Laat eens kijken: ‘De mens is irrationeel. Verliefd op zijn eigen gelijk. Doof voor feiten en argumenten. Verblind door honderden denkfouten. Een makkelijke prooi voor nepnieuws. Gevangen in filterbubbels.’ De dominante idee die Van Doorn in allerlei variaties en nuances aantreft in de recente bevindingen van psychologen, communicatiewetenschappers, filosofen en politicologen. Een doembeeld dat hij graag wil doorprikken en bijstellen. Daartoe houdt hij een selectie verrassende (sic) onderzoeksresultaten tegen het licht en geeft hij andere antwoorden op dringende (sic) vragen zoals:
· Waarom geloven we wat we geloven?
· Hoe veranderen mensen van mening?
· Zijn we echt in een post-truth tijdperk aanbeland?
· Hoe gevaarlijk is misinformatie?
· Zijn onze emoties dan wel onze ratio de baas in ons hoofd en in onze maatschappij?
Vragen naar aanleiding van de recente ontwikkelingen in het wereldwijde media- en communicatielandschap. Met zorgwekkende ontwikkelingen…
En Van Doorn heeft nog meer vragen. Zijn mensen cognitief incompetent? En (al te) kwetsbaar voor online manipulatie? Of zijn wij zowel individueel als collectief toch slim en rationeel genoeg om trots te zijn op die rationaliteit? (p.17) In Waarom we beter denken dan we denken buigt filosoof Van Doorn zich - overigens niet als eerste en enige – over die kwesties en confronteert twee mensbeelden dialectisch met elkaar: rationaliteit óf irrationaliteit. Hier nog eventjes een parodie van tegenstellingen - elk aan hun uiterste van een continuüm -, maar dat zal Van Doorn netjes voor ons nuanceren… En dat mag en moet om - voorspelbaar - ergens te eindigen in een verzoenend centrum. Dé Mens? Rationeel? Irrationeel? Een beetje van dit. Een beetje van dat. In de formulering door Van Doorn: ‘De slotsom tot nu toe is dat we onze emoties niet in het rationele verdomhoekje hoeven te plaatsen.’ (p.26) Zo houden we iedereen tevreden…
Of Van Doorn met Waarom we beter denken dan we denken in dat debat werkelijk ‘een hoopvol geluid in een gepolariseerde wereld’ (kaft) laat horen, klinkt aanmatigend en ambitieus. Toch wijst hij zelfkritische humanisten op een aantal werkpunten om hun mensbeeld bij te stellen. Want ‘gepolariseerd’? Tja. Maar dan toch in zoverre hét Humanisme te veel vertrouwen stelde in vermeende rationaliteit en zich star afkeerde van irrationaliteit. Rede versus emotie…
Waarom we beter denken dan we denken is ondanks de prikkelende titel niet uniek in de onderzoekswereld van de gedragswetenschappen. Dat blijkt alvast uit de indrukwekkende hoeveelheid verwijzingen en voetnoten (649! Maar ook veel errata…) die Van Doorn aanlevert. Een overtuigende proeve van grondigheid en ernstige belezenheid. Maar ook van de overvloed aan - hoofdzakelijk Engelstalige? - publicaties en peer reviews. Er wordt nogal wat onderzocht door gedragswetenschappers! Én kritisch gekeken naar elkaars bevindingen. Is dat geruststellend? Misschien. Want tussen al dat koren zit behoorlijk wat kaf. Maar Van Doorn wil geen komaf maken met discutabele testjes en enquêtes over menselijk gedrag, wel uitzoeken wat ze betekenen in de ene dan wel andere zin voor het (ir)rationaliteitsdebat… Met als voorspelbaar besluit: menselijk gedrag is geen kwestie van óf/óf, maar wel van een lastige mix ratio/emotie, doelmatig geklutst naargelang de omstandigheden waarin wordt gedacht, beslist, gekozen, geargumenteerd, gehandeld of anderszins verantwoord. Eigenlijk: de temperatuur, vochtigheidsgraad of verlichting in het labo zijn medebepalend voor de testresultaten. De gejaagdheid van de lukraak ondervraagden in de straat net zo goed…
Ander voorspelbaar besluit: onderzoekers wantrouwen te weinig hun methodologie. We vinden overal - als vanouds - klassieke pijnpunten, biases en methodologische mankementen terug.
Dat begint al met de kwestie: wat bedoelen we met rationaliteit. Daar is moeilijk overeenstemming over te krijgen. Logica? Intuïtie? Aanvoelen? Abstractievermogen? Deduceren? Raden? Ondanks hun lijvige pleidooien kunnen Steven Pinker (Rationaliteit) en Daniel Kahneman (Ons feilbare denken) Van Doorn niet helemaal bekoren. Pinker omschrijft rationaliteit dan wel als ‘het vermogen om kennis te gebruiken om doelen te bereiken’ (Rationaliteit p.52) - probleemoplossend vermogen, zeg maar -, maar na wat filosofisch geneuzel over dat soort vaagheid kom ik al vlug uit bij zoiets als: rationaliteit als een survival tool bij plankton en H20-moleculen. Of goddelijker en hooggestemder: de Harmonie der sferen (Pythagoras) en kosmische algoritmen (Harari). Pinker brengt dus geen eenduidigheid of overeenstemming, maar laat wél toe zowat alle succesvol gedrag in meerdere of mindere mate rationeel - of als u dat verkiest intelligent - te noemen. Dat zorgt sinds kort voor nogal wat sussende gespreksavonden en hilarische comedyshows over autonomie, kwaadwillige robots en AI. Toch?
Doen!
Kwaadwilligheid. Dàt probeerde ik spelenderwijs na te trekken met behulp van de ratio (!) van mijn pc. Van Bing (Microsoft) kreeg ik bij het trefwoord < rationaliteit > volgende hit:
‘Rationaliteit is consistent handelen op basis van de rede. Hierbij vindt ideevorming en handelen plaats op basis van feiten met kennis van oorzaak en gevolg en zijn de te verwachten baten groter dan de verwachte kosten, maximalisatie van het verwachte nut of vooruitzicht.
Hoewel rationaliteit objectiviteit veronderstelt en daarmee vrij zou moeten zijn van emoties, is het wel rationeel om bij besluitvorming rekening te houden met de emoties die voort kunnen komen uit een beslissing. Naast deze sociale rationaliteit zijn er beperkingen aan de beschikbaarheid van informatie, cognitieve beperkingen en de beperkte tijd om tot een besluit te komen, de beperkte rationaliteit.
Rationaliteit is van groot belang in het werk van Max Weber. Het was volgens hem de rationalisering die de moderne maatschappij mogelijk had gemaakt. Hij maakte onder meer onderscheid tussen doelrationaliteit en waarderationaliteit. Wat rationaliteit nu echter precies inhoudt, blijkt niet eenduidig te beantwoorden en Weber zelf onderscheidt al zestien verschillende betekenissen bij het begrip.’
Dank aan Wikipedia! Bravo voor Max Weber…
Maar ratio van mijn pc? Nog meer argwaan voor de meerwaarde van Bing, Chatgpt, TikTok of andere producten van AI welt op in mij… In die zin: wat wij (wie?) er ooit instopten, komt er als een boemerang vroeg of laat terug uit. Dat hadden Jon the Robot, Naomi Fitter, Keaton Patti of Lieven Scheire mij ook kunnen vertellen… Maar zeker ook Pinker, Kahneman én andere Damassio’s…
Maarten van Doorn is er gerust in: ratio en emotie houden elkaar in evenwicht. Een precair evenwicht, dat wel. Maar mits wij alert genoeg zijn, kunnen we er ons voordeel mee doen. Want volgens hem hebben we het spel van manipulatie en sturing goed onder controle: wij laten ons meestal niet misleiden door nepnieuws, reclametrucjes, propagandaslogans of ander dubieus gemanipuleer van overtuigingen, voorkeuren en gedragingen. Toch moet Van Doorn niet helemaal overtuigd zijn, want elders luidt het: ‘In een vervuild informatielandschap waar bepaalde misvattingen continu herhaald worden, vechten factcheckers tegen de bierkaai.’ (p.185)
Naïef? Dat kan ook blijken uit de milde inschatting van de desastreuze impact van de nazipropaganda in de vorige eeuw. Na het inventariseren van enkele studies daarover besluit Van Doorn: ‘Propaganda kan een instrument voor meningsversterking zijn. Maar mensen die nog niet aan jouw kant staan prikken er meestal doorheen. Van uitbuiting van goedgelovigheid is meestal geen sprake.’ (p.176)
Meestal? Goedgelovigheid? Toch maar eens goed nagaan wat er tijdens het naziregime precies gaande was. Goedgelovigheid werd toen wel degelijk uitgebuit. Soms - héél soms? - kan het verschrikkelijk misgaan. En krijgen we van de geschiedenis ook morele lessen…
Na Rutger Bregman – De meeste mensen deugen – sust Van Doorn ons met Waarom we beter denken dan we denken tegen ‘veelgehoorde sombere opvattingen over ons denken die niet berusten op feiten, maar op mythen’. (p.10) Want, zeker, ‘een denker zonder gevoel is geen rationele superster, maar een psychiatrische patiënt.’ (p.23) Toepasselijk op Stalin, Hitler, Goebbels, Poetin, Trump, Kim Jong-un, …
Intussen zijn we de vraag of rationaliteit dan wel irrationaliteit de norm is echter al een stuk voorbij en is het tijd voor een genuanceerd optimisme. Maar na de ontmanteling van de mythe blijven er nog genoeg heikele kwesties over: het bespelen van emoties, de sussende belofte van virtuele werelden, waarheid op het internet, stuurloosheid van sociale media, complot- en gezagsdenken, politiek en levensbeschouwelijk fanatisme, miscommunicatie, … Kwesties in de ban van een losgeslagen communicatiesysteem die in hun samenhang niet met labosimulaties of straatinterviews kunnen worden onderzocht. Laat staan opgelost… Wanneer Van Doorn ons aanspoort om veiligheidshalve toch maar sámen slim en verduldig te zijn voor onze feilbaarheid en niet toe te geven aan defaitisme en onverschilligheid (p.192) klinkt dat prekerig en naïef. Want legt hij met dat plan de verantwoordelijkheid voor de ontsporing van een voorthollend systeem dan niet vooral bij onszelf? Bijsturen? Ja. Maar kunnen we dat wel? Het aanwijzen en corrigeren van onze tweehonderd denkfouten en biases (zie: Pinker p. 409) is een zaak voor onze rationele kant. Een makkie. Veel moeilijker is het om in een hyperdiverse wereld vol ruis, onenigheid en conflicten - oorlog, racisme, xenofobie, discriminatie, fanatisme, eigenbelang, slaafse volgzaamheid, enz. - onze gevoelsmatige kant in te zetten. Het Engelse ‘Use your senses’ kan op vele manieren vertaald worden…
Karel Van Dinter