20 augustus 2018
Geen weg terug. Leven, verlies en hoop in Syrië.
Ik val meteen met de deur in huis: dit is géén prettig boek. Meermaals krijg je een stomp in de maag of word je overvallen door ongeloof bij het lezen van de misselijkmakende beschrijvingen van de martelingen in het Syrië van Bashar al Assad. Maar evenzeer krijg je het besef dat achter de feiten, de getallen, de verslagen die ons dagelijks bereiken via krant, T.V., sociale media enz. mensen van vlees en bloed schuil gaan, mensen met dezelfde bekommernissen, dezelfde drijfveren, verwachtingen en betrachtingen zoals jij en ik.
Dit boek is het verslag van Rania Abouzeid, een Midden-Oostenjournaliste die vanaf 2011 tem 2017 rechtstreeks betrokkenen interviewde. Ze maakte alles wat ze beschrijft mee vanop de eerste rij of ze kreeg haar inlichtingen uit zeer betrouwbare bron. Verhalen uit tweede hand heeft ze minutieus gecontroleerd op waarheid. Ze beschrijft deze Syrische tragedie aan de hand van een aantal personen- Syrische strijders, vrouwen, moeders ,kinderen. Allemaal mensen die vóór de conflicten normale levens leidden. Mannen die studeerden of werkten, vrouwen die hun kinderen opvoedden. Ze gaat chronologisch jaar per jaar te werk waardoor de verhalen van de personages door elkaar verteld worden. Dat heeft het nadeel dat men soms eens moet teruggrijpen naar eerdere passages om te weten over wie het gaat. Zeker ook omdat wij niet vertrouwd zijn met Arabische namen. Handig dus dat er in het begin van het boek een lijst opgenomen is met een opsomming van alle personages.
Het verzet in Syrië begon schoorvoetend. Schuchtere protesten werden in 2011 nog vakkundig de kop ingedrukt door de Mukhabarat, het veiligheidsapparaat dat met zijn vele tentakels het volk controleert en bespioneert. Algauw was er geen weg terug. De stilte was doorbroken, in de grote muur van angst voor het regime was een barst verschenen: dichters worden soldaten, studenten transformeren tot rebellen. Daraa werd de bakermat van de revolutie. De overheid, die aanvankelijk nog reageerde met gematigd geweld, ging snel over tot de grove variant. Wat volgt maakte Rania Abouzeid van dichtbij mee. Ze wist het vertrouwen te winnen van een aantal Syriërs waardoor de verhalen persoonlijk worden. De journaliste - een dochter van Libanese immigranten - ontleedt het kluwen van de verschillende religieuze stromingen en hun strijd. De mensonterende behandelingen van mannen, vrouwen, kinderen zijn geen opbeurende lectuur. Dit door mensen die misschien buren waren of minstens land- of stadsgenoten en die voorheen vredig samenleefden, een fenomeen eigen aan burgeroorlogen. Kwaadheid en haat worden moedwillig in de hoofden geplant, uiterlijke én innerlijke wonden blijven zichtbaar en voelbaar.
Oorlog verandert een mens, doet gewone burgers naar de wapens grijpen. Sociologische, economische en religieuze tegenstellingen worden uitvergroot om het anders-zijn te benadrukken. Wat sterk opvalt, is dat de meesten een onwaarschijnlijke hoop blijven behouden. Uiteraard gaan sommigen er onderdoor, zeker bij de gruwelijke behandelingen in de gevangenis; anderen blijken over een bijna onmenselijk hoge veerkracht te beschikken om zich staande te houden. Er zijn er die blijven, er zijn er die vertrekken: Suleiman wordt de verpersoonlijking van de bootvluchteling. Ook de verhalen van Abu Azzam, de kleine Ruha, Talal, Maysaara … hakken erin. Macht, grote ego’s, geldgewin enz. verwoesten vele levens. Het is van alle tijden én een stuitende en deprimerende realiteit.
Zonder het broodnodige lef – de schrijfster werd beschuldigd van spionage en door het Syrische regime op de zwarte lijst gezet - had ze dit boek niet kunnen schrijven. Ze spreekt ook Arabisch en ze bracht heel veel tijd door in Syrië. Maar vooral de grootmoedigheid van de Syriërs en hun kenmerkende gastvrijheid maakten het mogelijk dat ze deelgenoot kon zijn van hun strijd en hun beproevingen. Ook al waren ze zelf in gevaar, ze waakten over haar veiligheid. Het is een ontnuchterend, interessant en beklijvend boek. Het roept regelmatig de vraag op: hou zouden wij, als westerling, reageren indien we in gelijkaardige situaties terecht zouden komen? Maar laat dat liefst enkel een denkoefening blijven.
Meer van Sophia De Wolf