20 maart 2019
Liever revolutie dan oorlog. De Internationale Socialistische Anti-Oorlogsliga (1931-1939).
Ruud Bruijns werd geboren in 1977 en is historicus (Universiteit Leiden). Hij publiceert over cultuurhistorische onderwerpen en over de politieke geschiedenis van de Lage Landen.
Liever revolutie dan oorlog’ is het historische verslag van de Internationale Socialistische Anti-Oorlogsliga, ISAOL. Van 1931 tot 1939 zal deze Liga, zoals ze kortweg werd genoemd, trachtten de bevolking aan te zetten om zich tegen het militarisme te keren.
Er is heel weinig bekend over de grootte en de evolutie van deze linkse groepering uit het tijdperk tussen beide wereldoorlogen. Het is opmerkelijk hoeveel er werd gepubliceerd over het Verdinaso (het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen, nvdr.), maar niets over de Liga, opponent van het Verdinaso. In zijn boek beschrijft Bruijns de geschiedenis van de Liga zoals deze ontstond in België maar later ook in Nederland een rol speelde.
Na de Eerste Wereldoorlog is de wil om nooit meer oorlog te voeren groot. Vanaf 1930 is echter het geloof in onder andere de Volkenbond al flink getemperd. Als de socialistische partij het antimilitarisme opgeeft om parlementaire coalitievorming mogelijk te maken, is de tijd rijp om een anti-oorlogsliga op te richten.
Begin 1931 werd in Antwerpen dan ook de Internationale Socialistische Anti-Oorlogsliga gesticht. Ontstaan in socialistische kringen werd ze nooit aanvaard door de Belgische Werkliedenpartij - zoals de socialistische partij toen heette. De tegenstand wordt nog groter als ze in het vaarwater van de bestaande partijstructuren komt.
Begin 1931 werd in Antwerpen dan ook de Internationale Socialistische Anti-Oorlogsliga gesticht. Ontstaan in socialistische kringen werd ze nooit aanvaard door de Belgische Werkliedenpartij - zoals de socialistische partij toen heette. De tegenstand wordt nog groter als ze in het vaarwater van de bestaande partijstructuren komt.
In 1931 heeft reeds de eerste grote vredesdemonstratie in Essen plaats. Essen, gelegen nabij de Nederlandse grens, werd gekozen om zo ook de Nederlanders te kunnen betrekken in de anti-oorlogsdemonstratie. In 1933 vindt de eerste ‘landdag’ in Brussel plaats, een organisatorisch en propagandistisch hoogtepunt van de Liga. De voorzitter verkondigt dat de grens van 10.000 leden was overschreden. Spaak, advocaat en toenmalig socialistisch volksvertegenwoordiger, zegt in zijn toespraak: ‘Onze zaak heeft soldaten nodig voor de strijd tegen fascisme en oorlog’. De Liga had echter haar toppunt bereikt en zou niet meer groeien. De militie evolueerde van een antimilitaristisch verbond naar een geüniformeerde militie met afdelingen in België en Nederland. De sociaaldemocratische partij (in Nederland) en de BWP (in België) zullen hun steun aan de Liga afbouwen omwille van het agressief optreden tegen politieke tegenstanders. In Wallonië brak de Liga overigens nooit door omdat ze werd beschouwd als een Vlaamse vereniging en omdat de Socialistische Jonge Wacht hier geen concurrentie duldde.
De Liga faalde in haar streven om naast vakbond en partij de derde macht van de socialistische zuil te worden. Eind 1935 kwam ze met haar campagne tegen de Italiaanse inval van Ethiopië op één lijn te staan met de communistische partij; de Liga werd om die reden door de BWP de toegang tot de socialistische volkshuizen ontzegd. Hierdoor kwam de Liga in een isolement terecht. Als ook haar propagandablad ‘Liga Signaal’ ermee ophoudt wegens te hoge kosten, is de Liga echt uitgeblust. 1939 werd het laatste jaar dat ze nog actief was.
Met ‘Liever revolutie dan oorlog’ schrijft Bruijns een zeer leesbaar werk over deze turbulente periode in onze geschiedenis. Hij weet het ontstaan, de groei en het verval van de Liga chronologisch en overzichtelijk te brengen. Hij maakt de lezer wegwijs in zowel de Belgische als de Nederlandse politieke wereld, die hij om de beurt beschrijft.
Paul Van Aelst
Aan de toegevoegde literatuur- en notenlijst is bovendien te zien dat de schrijver heel wat research verrichtte. Op deze manier is dit een werk dat de verdienste heeft een onderwerp uit het interbellum ten gronde uit te diepen en in de schijnwerper te plaatsen.
Verrassend genoeg ontbreekt aan dit wetenschappelijk werk een register dat naslag zou vergemakkelijken. Hiertegenover staat niettemin wel dat dit een boeiend, volledig en begeesterend geschiedkundig werk is geworden.
Meer van Paul Van Aelst
Verrassend genoeg ontbreekt aan dit wetenschappelijk werk een register dat naslag zou vergemakkelijken. Hiertegenover staat niettemin wel dat dit een boeiend, volledig en begeesterend geschiedkundig werk is geworden.