7 juni 2021
Belkacem en Conings, twee kanten van dezelfde medaille
In het recent weer opgelaaide debat over de neutraliteit van de overheid stelt Jurgen Slembrouck de zaken op scherp door een duidelijke keuze te maken tussen multiculturalisme en (politiek-filosofisch) liberalisme. Niet cultureel lidmaatschap, maar menselijke waardigheid gebaseerd op zelfbeschikkingsrecht vormt de basis voor het burgerschap in een liberale rechtsstaat.
'De aard en de begrenzingen van de macht die de samenleving rechtens kan uitoefenen over het individu zal weldra aan de dag treden als het meest wezenlijke probleem van de toekomst.' Vandaag blijkt nog maar eens hoe profetisch deze woorden zijn. Ze zijn van de filosoof John Stuart Mill die ze in 1859 optekende in zijn boek On Liberty. Steeds meer zijn we verdeeld door de godsdienstvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Of we zijn op zijn minst onzeker over waar hun grenzen liggen.
Gelet op de grote diversiteit die onze samenleving kenmerkt, is die verdeeldheid uiteraard bijzonder problematisch. 'Meer dan ooit is de afwijzing van de ander vaak zo openlijk. Meer en meer mensen trekken zich terug in de veilige werkelijkheid van de eigen groep', schrijft het gelijkekansencentrum Unia in zijn jaarverslag.
Wie kijkt naar de politieke discussies die hierover gevoerd worden, kan niet anders dan vaststellen dat die vaak niet verder reiken dan het elkaar toespelen van de zwartepiet. Volgens de ene is het de fout van de islam, volgens de andere is het de schuld van extreemrechts. Zelden lees of hoor je een analyse die wat verder reikt en dieper graaft.
Wie met wat meer afstand naar de zaken kijkt, begrijpt dat deze discussie in wezen draait rond de politiek-filosofische grondslag van ons samenlevingsmodel en meer in het bijzonder rond de betekenis van cultureel lidmaatschap versus het belang van individuele vrijheid. Het is broodnodig dat we het debat toespitsten op de essentie van de zaak en we een keuze maken tussen het liberalisme of het multiculturalisme.
Het multiculturalisme beschouwt de culturele en levensbeschouwelijke tradities van burgers als een primair goed en acht het van dezelfde orde als een handicap. Iets waarvoor je dus niet kan kiezen en wat tot het 'zijn' van de persoon zelf behoort. Dat verplicht de overheid tot een beleid van zogenaamde redelijke aanpassingen. Bijvoorbeeld door het verlenen van vrijstellingen op gangbare regels zoals het mogen dragen van levensbeschouwelijke tekens door ambtenaren.
Een dergelijk voorstel druist echter radicaal in tegen een centraal inzicht van het liberalisme. Volgens het liberalisme moet de overheid, wil zij rechtvaardig zijn en gelet op de principiële gelijkwaardigheid van burgers, net abstractie maken van de culturele identiteit van haar burgers. Met betrekking tot het onverdoofd slachten bijvoorbeeld, moet de regel voor elke individuele burger dezelfde (neutraal) zijn, ongeacht of iemand jood, moslim of atheïst is.
Het liberalisme beschouwt mensen als individuen en dus niet in de eerste plaats als leden van een culturele of levensbeschouwelijke groep. Zij bezitten een intrinsieke waardigheid omdat ze zelfbewustzijn hebben en in staat zijn tot redelijkheid. Daardoor kunnen ze over zichzelf beschikken en behoren ze vrij te zijn. Om die vrijheid te beschermen legt men de macht van de overheid aan banden. Een verbod op het dragen van levensbeschouwelijke tekens moet in die zin begrepen worden. Die tekens kunnen immers een vrijheidsbelemmerend effect hebben of kunnen vragen doen rijzen over de objectiviteit van de dienstverlening (De Standaard 2/09/2017). Voor een goed begrip is het belangrijk te beseffen dat het de tekens zelf zijn en de zaken waarnaar ze verwijzen die daar aanleiding toe geven en dit effect dus los staat van de eventuele vooroordelen van diegene die ermee geconfronteerd wordt.
Stel dat een VDAB-consulente die een hoofddoek draagt een werkzoekende niet de vacante baan in een bierbrouwerij aanbiedt, doet ze dat dan omwille van zijn gebrek aan competentie of omdat ze als moslima de productie van alcohol verwerpelijk vindt? Indien ze de voorgeschreven hoofddoek draagt, onderschrijft ze immers mogelijk ook andere islamitische opvattingen over wat navolging en afkeuring verdient? In een Nederlandse televisiereportage over Koranscholen werd nog niet zo lang geleden duidelijk dat het volgens een aantal imams zondig is om als moslim bij te dragen aan de verdeling van bier of varkensvlees. 'Het helpen in het verdorvene is verboden. Vervloekt is deze persoon!'
Dat vrijheidsbelemmerende effect neemt gradueel af naarmate we te maken hebben met levensbeschouwelijke tekens (cfr. keppeltje, hoofddoek enz.); ideologische tekens (cfr. 'Eigen volk eerst' pin, CD&V 'tsjeef' T-shirt enz.); bewegingstekens (cfr. Greenpeace pet, regenboog T-shirt enz.) of levensstijltekens (cfr. stropdas, baard enz.). Enkel het laatste soort tekens kan worden getolereerd, alle andere moeten bij ambtenaren verboden worden.
In een liberale rechtsstaat is overheidsneutraliteit onmisbaar voor de sociale cohesie en het samenleven in diversiteit. Het stimuleert tot het erkennen van de democratisch gelegitimeerde macht van de overheid en zet aan tot loyaal burgerschap.
Precies door het erkennen en privilegiëren van cultureel lidmaatschap zet het multiculturalisme mensen aan om hun identiteit ook langs die lijnen te ontwikkelen. Zo wordt het bijbehorende antagonisme versterkt (De Standaard 10/5/20121). Fouad Belkacem (Sharia4Belgium) en Jürgen Conings (Vlaams Legioen) zijn dan ook twee kanten van dezelfde multiculturalistische medaille. Niet cultureel lidmaatschap, maar menselijke waardigheid gebaseerd op zelfbeschikkingsrecht vormt de basis voor het burgerschap in een liberale rechtsstaat. Dat is ook de reden waarom we anderen die er fundamenteel andere opvattingen op nahouden, kunnen erkennen als medeburgers. Indien we dat willen behouden, moeten we het multiculturalisme, hoe sympathiek dat op het eerste gezicht misschien ook oogt, verwerpen als fundament voor het samenleven.
(Tekst oorspronkelijk in licht gewijzigde versie gepubliceerd in De Standaard, 4 juni 2021; overgenomen met toestemming van de auteur.)
Meer van Jurgen Slembrouck