Kwintessens
Geschreven door Jean-Luc Mommaerts
  • 4298 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

19 november 2021 Ben ik dit of is het mijn brein?
Ik gebruik mijn hersenen, maar wie ben 'ik' zonder brein? Is het brein een instrument van 'ik'?
Zo ja, is 'ik' dan een soort van homunculus die ergens in een apart hokje in de hersenen aanwezig is, zij het anatomisch of functioneel? In de middeleeuwen was men ervan overtuigd dat die zich in de pijnappelklier bevond, een klein orgaan waarvan men de functie niet kende. Ondertussen weten we beter, maar in zekere zin heeft de idee van de homunculus het overleefd. Het zit verweven in de cultuur. Je vindt het terug in populaire media. In elk geval is het centraal mensbeeldbepalend en dus belangrijk voor humanisme.
De meeste mensen denken effectief alsof er een 'ik' zou bestaan, los van het brein. Een 'ik' dat, wie weet, hopelijk de hersenen overleeft. Dit 'ik' maakt zogezegd gebruik van het brein. De hersenen kunnen ziek zijn of defect, ongeacht het 'ik'. Uitspraken zoals 'Ik kan er niets aan doen. Het is mijn brein. Het zijn mijn hersenen die maken dat ik rook, dat ik overmatig eet …' zijn dan niet ver weg. Hierdoor raakt men een mogelijk schuldgevoel kwijt en helaas tegelijk ook verantwoordelijkheidszin en zelfredzaamheid.
Misschien ligt de oorzaak van deze eigenaardige manier van denken in een steeds groter wordend egoïsme/egocentrisme. Of misschien is het eerder het gevolg van een angstreactie die voortkomt uit het idee dat 'ik' door al het materialisme van deze tijd zou kunnen verdwijnen, opgeslokt door materie, in de hand gewerkt door steeds dieper gaande inzichten in hersenstructuren. Het zou ook een gevolg kunnen zijn van een grenzeloos materialistische visie die op de achtergrond het 'ik' al kwijt is. Hoe dan ook, ik (inderdaad) zie in sommige media steeds meer eigenaardige gedachten over de relatie tussen 'ik' en 'mijn brein'. Bijvoorbeeld:
'Ik voel me goed' wordt: 'Mijn nucleus accumbens wordt gestimuleerd door een dopamineflow.'
'Ik vind jou aantrekkelijk' wordt: 'Mijn seksuele hersencentra krijgen een boost.'
'Een moeder houdt van haar kind' wordt: 'De oxytocine stroomt.'
De uitspraken aan de rechterkant van deze voorbeelden zijn correct en tegelijkertijd helemaal fout.
Ik (ja, ik) leg dit graag uit door middel van de analogie met een erg mooi schilderij. Het schilderij bestaat uit verf, een doek en een kader. Haal deze ingrediënten weg en het schilderij is weg. Dus is er blijkbaar niets anders dan dat? Het belangrijkste is men dan echter vergeten, namelijk de kunst. Zonder de kunst heeft het schilderij weinig relevantie. Het vergeten van de kunst is het resultaat van een materialistische reductie. Maar de kunst is natuurlijk ook aanwezig wanneer het materiële schilderij aanwezig is.
Op dezelfde manier ben 'ik' aanwezig wanneer mijn hersenen aanwezig zijn. Als 'ik' sommige stukjes van mijn hersenen zou verliezen, bijvoorbeeld door atherosclerose, dan is het nu eenmaal zo dat ook sommige stukjes van 'ik' verloren gaan. Het is natuurlijk niet zo dat ik mijn hersenen 'heb'. Evenmin is het zo dat ik mijn brein bén. De kunst is niet de som van de materiële elementen van het schilderij.
Bij een crimineel is dit nog opvallender. Heeft een crimineel een 'minimale hersendysfunctie', waardoor zijn brein de controle over hem krijgt? 'Wie' heeft de moord gepleegd, de crimineel of diens hersenen? Is de agressie van deze meneer het gevolg van testosteronschommelingen? Als men het brein op een bepaalde manier inpast, lijkt 'ik' eerder een extra slachtoffer dan een dader. In dit geval zou zelfs het idee van schuld niet langer correct zijn. De vraag naar schuld is immers de vraag naar bewuste schuld, waarbij 'ik' fungeert als een onafhankelijke bron van keuzes. Of de hersenen nu een werktuig zijn van een bewuste homunculus of van bewustzijn verspreid in de hersenen, als er iets mis is met dat instrument, dan bestaat er binnen deze manier van denken geen twijfel: geen schuld en dus ook geen straf.
Ikzelf kan geen pasklare oplossing voor dit probleem bedenken. Het lijkt wel alsof het begrip 'schuld' geen verklarende plaats heeft in een realistische menselijke context. 'Schuld' heeft blijkbaar een louter functionele functie, als een werkmiddel om de samenleving draaiende te houden. Dat is duidelijk als je kijkt naar het ontstaan van het rechtssysteem een paar duizend jaar geleden. 'Schuld' is uiteindelijk alleen aanwezig in de perceptie. Dat maakt het niet minder reëel als werkmiddel binnen een bepaalde context. Chronische schuldgevoelens hebben echter een aanzienlijke invloed op bepaalde aspecten van de gezondheid. Het is daarom belangrijk dat we in geen geval ongerechtvaardigde schuldinductie toestaan, bijvoorbeeld in criminaliteit of psychosomatiek. Op dit vlak is er nog veel werk aan de winkel.
Kwintessens
Hij is Master in Cognitive Science and Artificial Intelligence en doctor in de medische wetenschap. Momenteel richt zijn onderzoek zich op het ontwikkelen van een AI-gestuurde coaching-chatbot, gebaseerd op subconceptuele principes. Hij publiceert boeken over kunstmatige intelligentie en over lichaam-geest gerelateerde gezondheidszorg, zie https://www.amazon.com/author/jeanlucmommaerts.
_Jean-Luc Mommaerts Dr. Jean-Luc Mommaerts werkte 12 jaar als arts
Meer van Jean-Luc Mommaerts

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws