Marc Noppen
Karel Van Dinter
Non-fictie
  • 1780 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

12 april 2022 De stad der blinden. Vrijdenkend lijfboek van Marc Noppen.
Als men dan al een les wil trekken uit de immer verder golvende covid-pandemie dan is het zeker deze: ‘Never waste a good crisis.’ Het is het minste waarop Marc Noppen, CEO van het UZ Brussel, hóópt dat men zal doen met het oog op een toekomstig gezondheidsbeleid. Maar ook: ‘Verwacht het onverwachte…’ Met die vuistregels bij de hand trokken we naar het UZ Brussel voor een gesprek over het vrijdenkend lijfboek van de longspecialist die Marc Noppen nog steeds is.
Vrijdenkend? Lijfboek? Dat werd ondanks de hint van Tinneke Beeckman niet Il Principe van Machiavelli - al had dat gekund – maar wél De stad der blinden van José Saramago. En kijk, welke opvallend dystopische gelijkenissen tussen de satirische roman van een Nobelprijswinnaar en Gewoon Anders, de scherpe kroniek van die andere pandemie door een CEO! Twee blauwdrukken voor een toekomstig gezondheidsbeleid? 

 ‘Wat hebben we nodig als er een nieuwe pandemie uitbreekt?
Ten eerste: leadership. De virtú en het lef van Machiavelli,
zou Tinneke Beeckman zeggen. […]
Het tweede dat we nodig hebben: een plan dat klaarligt.’

Marc Noppen, Gewoon Anders [p.167]
‘Wie ogen heeft, die kijke.
Wie zien kan, neme waar.’

Boek der Raadgevingen

Podcast: Wie ogen heeft...
00:00 / 00:00

De bezwering op de binnenflap van De stad der blinden… Mysterieus anoniem. Want een Boek der Raadgevingen?!? Twintig jaar later heeft ze voor Marc Noppen echter nog dezelfde rijke eenvoud en beklijvende diepzinnigheid als bij zijn eerste lectuur. Tijdloos.

Marc Noppen: Ik vond dat toen al heel intrigerend. Ik lees graag eerst de tussentitels en de kleine citaten. En dus ook al meteen die spreuk uit dat Boek der Raadgevingen. Maar ik kende zo geen boek. Ik heb dat toen ook opgezocht, denk ik, maar het bleek niet te bestaan. Trouwens, het Boek der Raadgevingen, hoe komt ge daarop? Fascinerend. Maar ik vond het vooral erg mooi.
Een Boek der Raadgevingen... Spiritualiteit uit duistere tijden? Verdwenen stukje Prediker? Delphische orakeltaal voor radeloze heersers? Of zullen we het gewoon houden op een bezwerende riedel van de immer opjuttende José Saramago zelf? Voor Marc Noppen mag het gerust begrepen worden als een sterke aanbeveling voor CEO’s, politiekers en dito beleidsvoerders in benarde tijden… Kijken. Zien. Waarnemen.

Want zo kan - naast vele andere - De stad der blinden in tijden van een falend gezondheidsbeleid ook gelezen worden: als een allegorische versie van Gewoon Anders, de scherpe terugblik van Marc Noppen op het rampjaar 2020. Met visionaire ambities voor de gezondheidszorg van morgen…
MN: De stad der blinden heb ik meer dan een keer gelezen. Niet gemakkelijk. Vooral vanwege de bizarre structuur en de eigenzinnige interpunctie. Wie zegt wàt? Ge moet er uw verstand bijhouden. Maar de eerste keer heb ik het toch in één ruk uitgelezen. Omdat ik benieuwd was naar de afloop. Het is ook een visionair verhaal. Knap geschreven. Spannend. En onwaarschijnlijk... Tot ge de covidcrisis meemaakt en op een vreemde manier in die allegorische wereld van Saramago terechtkomt. Met mensen die hier in het ziekenhuis voor uw ogen doodgaan. Terwijl anderen, hele goede kennissen, zelfs vrienden, dat dan weer staalhard ontkennen. Dus ook met believers en nonbelievers. Een rare realiteit. En die zich nu herhaalt met Oekraïne… Daar krijg je ook te maken met nonbelievers die om onduidelijke redenen beweren dat het allemaal fakenews is. En dat Poetin in feite een brave mens is… Terwijl nog anderen dan weer zeggen dat je de media deze keer wél mag geloven: ‘Want mijn vrouw is Oekraïense. En die is getuige. En zegt dat het waar is…’ Vergelijkbaar met de Vrouw van de Oogarts die aan het einde van De stad der blinden tegen de Blinde Oogarts, haar man, zegt: ‘Ik denk dat we niet blind zijn geworden, ik denk dat we blind zijn, Blinden die zien, Blinden die ziende niet zien.’ Toepasselijk…
Toepasselijk. Daarom, en wanneer gevraagd naar zijn vrijdenkend lijfboek, werd het de kroniek van de humanitaire ramp waarover Saramago bericht. Al had het ook La Peste kunnen zijn. Want even was er nog twijfel tussen het existentiële absurdisme van Camus en de ironie van menselijk verval wanneer Saramago de Witte Ziekte laat toeslaan en genadeloos het iele vernislaagje beschaving en humanisme wegkrast. Het prikkelende cynisme van Saramago haalde het. Blindheid!
De stad der blinden is een dystopisch verhaal met een ontredderde mensheid in de hoofdrol en leest nog steeds weg als een trein. Ondanks de moeilijke zoektocht doorheen de tergende interpunctie en schrijfstijl van Saramago. Het boek beschrijft de paniekerige reactie van een mensheid die getroffen wordt door een wurgende pandemie. De overheid roept de noodtoestand uit en isoleert de eerste getroffenen in een leegstaande psychiatrische instelling. Vanaf dan wordt het een genadeloze strijd om te overleven. Survival. Beschaafde mensen – humanisten? – vervallen tot Schoften: eigenbelang, wetteloosheid, verkrachting, moord, brandstichting, plundering, uitbuiting, vernedering, … Een groep van zeven mensen geleid door een ziende vrouw kan ontsnappen, maar komt nog meer terecht in een helse en totaal ontaarde wereld vol wreedheid, beestigheid, plundering, verloedering, … Toch weten zij hun menswaardigheid te behouden en zich daardoor te redden. En dan – mirakel! – kunnen de blinden een voor een terug zien. Gevolg: dolle volksvreugde. En hoop op een betere toekomst. Of wordt het toch terug business as usual? Want: ‘De stad was er nog.’ Kijken? Zien? Waarnemen?

Podcast: 'We gaan u in uw kot steken...'
00:00 / 00:00

De stad der blinden kan op vele manieren gelezen worden. Naargelang de tijdsgeest telkens met een andere allegorische diepgang. In 2022 is dat – haast evident – vooral de zwartgallige kroniek van een slopende pandemie en een falend gezondheidsbeleid in een decor van wetenschapsoptimisme, #metoo, nonbelievers, antivaxxers, politiek wanbeleid. Maar verder ook bevolkt met personages à la Trump, Poetin of andere Bolsonaro’s, Overmarsen en Fabres. ‘Wie zien kan, neme waar!’

‘Volgens de jongste wetenschappelijke inzichten en de aan de actuele gerelateerde realiteit officiële interpretatie daarvan zou het dus gaan om een toevallige en ongelukkige, tijdelijke samenloop van eveneens nog niet opgehelderde omstandigheden, waarvan de pathogene ontwikkeling nochtans, zo stelde het regeringscommuniqué nadrukkelijk, uitgaande van de beschikbare gegevens die duidelijk een neergaande curve lieten zien, reeds merkbaar tendeerden naar een definitief eindpunt.’
De stad der blinden [p.115]
MN: Een regeringsmededeling. En daarna nog meer blablabla volgens Saramago… Onbekend virus… Een hoop onbegrijpelijke woorden… Slecht gecommuniceerd. Volzinnen van een halve pagina waarbij de regering in feite haar machteloosheid etaleert. En dan maar overgaat tot repressie. Geschreven in ’95 in absolute pre-covidtijden, maar het herinnert aan de aanpak van Wilmès I. Met dezelfde nietszeggende nonsens waarbij een regering toegeeft: ‘Ja, wij weten niet wat het is. Wij weten niet wat we moeten doen. En weet ge wat: we gaan u allemaal opsluiten. We gaan u in uw kot steken!’ Dat is wat de regering bij Saramago ook doet. Uw kot! Bij hem is dat dan wel een leegstaande psychiatrische instelling, maar het is zo herkenbaar. Want ook tijdens de covidpandemie waren er voorstanders van een omgekeerde lockdown. Dus zieken in een kot steken en de gezonden gewoon laten doen…
De politieke insteek van De stad der blinden is zondermeer duidelijk. In 1974 beleefde Portugal de Anjerrevolutie. Als overtuigd communist koesterde Saramago daarbij hoge verwachtingen, maar  na een woelige overgangsperiode kwam er slechts een parlementaire democratie. Waarna Saramago in ‘75 ook nog zijn baan als vice-hoofdredacteur bij de linkse krant Diário de Notícias verloor. Niet dus… Zijn communistische voorkeur zou blijven, maar ook de argwaan t.a.v. een democratisch bestel. De stad der zienden uit 2004 is een ironische parodie over de inertie en het gebrek aan daadkracht van die democratie: een na-ijverige en wantrouwige gemeenschap kan niet tot overeenstemming komen. Laat staan samenwerken… Het epitaaf van dat boek is: ‘Laat ons janken, zei de hond Boek der stemmen’. Toepasselijk. Dus wát democratisch crisisbeleid?

‘Wat zag je bij ons? Op een bepaald moment telde ons land zes ministers van Mondmaskers. Je moet dat eens proberen uit te leggen aan de mensen van de afdeling intensieve zorgen wanneer ze amper genoeg maskers hebben om zichzelf te beschermen. Er was een minister van Elastiekjes en een van Filters: ik snap niet dat ze niet van schaamte onder het tapijt zijn gekropen.’
Gewoon Anders [p.85]
Marc Noppen zag het gebeuren in de aarzelende aanpak van onze overheid tijdens de eerste coronagolf: paniek, traagheid, lockdowns, sluitingen, mondmaskers. Net zo goed als in de vele holle memo’s en onsamenhangende maatregelen… Dat kon je reeds lezen bij Saramago. Zoals in de regeringsmededelingen en de voedselbedelingen voor de samengedreven blinden: paria’s in een - niet toevallig - leegstaande psychiatrische kliniek…
MN: In De stad der blinden parodieert Saramago die onmacht van de overheid nog explicieter. Wanneer de Witte Ziekte uitbreiding neemt en vraagt om een kordaat optreden, wordt het nog duidelijker hoe kortzichtig en stupide de overheid wel is: isoleren, concentreren, bewaken, rantsoeneren, … Zodat de blinden uiteindelijk in een echte hel van ieder-voor-zich terecht komen en zich vertwijfeld afvragen:

‘Er zal toch wel een regering zijn, zei de eerste blinde, Volgens mij niet, maar als er een is, dan is dat een regering van blinden die blinden willen regeren, dat wil zeggen, het niets dat zich aanmatigt het niets te organiseren,’ Dus, ja, ook de regering is totaal, ja, machteloos in feite, hé. En dan gaat Saramago verder: ‘Dan is er dus geen toekomst, zei de oude man met het zwarte lapje, Dat weet ik niet, misschien is die er wel, maar waar het nu om gaat is uitzoeken hoe we kunnen leven in dit heden. Zonder toekomst heeft het heden geen enkele zin, is het net alsof dat niet bestaat, […]’
De stad der blinden [p.236]

Podcast: Mensbeeld
00:00 / 00:00

Mensen - de Mens? – zijn in De Stad der blinden rampzalig triestige wezens. Ze trappelen zomaar wat rond in hun eigen ontlasting. En die van de anderen. Blind, ontmoedigd en onbeholpen. Om stilletjes te huilen. Zonder te weten waar naartoe vallen ze terug op hun basale instincten. Overleven!

‘De oogarts zuchtte, het zou moeilijk worden hier. Onderweg naar de slaapzaal voelde hij ineens een sterke aandrang. Hij wist niet zeker of hij vandaar af in zijn eentje de toiletten kon vinden, maar hij besloot het erop te wagen. Hij hoopte dat er tenminste iemand aan gedacht had het wc-papier dat met de etenswaren was meegekomen daarheen te brengen. Twee keer vergiste hij zich, de nood werd steeds hoger en het was al bijna te laat toen hij eindelijk zijn broek kon laten zakken boven het hurktoilet. De stank sneed zijn adem af. Hij voelde dat hij in iets zachts was gaan staan, de uitwerpselen van iemand die ernaast had gemikt of die het gewoon maar had laten vallen, zonder zich ergens iets van aan te trekken. […] We worden hier nog gek van afgrijzen, dacht hij. Daarna wilde hij zich afvegen, maar er was geen papier. Hij tastte de muur achter zich af, waar de rolhouders moesten hangen, of de spijkers  waaraan bij gebrek aan beter zomaar stukken papier waren geprikt. Niets. Hij voelde zich vreselijk ongelukkig, ellendiger kon gewoon niet, zoals hij daar met gespreide benen hurkte en zijn broek probeerde op te houden, die op de walgelijk smerige grond hing, blind, blind, blind, en niet in staat zich nog langer te beheersen begon hij zachtjes te huilen.’
De stad der blinden [p.88]
MN: Ja, dat is Maslow, hé. Overleven! Heel wat passages in het boek gaan daarover. Het voldoen aan de primaire behoeften die Maslow bedoelde. Zoals bij het eten. Het eten dat komt. Met eerst de luidsprekers die gaan. En dan de poort die opengaat. Het eten dat wordt binnen gegooid. En dan die sukkelaars… Dat is echt een schilderij van Breugel, hé. De blinden die op de tast zoeken en grabbelen. Over elkaar vallen. Elkaar wegduwen en slaan. Het is erg bestiaal en bespottelijk, natuurlijk. Maar er zijn ook al die andere primaire behoeften, hé. Honger, dorst, ontlasting. En seks… Die vernederende taferelen waarbij de Schoften de vrouwen op een gruwelijke manier misbruiken… Onterend! Zelfs de Blinde Oogarts vergeet stiekem dat zijn vrouw kan zien en kruipt zonder scrupules in bed met het Meisje met de Zonnebril. Zijn mannelijke lusten achterna… Maar grappig: zijn eigen vrouw ziet dat door de vingers…
KVD: Toch wel nobel van de Vrouw van de Oogarts, hé? Het past misschien bij het verheffende beeld van de Vrouw van de Oogarts dat Saramago hier al wil meegeven. Op een ander moment laat hij haar immers zeggen: ‘Als we niet helemaal als mensen kunnen leven, laten we dan tenminste alles doen om niet helemaal als beesten te leven.’ Waarbij deze ‘in wezen simpele en elementaire woorden’ door de rest van de zaal verheven werd tot ‘een maxime, een sententie, een doctrine, een levensregel’. [p.111] Daarmee zal ze het groepje ook wijs in de goede richting gidsen. En bevrijden. Een nobele madam?
MN: Ja, zeer nobel. En ook belangrijk voor de rest van het verhaal. Maar ik denk niet dat mijn vrouw zo mild zou zijn… (lachje). Maar het is werkelijk de piramide van Maslow, hé. De basics. Het dierlijke dat de overhand halen. De rest telt niet meer…
KVD:Maar ook een ontluisterende beeld van de mens… Weinig verheffend, toch? Kan je Saramago dan wel een humanist noemen? Erg hoopvol is het allemaal niet, hé.

MN: Ja, maar het verhaal eindigt wel goed, hé. Plots verdwijnt die rare blindheid dan. En dan wordt er gefeest. Uiteraard. Zoals bij corona… De vraag is dan of we daar wel lessen uitgetrokken hebben… Ik denk dat die vierende mensheid ook heel snel weer vergeet. Te snel. Ook in het verhaal van Saramago. Waar ze helemaal ontregeld zijn na die tijd van bestiaal overleven. En dan plots terug kunnen zien? Ik denk dan ook terug aan covid. Het geheugen is kort, hé. Zeker het covidgeheugen. Toen er tijdens die eerste golf een heel grote bedreiging op ons afkwam en we eigenlijk nog van niets wisten, merkte je ook snel heel veel menselijkheid. Veel begrip en solidariteit. In onze sector was er ook een nooit geziene inzet. Heel duidelijk. Dat kan ik echt wel zeggen. Wij waren helden, hé. Maar nadien… En nu? Dat geheugen van de maatschappij is weg, hé. Ook al door die belofte van het Rijk van de Vrijheid. Daar kwam intussen echter een soort cynisme voor in de plaats. Zo van: ‘Daar zijn ze weer. Slechtnieuwsbrengers!’ En: ‘Zageventen!’ En: ‘Is het wel allemaal waar? En doen ze dat niet om hun zakken te vullen?’ Ge kunt niet geloven wat voor bagger ge dan over u heen krijgt. Terwijl ge probeert zo objectief mogelijk de feiten weer te geven. Maar dat lukt op een bepaald moment niet meer. Of veel moeilijker dan voordien…
Gezondheidszorg
KVD: Gewoon Anders gaat óók over die believers en nonbelievers. En over het geloof in wetenschap. Bij u is dat nadrukkelijk optimistisch. Vooruitgang is mogelijk. Zij het met vallen en opstaan. Met kleine en grote stappen. Ondanks de onvermijdelijke domheden van de politiek. Het wordt beter! Dat vind ik minder bij Saramago. Hij is geen optimist die gelooft dat wanneer de Witte Ziekte voorbij is het ook beter wordt. De stad der blinden eindigt met feestgedruis, maar ook met een open einde. Met in het beste geval het herstel zoals het voorheen was. Business as usual?

MN: Er is bij hem inderdaad dat open einde. Maar het is aan de lezer om over die toekomst na te denken…
KVD: Dat doet Saramago ook, hé. De stad der blinden ging over macht, politieke domheid, menselijkheid en overleven. In 2004 schrijft hij De stad der zienden. Min of meer een vervolg. Met daarin zijn twijfels over de democratie. Herkenbare twijfels?

MN: Het is een eeuwige oefening, hé. Was het niet Churchill die zei dat van alle mogelijke systemen de democratie de minst slechte was? Alles hangt af van de context en de tijd waarin men leeft. Maar bij een acute crisis is de democratie zoals wij haar hebben opgevat en beoefenen volgens mij niet werkbaar. Dat is geen waardeoordeel over de democratie, hoor. Alsof ik plots een autocraat zou zijn. Op momenten van crisis is het een kwestie van snelheid. Dan is het niet meer het primaat van de politiek. Dat zegt ook de WHO. Ik had ooit een discussie in De Afspraak met minister Crevits. In volle tweede golf bleef zij maar herhalen dat er zo goed overlegd is geweest tussen alle negen lasagnelagen van onze regering. Maar het ergste dat je kan doen in een pandemie is níét beslissen. En dat heeft men bij herhaling gedaan: ‘Volgende week gaan we overleggen of er de week daarop een overlegcomité komt…’ Herinnert u zich dat? Dit is gewoon fout crisismanagement. En dan moet je niet afkomen met: ‘Ja, maar dit is democratisch.’ Voor mij betekent democratie: in vredestijd met elkaar afspreken hoe je in crisistijd zult handelen. Een democratisch bestuur van een land… Als je dat uitsluitend doet op basis van ideologieën en standpunten dan geraak je nergens. En als we dan spreken over de hervorming van de gezondheidszorg? Dan is het eerste wat ik zie de ballonnekes die worden opgelaten. Deze of gene politieke figuur die dan zegt: ‘Ik vind dat we moeten regionaliseren.’ Of een andere : ‘Ik vind dat we moeten federaliseren.’ Stop it! Want dan begint een ideologische stellingenoorlog die nergens naartoe leidt. Begin misschien eerst met samen af te spreken: ‘Wat voor gezondheidszorg willen we eigenlijk? En hoe gaan we dat technisch zo goed mogelijk realiseren?’ En dan kan je dat vertalen naar: ‘Wat is dan het beste organisatiemodel?’ Federaal? Regionaal? Provinciaal? Gemeentelijk? I don’t know! And I couldn’t care less op welk niveau het zich afspeelt… 
Democratisch? Dàt is volgens mij democratie. Want tíjdens de oorlog is er geen tijd om democratisch te overleggen hoe je gaat handelen. Neem nu de oorlog in Oekraïne. En kijk naar de vlugge reactie van Sammy Mahdi op de toestroom van Oekraïense vluchtelingen. Geen gepalaver, maar beslissen. Verfrissend efficiënt. En humaan...
KVD: Snelheid en efficiëntie. De oorlog in Oekraïne. Maar daar zou Poetin misschien gelijkaardige argumenten kunnen aanvoeren voor zijn dictatoriaal optreden. Zoals in romeinse tijden… Is er een verschil?

MN: Ik weet niet wat de drijfveren van Vladimir Vladimirovich zijn, maar die zijn zeker niet humanistisch of opbouwend. Ik kan me dat niet voorstellen… Weet ge, ik heb ooit ergens gelezen: ‘Goede mensen doen goede dingen. Slechte mensen doen slechte dingen. En alleen nationalisme en religie slagen erin om goede mensen slechte dingen te laten doen.’ Daarom ook mijn aversie van zowel blind, fanatiek geloof als fanatiek nationalisme…
KVD: In Gewoon Anders gaat het over medische problemen en de aanpak van een pandemie. En de lessen die we daaruit moeten trekken voor een toekomstig gezondheidsbeleid… Waar ligt het verschil?

MN: Daarbij gaat het dan om vertrouwen. Dat is het uitgangspunt: vertrouwen. Ik ga ervan uit dat de meeste mensen het goed bedoelen. Ik ben misschien een absolute idealist, maar daar geloof ik nog altijd in. Ook hier in dit ziekenhuis. Want ik merk toch wel dat de meeste mensen het goede willen doen. Omwille van het goede... Daar ben ik echt van overtuigd. Maar we moeten ook vertrouwen hebben in wat we de voorbije tweeduizend jaar hebben geleerd. Alles - of toch heel veel van wat we hebben bereikt - heeft te maken met wetenschappelijke vooruitgang. Ongeacht de nadelen daarvan zoals de plundering van de planeet. Ge kunt daar voor of tegen zijn, maar ik zie dat elke dag hier in het ziekenhuis: dat model werkt. Wetenschap werkt! Wij hebben daarvan ongelooflijke staaltjes gezien in de wetenschappelijke wereld. Tijdens de crisis hebben we met een systeem van open source heel veel kennis en knowhow gedeeld. Spijtig genoeg nog niet alle patenten, maar toch heel veel… En wat mij dan raakt, is dat een aantal mensen - slimme mensen! - weigeren dat te geloven. En er vanuit gaan dat dit een complot is. Of andere nonsens vergelijkbaar met het judeo-maçoniek complot van enkele jaren geleden… Of George Soros en Bill Gates die de wereldmacht willen veroveren en daardoor allerlei pandemieën bedenken om hun vaccins te kunnen verkopen…

Podcast: De vrouw van de oogarts
00:00 / 00:00

In De stad der blinden geen humanisme met een grote H. Wel een scherpe filering van de menselijke tekorten en perfide kantjes. Mensen zijn intrieste en bespottelijke creaturen: onbeholpen en zeker niet in staat tot grootse dingen. Wanneer de Autodief zonder scrupules de Eerste Blinde besteelt, maakt Saramago ons daarmee meteen duidelijk dat de miserie van de een niet zorgt voor compassie of solidariteit. Homo homini lupus! De ellende van de een is het voordeel van de ander…
Struikelende en tastende mensen die zich met vallen en opstaan een weg zoeken. Blind! Maar toch met een licht voordeel van de twijfel over hun kunnen? Misschien, want af en toe een tikkeltje toeval en meeval. En heel wat mirakels… Eerder een meewarig humanisme dan? Zeker wat de mannen betreft. Want niet toevallig wordt de blinde mensheid gered door een - ziende - vrouw. Ze leidt dan wel een wraakzuchtige en moordend verzet tegen de sadistische vernederingen en verkrachtingen door de Schoften, - #metoo - maar Saramago tekent haar toch als een reddende engel: empathisch, altruïstisch, … Én met een bezwaard gemoed: ‘wie van ons vindt zichzelf nog net zoveel mens als hij vroeger dacht te zijn, ik bijvoorbeeld heb iemand vermoord’. [p.236] De Vrouw van de Oogarts - Pilar? Violante? - heeft een geweten. Marc Noppen noemt haar graag een ‘gesublimeerde leidster’…
MN: Ik zeg daar ook iets over in mijn boek, hé. Ik heb het geluk gehad om een aantal goeie gesprekken te mogen voeren met onze rector Caroline Pauwels. Die een hele frisse en goeie kijk heeft op een heleboel dingen… We hebben het bijvoorbeeld gehad over het feit dat er in dit ziekenhuis zo weinig vrouwen in leidinggevende functies zitten. Terwijl als je kijkt naar de afstuderende artsen dat er 2/3 daarvan vrouwen zijn. En voor mij is het niet perse omdat het mannen zijn dàt… Of perse omdat het vrouwen zijn dàt… Ik geloof nogal in natuurlijke evenwichten. Maar samen met collega’s stel ik ook vast dat de meest succesvolle aanpak van covid in Europa en ook in Nieuw-Zeeland op een bepaald moment van jonge vrouwen kwam. Jonge vrouwen! En dan denk ik: mocht Poetin een jonge vrouw geweest zijn, zou ze dan Oekraïne zijn binnengevallen? Mocht Lehman Brothers de Lehman Sisters geweest zijn, zouden we dan een financiële crisis gehad hebben? Vandaar misschien de Vrouw van de Oogarts…
‘Wil je weten wat ik denk, Ja, wat, Ik denk dat we niet blind zijn geworden,
ik denk dat we blind zijn, Blinden die zien, Blinden die ziende niet zien.
De vrouw van de oogarts stond op en liep naar het raam. Ze keek omlaag,
naar de straat vol afval, naar de mensen die juichten en zongen. Daarna hief ze haar hoofd op naar de hemel en zag dat die helemaal wit was, Nu is het mijn beurt, dacht ze.
Van schrik sloeg ze haar ogen neer. De stad was er nog.’

De stad der blinden [p.304]

Karel Van Dinter en Marc Noppen
Meer lezen?

Titel: Gewoon Anders
Auteur: Marc Noppen 
Uitgever: Borgerhoff & Lamberigts
ISBN 978 94 63934367 
Druk: 2021 

Titel: De stad der blinden
Auteur: José Saramago
Uitgever: Meulenhoff Amsterdam
ISBN 90 290 6719 5
Druk: 2000
Marc Noppen
Karel Van Dinter
Non-fictie
Moraalfilosoof
_Karel Van Dinter Moraalfilosoof
Meer van Karel Van Dinter

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies