Bart Capéau, Koen Decancq, Annemie Nys e.a.
Ludo Raeijmaekers
Non-fictie
  • 2843 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

2 mei 2019 Wat heet dan gelukkig zijn? Geluk, welvaart en welzijn van de Belgen.
Een tiental wetenschappers verbonden aan verschillende universiteiten trachten het begrip Wel-Zijn te kaderen binnen het goede leven en nemen vele niet-materiële aspecten zoals gezondheid/ toegang tot gezondheidszorg/ gezinsleven (met oog voor de individuele gezinsleden en de problematiek van de eenoudergezinnen)/ leefomgeving/ zinvolle tijdsbesteding/ kwaliteit van job/ levensbeschouwing op als zovele factoren van tevredenheid.
In dit boek – met cijfers als overtuigende ondersteuning - argumenteren de auteurs dat geluk of levenstevredenheid geen goede maatstaf is voor het meten van welzijn. Zij houden rekening met wat mensen zien als belangrijk en prioritair.
Het blijft dus niet enkel bij theorie of louter statistische gegevens.

Een grootschalige en representatieve enquête bij meer dan 3000 volwassenen uit ruim 2000 gezinnen liet toe de verschillende aspecten van het individuele welzijn van de Belgen in kaart te brengen.
Ongelijkheid blijft een belangrijke factor in de welvaartsbeleving en sommige Belgen lijden vaker aan opeengestapelde achterstand. Het onderzoek beschrijft duidelijk welke mensen er het slechtst aan toe zijn. Zij verdienen de meeste aandacht van de beleidsmakers, en dat zijn niet noodzakelijk diegenen met een laag inkomen of diegenen die zich ongelukkig voelen.
Bij de definitie over welzijn noteerden we als factor de mogelijkheid om zélf te bepalen hoe men zijn inkomsten wenst te besteden. De hamvraag blijft echter de ijzeren dwang van primaire behoeften zoals voeding en onderdak. Het gebrek aan inkomen mag dus toch niet ondergesneeuwd geraken als factor.
Interessant is de uitdieping van het begrip armoederisico en het stresserende effect ervan, dat een praktische invloed heeft op de welzijnsbeleving van het individu. Zorgwekkend is tevens dat het percentage mensen dat onder de armoededrempel leeft, aanzienlijk is gestegen.
Uit de gegevens kan men bovendien opmaken dat de vierde wereld wel dégelijk bestaat en dat de situatie van kwetsbare kinderen een voorafspiegeling is van hun latere welzijn als volwassenen. Een goed armoedebeleid kan dus niet vroég genoeg beginnen. Kwaliteit en toegankelijkheid van de gezondheidszorg zijn primordiaal en hieraan gekoppeld de betaalbaarheid van de gezondheidszorg.
Het gedeelte over fysiek welbehagen en welzijn, en de correlatie met de leefomgeving - waarbij factoren zoals BMI en roken in overweging worden genomen - komt de individuele benadering in het boek ten goede. Het hoeft geen betoog dat in ons ‘burn-out‘ tijdperk jobsatisfactie een significante factor is voor het fysieke welbehagen en ipso facto voor het welzijn.
De resultaten voor de armen zijn over de gehele lijn verontrustend. Het uitstellen van consultaties, operaties, tandverzorging en geneesmiddelen drukt aanzienlijk op het welbevinden, wat zeker ook geldt voor chronische zieken. Deze groep komt dan ook vaak onder de armoedegrens terecht en heeft heel wat moeite om grote uitgaven aan te kunnen.
Het terugvallen op invaliditeit en het daarbij horende inkomensverlies illustreert ook dat er in de praktijk heel wat kanttekeningen te maken zijn bij de zogenaamde werklozenval: het gemiddelde inkomen van een arbeider is 1598€, het gemiddelde vervangingsinkomen 1028€.
Het onderwerp ‘waaraan we ons geld uitgeven’ levert een uitermate interessant hoofdstuk op, niet in het minst in functie van de verschillende gezinstypen. Huisvesting slorpt 40% tot 60% op en voeding uniform ongeveer 20%. Spijtig dat het aandeel energie niet verder uitgespit werd.
Een verdeling van het inkomen binnen het gezin is onderhevig aan de razendsnelle evolutie van de digitale maatschappij, waar de sociale media (de aanschaf, het gebruik en de verdeling hieromtrent binnen het gezin) een verschuiving bewerkstelligen die bijna in ‘real time‘ plaatsheeft.
Het explosieve gebruik van internet maakt dat de cijfers van enkele jaren terug niet langer relevant zijn.

In het hoofdstuk over het besteden van de vrije tijd mis ik de uitsplitsing daar waar bijvoorbeeld het aantal uren TV kijken essentieel is - een tijdslijn die de impact op de zorg naar kinderen toe zou kunnen aantonen, alsook de verschuiving in de opvoeding van thuis naar school.
Deel 3 van het boek, over het bestedingspatroon van de gezinnen, levert een cijfermatige bevestiging van wat algemeen geweten is of intuïtief wordt aangenomen. Vandaag kan men niet meer blind zijn voor de situatie van eenoudergezinnen. Hun inkomen bedraagt slechts 70% van het gemiddelde inkomen van de tweeoudergezinnen. Alarmerend is ook dat chronische aandoeningen 40% van de eenoudergezinnen teistert terwijl dit 20% blijkt bij tweeoudergezinnen.
Geluk is een individuele aangelegenheid en moeilijk in cijfers te vatten. Bij de factoren die geluk bepalen zijn het - wat het inkomen betreft - voornamelijk gezondheid en woonst die het leeuwendeel opslorpen.
Dooddoeners? Toch niet! In het boek worden instrumenten aangereikt die welzijn en welvaart meetbaar maken en die een aanzet kunnen zijn tot het onderbouwen van het beleid in België.
Tot besluit.
Ik deel de mening van de schrijvers, die een meervoudige en individualistische aanpak van het begrip geluk propageren (met inbegrip van het vermijden van misleidende gemiddelden), daar waar het verlaten van de maatstaf inkomen evenals de diverse factoren van tevredenheid wél degelijk gemeten kunnen worden.
Een kritische noot nog: kinderen in armoede verdienen méér dan de nog geen 10 bladzijden die ze in dit boek krijgen toebedeeld.
Bart Capéau, Koen Decancq, Annemie Nys e.a.
Ludo Raeijmaekers
Non-fictie
-
_Ludo Raeijmaekers -
Meer van Ludo Raeijmaekers

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies