Kwintessens
Geschreven door Fons Mariën
  • 7474 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

22 juli 2019 Is dat nog van deze tijd … ?
'Vlees van kangoeroes in de supermarkt verkopen is niet meer van deze tijd', zo heb ik een tijd geleden gehoord tijdens het journaal. 'Vijf rijvakken in de Belliardstraat is niet meer van deze tijd', aldus Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet, eveneens in het journaal. 'Dat soort programma's is niet meer van deze tijd', kreeg ik te horen van mijn hiërarchische overste toen ik – jaren geleden bij de VRT – pleitte voor de vroegere Radio 1-programma’s die 's avonds 'gekleurd' waren qua muziekkeuze: de ene avond jazz, de andere avond folk, nog een andere avond klassiek … Neen, het moesten gemengde muziekprogramma's worden volgens een 'worstmodel': alle muziekgenres door elkaar gedraaid. Wat in de praktijk vooral popmuziek betekent.
Wie erop let, merkt dat de uitdrukking 'dat is niet meer van onze tijd' geregeld opduikt in conversaties en vooral in pogingen om anderen van iets te overtuigen. Het klinkt als een argument, maar is het dat ook? In deze gevallen pretendeert de spreker iets te weten over deze tijd en wat er wel of niet meer in past. Maar klopt dat wel?
Als het om technische of technologische kwesties gaat, is het gemakkelijker vast te stellen of iets nog actueel toepasbaar is of niet. Als ik (geboren in 1955) aan mijn persoonlijke ervaringen denk, dan herinner ik me nog hoe ik in de vroege jaren '60 op school leerde schrijven met een griffel en een lei. Als student in de jaren '70 hanteerde ik een schrijfmachine en een stencilmachine. Ik denk niet dat er nog iemand is die deze werkwijzen als van deze tijd zou bestempelen, nu kinderen op school al met een tablet leren werken en elke student een laptop heeft.
Als het om andere kwesties gaat, is het veel moeilijker om te toetsen of diegene die deze uitdrukking in de mond neemt, het gelijk aan zijn/haar kant heeft. Terugkijkend op vroegere periodes is het iets makkelijker om dat uit te maken. Recent las ik bijvoorbeeld De jaren zestig. Een cultuurgeschiedenis van Geert Buelens, een vuistdik boek van meer dan duizend bladzijden dat ik gerust als een standaardwerk over dat decennium zou betitelen. Wie over de jaren '60 spreekt, denkt inderdaad aan een bepaalde tijdsgeest. Niet voor niets is The times they are a changin' van Bob Dylan een typerende song. Als er één iets is dat kenmerkend is voor die jaren, dan is dat het in vraag stellen van autoriteit, macht en gezag (familiaal, op school of unief, wereldlijk en geestelijk gezag) door de jongere generatie. Dat gebeurde op een wijze en een schaal die voordien ongezien was. Waar eerst 'omdat ik het zeg' of 'omdat ik die of die functie bekleed' bijna vanzelfsprekend waren, werden deze uitlatingen niet meer aanvaard. Het zijn immers geen inhoudelijke argumenten. Alhoewel niet iedereen nu dezelfde visie heeft op deze periode (naargelang van de ideologische positie), kan je toch gemakkelijker een consensus vinden over wat de tijdsgeest van die periode genoemd wordt.
Maar bij kwesties die over de hedendaagse tijd gaan, is het veel onduidelijker wat al dan niet van deze tijd is. Het is dan veeleer een argument dat past in een standpunt. Of een redelijk subtiele manier om de gesprekspartner duidelijk te maken dat hij/zij niet meer mee is met de tijd. In het geval van Pascal Smet kaderde zijn uitspraak in het plan om een rijstrook voor auto's te schrappen om plaats te maken voor fietspaden. Meer fietsen in de stad en minder auto's is blijkbaar een keuze die past in een groene politiek, denk maar aan het circulatieplan in Gent dat uitgewerkt werd door schepen Filip Watteeuw (Groen). In dit geval kan je makkelijk beamen dat dit een evolutie is die eigen is aan deze tijd, die kadert in een steeds groter wordend milieubewustzijn. Zo ook wat de klimaatpolitiek betreft kan men met recht en reden stellen dat klimaatontkenners (genre Donald Trump of Jean-Marie Dedecker bij ons) niet meer van deze tijd zijn.
'Is raamprostitutie nog wel van deze tijd?', kopte De Morgen op 10 juli jl. boven een interview met Hans Vandecandelaere, auteur van En vraag niet waarom. Sekswerk in België, en dat n.a.v. de discussie over de Amsterdamse walletjes. De geïnterviewde bevestigt dat de tolerantie voor openlijk sekswerk dalende is. De affirmatieve vorm 'dat is niet meer van onze tijd' heeft dus een variante in de vragende vorm. Die vorm heeft op het eerste gezicht minder pretentie, maar impliceert vaak het antwoord en is dan een retorische vraag. 'Is reizen per vliegtuig nog van deze tijd?', vroegen sommigen zich al dan niet luidop af ten tijde van de klimaatbetogingen in de eerste maanden van dit jaar. Ook deze vraag past in het ecologische denken en kan dus typerend voor deze tijd genoemd worden. Maar het standpunt dat erachter schuil gaat, wordt minder algemeen gedeeld. Een dergelijke vraag kan wel aanleiding zijn tot een debat.
Na de verkiezingen van 26 mei dook de volgende prangende vraag op in debatten: 'is het cordon sanitaire nog van deze tijd?' 'Neen, het cordon sanitaire is niet meer van deze tijd', lijkt de vragensteller te suggereren. Ook een retorische vraag dus. De vragensteller die het antwoord impliciet geeft, gaat in dit geval voorbij aan het feit dat de politieke schutskring rond het Vlaams Blok indertijd is ingesteld omwille van het racistische karakter van hun discours. Racisme is jammer genoeg van alle tijden, de strijd tegen racisme kent dus geen vervaldatum.
Samenvattend kan je deze zegswijze – zowel in de vragende vorm als in de affirmatieve – typeren als een vorm van retoriek. Het politieke debat is bij uitstek gekleurd door het gebruik van verschillende vormen van retoriek. Deze zegswijze kan een manier zijn om een gesprekspartner te overtroeven door de implicatie dat die niet meer bij de tijd is. Je vinger leggen op de polsslag van de tijd is niet iedereen gegeven. De uitdrukking alludeert immers aan het ongrijpbare begrip tijdsgeest. Er is geen objectieve manier om vast te stellen of iets (een fenomeen, trend, voorstel, standpunt …) wel of niet 'van deze tijd' is. Er schuilt integendeel veel subjectiviteit in, die al dan niet kan worden beaamd door een groep mensen met dezelfde denktrant (intersubjectiviteit). Slechts zelden kun je zonder discussie vaststellen dat iets echt past bij de tijd. Het kan geen kwaad bij deze uitdrukking stil te staan wanneer ze gebruikt wordt en zich af te vragen of de bewering wel klopt en wat die precies inhoudt.
Kwintessens
Fons Mariën is auteur van 'Ik ben geen witte man. Over racisme en woke-activisme', uitgave in de reeks Kwintessens-cahiers.
_Fons Mariën Auteur
Meer van Fons Mariën

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws