10 juli 2023
De wereld van Sofie - 1: De filosofie, van Socrates tot Galileï
Jostein Gaarder was een Noorse schoolleraar die bijzonder geïnteresseerd was in de Geschiedenis van filosofie en religie. Hij wou die graag meer toegankelijk maken voor zijn jongere leerlingen en jonge mensen in het algemeen. Hij schreef daarom in 1991 een verhaal: “Sofies Verden” of “De wereld van Sofie”. Dat legde hem geen windeieren, want het werd vertaald in meerdere talen en er werden naar schatting in het geheel 50 miljoen exemplaren van verkocht.
Toen het verscheen werd het door de serieuze critici eerder kritisch onthaald. The Times van Londen noemde het "een opgepotte filosofieprimer vermomd als een ideeënroman". Maar de groeiende massa lezers dacht daar anders over. Je was gewoon niet “mee” als je dat boek niet gelezen had
Dat kwam natuurlijk omdat deze doorgaans ernstige materie doorheen een verhaal werd verteld en omdat het bedoeld was voor een jong publiek en dusdanig moest verteld worden dat het voor hen toegankelijk was. Het hoofdpersonage is Sophie (wat “wijsheid” betekent en het vrouwelijk gedeelte van God), een 14-jarig schoolmeisje, dat op een dag een niet ondertekend briefje in de postbus krijgt met daarin twee vragen: 'Wie ben jij?' en 'Waar komt de wereld vandaan?' Dat zet haar – en de lezer – op weg in een onderzoek naar de afzender en daardoor naar de geschiedenis van de Westerse filosofie van Socrates tot Sartre. Gaarder kruidde de plot van De wereld van Sophie met stukjes spanning, raadsels, mysterie en natuurlijk ook het verhaal van de filosofie zelf, op een soort zachte en toegankelijke manier.
Toch is het duidelijk dat het boek zijn grote lezersaantallen in heel Europa, Azië en Noord- en Zuid-Amerika niet enkel te danken had aan jonge lezers. Ik zou er zelfs aan twijfelen of veel 14-jarigen dat toen ook effectief zullen gelezen en begrepen hebben, want niettegenstaande het aantrekkelijke verhaal en de eerlijke poging om de filosofie toegankelijk te maken, blijft het een doorgaans abstracte materie met veel moeilijke woordenschat. Het lezerspubliek zal dan waarschijnlijk ook bestaan hebben uit dankbare toch al wat oudere lezers die nu tenminste al een stevig stuk filosofische voet aan de grond kregen.
ScratchBooks – uitgever van toch al een hele reeks bijzondere graphic novels, waagt het nu Sofie om te zetten in een moderne en getekende versie. Geen eenvoudige onderneming, want je moet niet enkel het verhaal van de filosofen, hun leven en tijd in tekeningen omzetten, maar de filosofie blijft even abstract en hoe kan tekening daarbij helpen?
Sofie Amundsen is in elk geval een zeer pittig meisje, levendig, modern, ondernemend, niet op haar tongetje gevallen, rood t-shirtje zodat je haar altijd meteen opmerkt, zwart haar en jeans en nieuwsgierig. Als dan dat anonieme briefje komt opdagen en haar eerder brutaal uitdaagt te zeggen wie ze is, zet dat toch wat in beweging bij haar. En dan de volgende vraag als een donderslag: “Waar komt de wereld vandaan?” Normaal dus dat dan ook “Thor”, de god van de donder, komt opdagen. En meteen daarna de dwaze Pandora die van oppergod Zeus een doos in bewaring kreeg die ze niet mocht openen. En dat natuurlijk toch doet. Met alle nefaste gevolgen vandien. Merkwaardig is dat overal ter wereld mensen goden hebben die precies op ze lijken: klein of groot, zwart, donkere of blauwe ogen.
Dan beantwoordt haar correspondent-filosoof die Alberto heet een brief die ze nog niet heeft verstuurd… Ze wordt erg nieuwsgierig en gaat ’s nachts post vatten ergens vanwaar ze de postbus kan zien om te zien wie het is. Hij maakt haar duidelijk dat hij niet wil bespioneerd worden. Hij zal zelf wel bepalen wanneer ze elkaar zullen ontmoeten.
De deur van de brievenbus zit vast en als Sofie eraan trekt komt ze met een knal los waarna de brievenbus fungeert nu als een soort kleine teevee met een programmaatje dat het heeft over Herodotus (die van de geschiedenis) en Hyppocrates (die van de dokters eed).
Ze neemt het lot in eigen handen en vliegt op grote pagina’s briefpapier naar het Athene van de Aereopagus. Daar maakt ze het proces mee van Socrates die ervoor kiest de giftbeker te drinken omdat hij meer belang hecht aan zijn geweten en de waarheid dan aan zijn leven. Ze leert dat mensen die vragen stellen altijd worden gezien als de allergevaarlijksten.
Sofie heeft echt geen tijd om zich te vervelen. De tuinen van de Akademas en debatteren met Plato waarbij Nicoby in een slim gevonden grotere tekening de gelijkenis van de grot toont, die het verschil tussen ideeënwereld en zintuiglijke wereld duidelijk maakt.
Sofie vindt dat allemaal interessant maar wordt niet overdonderd door al die moeilijke dingen en Aristoteles krijgt ervan langs als hij beweert dat de vrouw een onvolmaakte man is: “Zo gek als een hoedje”. Het zet haar aan zelf te gaan filosoferen in grote letters: “DE VROUW IS GELIJKWAARDIG AAN DE MAN!” en “Mensen hebben meer vertrouwen in schreeuwers die niets of weinig weten dan in diegenen die gestructureerd redeneren en denken.”
Je merkt het, het boek zit vol afwisseling en verrassingen, het zit vol humor. De tekeningen van Nicoby zijn raak en veel meer verzorgd dan hij dat gewoon is, de inkleuring is fris en aantrekkelijk, tekst is pittig, en de moeilijke filosofische begrippen zijn begrijpelijk gemaakt. Maar je kan er niet omheen: het blijft een opsomming, een lijst, een leerproces. Het is materie die zeker voor jongeren erg moeilijk blijft, niettegenstaande de veelvuldige pogingen om ook voor hen toegankelijk te zijn, wat, helaas, enkel vulgariserend werkt. Tenminste als met “jongeren” de leeftijd van Sofie bedoeld wordt. Enkel al de benamingen van de verschillende systemen, scholen, denkrichtingen en de lange lijst met de namen van de filosofen die de revue passeren, maken duidelijk dat zelfs deze frisse vertelling nog een hele klus is.
Voor “rijperen” en “ouderen” is dit – net zoals Jostein Gaarder’s boek van 1991- een zeer genietbare strip die raak de Geschiedenis van de filosofie vertelt en inderdaad “opnieuw uitvindt” voor een hedendaags publiek dat zeker al uitkijkt naar het vervolg en einde van “De wereld van Sofie” in het tweede deel. Begrijpelijk. Want het is een knappe strip. Scenaristen en tekenaars zijn buitengewoon vindingrijk te werk gegaan, bijvoorbeeld in het uitvinden van verschillende manieren van reizen waarmee Sofie telkens weer vanuit een plek waar ze vastzit naar huis of naar een ander tijdperk en in een andere omgeving moet zien terecht te komen. Het scherpstellen van vragen, het picturaal voorstellen van een idee, een vraag, een probleem, de zoektocht naar wie ze is, met nu en dan een glimp van een ander blond, krulharig meisje in een spiegel. Van ergens in de oudheid plots weer in de moderne wereld terechtkomt, met haar mentor Alberto gaat rondfietsen, (die ook plots weer andere, aan het tijdperk aangepaste kledij aanheeft) dan weer eens thuis is en met mama praat over weer andere vreemde ideeën. Rondloopt in decors van telkens weer andere historische tijdperken.
Het boek is niet enkel een kwestie van filosofie maar ook van geschiedenis en loopt niet enkel van Socrates tot Galileï, zoals de ondertitel beweert, maar tot de Renaissance en de Barok, Shakespeare en Luther. Echt knap is de manier waarop ze aan het experimenteren gegaan zijn met de ongetwijfeld filosofische vraag: “Wat is een strip?” Zo verwijst ze Alberto als bewijs van wat ze zegde naar wat er enkele frames eerder gezegd werd. En dat onderzoek gaat crescendo. Ze plukt een spraakballonnetje en gooit dat een heuvel naar beneden. Als ze naar huis wil het luide “hoe hoe hoe hoe” hoort van de uil bij haar thuis die door de omlijsting van de frames breekt, voelt ze dat ze ergens in een strip vast zit. Ze bonst met een zware steen zo lang op de grond van haar frame tot ze er doorheen valt, bij de vertrouwde postbus voor haar huis belandt en binnenstapt in de huiskamer waar haar moeder rustig een boekje zit te lezen.
Als ze later in het gras zalig ligt weg te dromen, verschijnt in reusachtige zonnige letters het opschrift “De droom van Hilde” waarna de reusachtige H van de naam “Hilde” naar beneden valt en haar bijna verplettert. Ze gaat achter een jonge verschijning aan die volgens haar Hilde moet zijn. Die loopt naar de rand van een hoge klif, staat plots zwijgend binnen in een spiegel, die Sofie boos stukslaat, de kader van de spiegel instapt en met een luide angstkreet in het donker naar beneden valt, recht het verhaal van de Renaissance en de Barok in. Waar ze weer heel veel leert. Maar als haar mentor haar wil laten kennis maken met Spinoza en Descartes, wil ze alleen verder en ontdekken wie ze is. Ze moet daarvoor brutaal de lade van een bureau openbreken. Daar zit een stripverhaal in. “Haar” strip. De wereld van Sofie. De bladzijden vallen los op de vloer en ze ziet zich op iedere pagina. Ze weet nu: “Ik ben een stripfiguur!” Verwoed, rechtop, ondersteboven, kruipt, hangt, klopt, springt en breekt ze binnen en buiten de frames, kijkt jou of ons aan en roept dat ze haar eigen leven in handen wil nemen.
In deel twee van De wereld van Sofie…
Verder lezen, dus…
Victor De Raeymaeker
In deel twee van De wereld van Sofie…
Verder lezen, dus…
Victor De Raeymaeker
Vincent Zabus (1971, Namen) doceerde literatuur en theater voor hij zich toelegde op het schrijven van toneelstukken en strips. Voor zijn graphic novels heeft hij al verschillende prijzen ontvangen.
Nicoby, geboren als Nicolas Bidet (1976, Rennes) is een Franse stripauteur. Hij tekende ook een paar albums onder de naam Korkydü.
Meer van Victor De Raeymaeker
Nicoby, geboren als Nicolas Bidet (1976, Rennes) is een Franse stripauteur. Hij tekende ook een paar albums onder de naam Korkydü.