Kwintessens
Geschreven door Johan Braeckman
  • 1394 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

16 februari 2024 Negende brief van Johan Braeckman aan Ronald Soetaert
Beste Ronald
Het is er dan eindelijk toch eens van gekomen, mede dankzij onze briefwisseling. Het waren aangename uren bij je thuis, waar je tussen honderden of zelfs duizenden dode en levende schrijvers woont. Ik complimenteerde je heel oprecht met je kookkunsten, en je was zo eerlijk om me het adres van de traiteur te geven. Iets op de juiste manier opwarmen is trouwens ook niet zo eenvoudig. En dat flesje wijn van onze goede vriend Francis Coppola was zonder meer uitstekend.
Het eerste wat me opviel: je was het recente boek van Sarah Bakewell aan het lezen, De humanisten. Het is allicht geen toeval dat ik er toen ook in zat verdiept. Net als ik was je blijven hangen bij haar uitleg over de correspondentie van de renaissancehumanisten. Dat begon al met Petrarca, in de veertiende eeuw. Hij schreef brieven naar lang geleden overleden schrijvers, 'vanuit het land van de levenden'. Dat spreekt me aan. Hij gaat in dialoog met klassieke auteurs, in het bijzonder met de Romeinse politicus, filosoof en redenaar Cicero (106-34 v.o.t.), waarvan hij trouwens eigenhandig een drietal brieven vond. Akkoord, het woord dialoog is niet helemaal correct, want Petrarca is de enige die echt aan het woord is. Vragen stellen aan de doden is relatief gemakkelijk, hen laten antwoorden is toch wat anders. Maar toch: door zijn grote voorbeelden uit de oudheid aan te schrijven, kreeg Petrarca zijn gedachten, vragen en dilemma's scherper voor de geest. Dankzij zijn grondige kennis van hun werk, kon hij zich hun reactie voorstellen. Misschien voerde hij in het binnenste van zijn bewustzijn ook gesprekken met de oude denkers. Er schijnen veel mensen te zijn die inwendig met de doden praten. Sommigen horen zelfs de antwoorden met een bijbehorende stem, alsof de ander zich in dezelfde ruimte bevindt. Zelf ben ik daar niet goed in, ik heb het geprobeerd. Ik kan me bijvoorbeeld mijn vader vrij makkelijk voor de geest halen, ook al is hij al jaren geleden overleden. Maar hem laten antwoorden op een vraag van me, of hem iets luidop laten zeggen, is heel wat lastiger. Als ik er de juiste stem bij wil, loopt het vast. Dat kan te wijten zijn aan een gebrek aan verbeelding van mijnentwege, ik weet het niet. Diegenen die er echt goed in zijn, riskeren wellicht meer vatbaar te zijn voor hallucinaties. Oliver Sacks en Douwe Draaisma schreven daar mooie teksten over. Ik las bij hen over het syndroom van Bonnet. Wie eraan lijdt, ziet in zijn directe omgeving allerlei dingen die er niet zijn, of zelfs niet bestaan. Een tijger in de slaapkamer bijvoorbeeld, of kaboutertjes en elfjes. Het is geen psychiatrische aandoening, maar het gevolg van oogaandoeningen of slechtziendheid, vooral op oudere leeftijd. Wie hallucineert door het syndroom van Bonnet, beseft dat de vreemde waarnemingen niet echt zijn. Maar men praat er niet graag over, uit angst om voor gek te worden versleten. Onlangs vertelde een psychiater me over een patiënt met het syndroom. Hij zag koboldachtige wezentjes op de eettafel en in de kast, en begreep glashelder dat ze niet echt waren. Toen de psychiater hem vroeg of hij het vervelend vond om ze te zien, zei hij: 'neen, maar ik hou er niet van dat ze mijn koffie opdrinken'.
Ik wijk af, al zijn hallucinaties van allerlei slag ook wel een mooie invalshoek om onze gedachtewisseling over waarheid en onwaarheid, feit en fictie verder te zetten.
Even terug naar Petrarca. Hij schreef ook brieven aan familieleden en vrienden, waaronder Giovanni Boccaccio. Las jij ooit de Decamerone? Ik bladerde er al tientallen keren in, en lees dan iedere keer willekeurig een verhaal. Telkens neem ik me dan voor om het boek eindelijk eens van begin tot einde door te nemen. Het komt er wel eens van. Binnenkort verlaat ik de universiteit, dan komt er meer tijd vrij om te lezen. Tenminste, dat hoop ik toch. Het is soms hoogst merkwaardig hoe een dag zich vult met allerlei ongeplande activiteiten waaraan ik helemaal niet wil deelnemen.
Maar goed, lezen lukt wel. Momenteel V13, van de Franse schrijver Emmanuel Carrère. Hij volgde het proces over de terreuraanslagen van vrijdag 13 november 2015, vandaar V(endredi) 13. Ik volgde dat, jij ook wellicht, op het nieuws en in de kranten. Negen islamitische commandoleden vermoordden in Parijs, bij het Stade de France, op caféterrassen en in de theater- en concertzaal Bataclan 130 mensen. Er waren 416 gewonden, waarvan honderd zeer ernstig. Die negen zijn dood. Ze bliezen zichzelf op, of de politie schoot ze neer, zeven op de dag zelf. Zes andere betrokkenen zijn wellicht ook overleden, maar men weet het niet helemaal zeker. Van veertien anderen zijn er elf waarvan men aannam dat ze van oppervlakkig tot heel sterk betrokken waren bij de aanslagen. Het proces draaide vooral rond die elf, waaronder de Franse Molenbekenaar Salah Abdeslam en de Marokkaanse Belg Mohamed Abrini, die ook in Molenbeek opgroeide. Sommige terroristen moeten dan later nog in België voor de rechter verschijnen, omwille van hun betrokkenheid bij de aanslagen in Brussel en Zaventem van 22 maart 2016.
Abdeslam wou in eerste instantie niet praten tijdens het proces. In plaats van vragen te beantwoorden zei hij telkens de kern van zijn geloofsbelijdenis: 'Ik getuig dat er geen andere god is dan Allah en dat Mohammed zijn profeet is'. Het is al vaker gezegd: Dostojevski heeft ongelijk. Het is onjuist dat alles toegelaten is, mocht God niet bestaan. Het is veeleer omgekeerd: als God bestaat, is alles toegelaten. Tenminste toch voor wie denkt te handelen in Gods naam. Alsof enkel hij weet wat God wil. Zoveel mogelijk ongelovigen afknallen bijvoorbeeld, of jezelf laten ontploffen in een zaal vol jongeren. Je zal op dit punt zeker met me instemmen, Ronald: wie de absolute waarheid in pacht heeft, komt zelden aan de goede kant van de geschiedenis terecht. En wie die waarheid van God zelve heeft vernomen, riskeert alle menselijkheid te verliezen. Dat gebeurt niet noodzakelijk van de ene dag op de andere. De negen omgekomen moordenaars verbleven eerder – vermoedelijk – in Syrië. Islamitische Staat eiste de aanslagen op, en had het over de negen als 'de leeuwen van het kalifaat'. Er werden opnames van hen verspreid, van enkele maanden vóór de aanslagen in Parijs. Ze onthoofdden mensen, blijkbaar met sprekend gemak. Alsof ze aan het oefenen waren voor het grotere werk, gepland in Parijs. Overlevenden van de aanslag in de Bataclan gaven het ook aan: de schutters beleefden er genoegen aan om mensen aan flarden te schieten. Carrère maakt er een pijnlijke, maar ware opmerking bij. Hij verwijst naar de gedachte, zoals naar voren gebracht door Emmanuel Levinas, dat het veel moeilijker wordt om iemand te doden als je hem eerst in de ogen keek. De onthoofdingsvideo's van Islamitische Staat, schrijft Carrère, 'halen dit geruststellende idee volledig onderuit'.
Al even ontluisterend is het inzicht dat de jihadisten geen enkel respect hebben voor andere mensen, ook niet voor gematigde moslims – die ze eerder als collaborateurs dan als gelovigen zien – behalve voor extreemrechtse, zogenaamde identitairen, die tenminste inzien wat de jihadisten ook begrijpen: hun mens- en wereldbeelden, hun ideologieën en samenlevingsvisies zijn volkomen onverenigbaar. Ook de veelgehoorde dooddoener dat de terreuraanslagen uitgevoerd door moslims 'niks met religie te maken hebben', mag voor eens en altijd naar de prullenmand. Natuurlijk hoeft men niet religieus te zijn, ook niet fanatiek en fundamentalistisch, om aanslagen te plegen, maar het helpt soms wel. Mohamed Abrini bijvoorbeeld – die we sedert de aanslag in Zaventem kennen als de man met het hoedje –, noemt de koran 'zijn enige vriend'. Hij vindt zichzelf niet radicaal, maar is simpelweg van mening 'dat de sharia de goddelijke wet is die boven die van de mensen staat'. Tijdens een verhoor over de verkrachtingen door IS zegt hij dit: 'U kunt het verkrachten noemen, ik noem het geboortepolitiek'. Dat zoveel mensen 'enkel de negatieve kanten' zien van de 130 doden, ziet hij als een bewijs van hun 'achterdochtigheid'.
Maar Abrini's belangrijkste uitspraak is deze: 'We zijn niet met een kalasjnikov uit de buik van onze moeder gekomen'. Dat is vanzelfsprekend juist. Niemand komt als terrorist, seriemoordenaar of verkrachter ter wereld. Men wordt het. De vraag is hoe. En waarom? Carrère geeft geen antwoord, het is ook niet de invalshoek van zijn boek. Hij verslaat het proces, de ontwikkelingspsychologische geschiedenis van de beschuldigden is een ander onderwerp, net zoals de bredere historische en sociologische context waarin de daders zich bevonden. Als lezer kan je niettemin niet anders dan je afvragen hoe al die moslimjongeren, niet enkel die van de terreur in Parijs en Brussel, maar ook die van de vele tientallen aanslagen in zoveel andere steden de voorbije decennia, transformeerden van spelende kinderen tot blowende tieners en niet eens zo lang daarna tot massamoordenaars. Religie speelt in hun geval duidelijk een rol, toch vanaf een bepaald moment, maar het is doorgaans geen voldoende, noch noodzakelijke factor. De Noor Anders Breivik vermoordde 77 mensen. Religie had geen invloed op zijn gruweldaden, tenzij onrechtstreeks: hij noemt de toenemende invloed van de islam in Europa schadelijk. De Amerikaanse terrorist Theodore Kaczynski was al helemaal niet gemotiveerd door godsdienstige overwegingen. Hij wou met zijn aanslagen een statement maken tegen de dominantie van wetenschap en technologie in de westerse samenleving. Maar zowel de moorden van Breivik als die van Kaczynski blijven onbegrijpelijk als we ze enkel vanuit hun extreme ideologieën willen vatten. Er zijn veel mensen die de islam, of wetenschap en technologie, bijzonder problematisch vinden. De overweldigende meerderheid daarvan doet simpelweg niets, of houdt het bij trolberichten op Facebook of andere asociale media. Er zijn ook bijzonder veel mensen die diep, zelfs fanatiek religieus zijn, en die geen vlieg kwaad doen. Een aantal onder hen is onverdraagzaam of zelfs haatdragend, maar de kans dat ze geweld plegen, is vrijwel onbestaande. Dat geldt ongetwijfeld ook voor je buurman, waarover je schrijft in je brief aan me, waarvoor trouwens mijn grote dank. Een herkenbaar verhaal, vrees ik. De 'steeman', de stadsmens, die op de buiten gaat wonen en te horen krijgt dat de zaden van zijn esdoorn schadelijk zijn voor de paarden. Dan hak je voor de lieve vrede die boom om, om vervolgens in een dispuut over de braamstruiken te verzeilen. En als het dat niet is, dan is 't iets anders. En heel erg uitvergroot, over verschillende generaties heen getild, met nog enkele complexiteitsniveaus er bovenop, geeft dat Israël en Gaza, Rusland en Oekraïne, en zoveel duizenden of tienduizenden andere hartverscheurende drama's, van de Grieken en de Perzen tot het bloedige conflict in Tigray, Ethiopië, om er eens eentje te noemen dat nauwelijks aandacht krijgt. (Ik ben copromotor van het doctoraatsonderzoek van een Ethiopische student en doe verwoede pogingen om te begrijpen wat daar allemaal aan de hand is, het is even verschrikkelijk als ondoorgrondelijk.)
Terreuraanslagen, oorlogen, genocides. De donkerzwarte kant van de menselijke natuur. Men heeft het vaak over 'onmenselijk' gedrag, als de gruwel wordt beschreven. Wat natuurlijk een ontkenning is van het ontwerp van onze soort. Ook als mensen zich zogenaamd als beesten gedragen, zijn het nog steeds mensen. Dat voelt vaak ongemakkelijk. Als de nazibeulen mensen waren, dan zijn ze lid van onze club, terwijl we er ons liefst zoveel mogelijk van distantiëren, alsof ze tot een andere soort behoren. 'Engelsheid en diersheid mengen in den mens zich ondereen', luidt het bij Vondel, en we begrijpen perfect wat hij bedoelt. Zelfs een optimistische humanist kan er moedeloos van worden. Het lijkt zo onvermijdelijk, al dat geweld, die oorlogen en die terreur. Niettemin ga ik ervan uit dat meer en beter inzicht in het hoe en waarom, kan leiden tot vermijden en voorkomen. Of toch in elk geval de kans daarop vergroot. Ik zou daar graag een volgende keer dieper op ingaan, naar aanleiding van de boeken van Christophe Busch (De duivel in elk van ons) en Robert Sapolsky (Behave, en Determined). Zware kleppers, letterlijk en figuurlijk trouwens, maar buitengewoon leerzaam.
Ik wou onze dialoog wat laten wegdrijven van de vraag of er zoiets is als waarheid, maar ik merk dat ik het er niet bepaald vrolijker op heb gemaakt. Dat spijt me, al kan ik het ook niet echt verhelpen. We moeten hier doorheen, de actualiteit noopt ons ertoe. De geschiedenis trouwens ook. Overigens duiken ook hier waarheidskwesties op: de terroristen waarover Carrère schrijft, twijfelden geen seconde aan hun grote gelijk. En soms blijf je bij een opmerking hangen. Dat we hypocriet zijn bijvoorbeeld, omdat we zoveel aandacht geven aan honderddertig doden in Parijs, maar nauwelijks een traan laten voor de tienduizenden slachtoffers in Syrië en elders in het Midden-Oosten. Isa Gultaslar, een Belgische advocaat die Sofien Ayari verdedigde, zei in zijn slotpleidooi dat de reden waarom de aanslagen plaatsvonden niet het geloof is, maar de oorlog in Syrië. Frankrijk neemt daaraan deel, en daarom zouden de misdaden die in Parijs zijn begaan niet zozeer onder het nationale antiterreurrecht vallen, maar onder het internationale oorlogsrecht. Het proces mocht dus niet over terreurdaden gaan, maar over oorlogsmisdaden. Het leek me een deels moedige, deels wanhopige poging om het onverdedigbare te verdedigen, maar binnen een juridische context kan het misschien waar zijn, ik heb geen idee. Misschien moeten we samen Truth and Truthfulness (2002) lezen, van de Britse filosoof Bernard Williams. In haar recente werk Ken jezelf noemt Tinneke Beeckman het 'een briljant boek'. Williams heeft het over 'waarachtigheid', wat een ander begrip is dan 'waarheid'. We komen er nog wel op terug.
Het is aan jou om bij mij op bezoek te komen. Er liggen enkele goede flessen wijn in het rek en er staan een paar trappisten in de frigo. Iets lekkers om te eten kunnen we ook wel regelen.
Hartelijke groet
Johan
29 januari 2024
Kwintessens
Voormalig hoogleraar wijsbegeerte, auteur en lid van de humanistische denktank Kwintessens
_Johan Braeckman -
Meer van Johan Braeckman

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws