31 juli 2024
Misschien moet je iets lager mikken
Milio van de Kamp studeerde sociologie aan de Universiteit Amsterdam waar hij momenteel als docent aan verbonden is.
Hij groeide op in een milieu dat als kansarm bestempeld kan worden. Zijn ouders waren afkomstig uit een arme Amsterdamse buurt en huwden op jonge leeftijd. Zij vestigden zich in een arme volkswijk, een no-go area.
Thuis was er meer ruzie dan eten. Armoe troef. Het gezin raakte meer en meer aan lagerwal. Politie was er vaste gast. Meer dan acht jaar was het gezin aangewezen op een buurman om bij hem elektriciteit te halen, aangezien alle nutsvoorzieningen ingevolge wanbetaling afgekoppeld waren. De auteur groeide op als een probleemkind, een straatjochie dat meer spijbelde dan naar school ging. Geen wonder dat een beroepsopleiding voor hem als het hoogst haalbare beschouwd werd.
Hij is echter intelligent, heeft veel wilskracht en met de steun van zijn vriendin kan hij via de hogeschool doorstoten naar de universiteit. Met vrucht slaagt hij in een master sociologie. Onmiddellijk kan hij als docent aan de slag in de bacheloropleiding sociologie.
De studiecarrière van de auteur verliep met veel vallen en opstaan. Hij kampte steeds met een minderwaardigheidsgevoel; het sentiment er niet bij te horen, niet op zijn plaats te zijn een universitair milieu.
Het onderwijs werkte ook niet stimulerend. Een docente raadde hem een universitaire opleiding af: “Misschien moet je iets lager mikken”. Bij een stage in het beroepsonderwijs, waar de auteur ook terecht gekomen was, werd hij verwelkomd door een docent met de woorden: ”Het enige waar jullie rekening mee moeten houden is het volgende: deze kinderen kunnen echt niks. Ze willen niet, zijn niet gemotiveerd en gaan nergens heen”. Een houding die de auteur zelf ervaren heeft. Het bracht hem terug naar het gevoel minderwaardig te zijn, maatschappelijk niet mee te kunnen.
Zijn opleiding tot socioloog helpt bij de analyse wat armoede met een mens doet. Hoe een hogere klasse neerkijkt op een lagere, hoe men verplicht wordt zijn afkomst te verbergen om schaamte te ontlopen. Iemand die probeert op te klimmen ontbreekt het aan “passend cultureel kapitaal” dat de auteur omschrijft als het gevoel en de kennis die je hebt van de cultuur, de mores, de gebruiken en de normen van een bepaalde omgeving, zoals de universitaire. De aldaar heersende normen en waarden worden bepaald door de ‘elite’. Als men niet kan voldoen aan deze eisen telt men niet mee…
De auteur mag zeer kritisch zijn over het Nederlandse onderwijssysteem, waarvan hij zelf het slachtoffer werd. Terecht klaagt hij de negatieve houding van de docenten aan, hun onbekwaamheid die hem aan de hogeschool één jaar doen verliezen.
Hij is evenmin mals voor de hardvochtige bureaucratie. Welke energieleverancier haalt het in zijn hoofd een gezin met twee kleine kinderen acht jaar af te sluiten van het net? De moeder van de auteur leed aan een ernstige hartkwaal waardoor zij door de haar behandelende artsen van de arbeidsmarkt uitgesloten werd. Tegen dit advies in achtte de administratie haar wel werkbekwaam en werd haar een uitkering geweigerd. De “toeslagenaffaire” was duidelijk geen alleenstaand geval.
Door wilskracht en intelligentie kon de auteur zich opwerken. Hoeveel jongeren, even wilskrachtig en intelligent, slagen daar niet in? Wat gaat zo niet verloren aan menselijk kapitaal?
Hoe is het mogelijk dat de schrijnende ongelijkheid blijft bestaan? Dat kinderen in armoede moeten opgroeien? Geen wonder dat deze kinderen het minder goed doen op school bij gebrek aan een eigen kamer, een computer, internet, een stabiel milieu met ouders die hen steunen.
De auteur schrijft heel eerlijk over zijn strijd tegen ongelijkheid, over zijn tegenslagen en successen... Hij deinst er niet voor terug zich erg kwetsbaar op te stellen in zijn strijd tegen jarenlange depressie.
Het boek opent op schrijnende wijze de ogen voor de ongelijkheid in de maatschappij en het onvermogen van de overheid daar op structurele wijze aan te verhelpen.
Ignace Claessens
Meer van Ignace Claessens
Ignace Claessens