. Het boek is een sterk uitgewerkte en onderbouwde versie van de stroming die focust op de vraag of niet alleen onze lichamelijke kenmerken, maar ook onze intelligentie en persoonlijkheidskenmerken nu gedeeltelijk, helemaal niet of juist wèl erfelijk bepaald zijn. Het antwoord op die vraag is hoe dan ook een statistische en geen absolute waarheid. Hoewel het nauwelijks vernoemd wordt, hoor je de echo van het debat over nature/nurture en het “onbeschreven blad”. We moeten er ons bij neerleggen dat ras altijd ook een sociale betekenis zal krijgen, wát de biologie er ook verder nog over zal zeggen. Als je wil dat mensen niet omwille van huidskleur onheus behandeld worden, werk dààr dan op en niet op duidelijk zichtbare en verifieerbare biologische verschillen.

Als ik in mijn eigen hart kijk: ik had dit boek niet nodig om ervan overtuigd te zijn dat rassenverschillen te verwaarlozen zijn en er eigenlijk ook niet toe doen. Datgene waarover ruzie (en erger) gemaakt wordt, dat zijn eerder cultuurverschillen, en het lijkt me intellectueel oneerlijk en vooral contraproductief om te ontkennen dat die dan weer wél bestaan.
Angela Saini
Max Schneider
Non-fictie
Lid van de humanistische denktank Kwintessens
_Max Schneider -
Meer van Max Schneider

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies