Friedrich Nietzsche
Benny Madalijns
Non-fictie
  • 168 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

16 augustus 2024 Het dionysische wereldbeeld & Filosofie in het tragische tijdperk van de Grieken
De klassieke Griekse tragedie wordt tot op vandaag zowat overal in het ondermaanse op de planken gebracht door diverse toneelgezelschappen. De werken van Aeschylus, Sophocles en Euripides, de grote drie uit de bloeiperiode van de Griekse tragedie, bezitten blijkbaar een aantrekkingskracht die de tand des tijds blijft weerstaan. Maar waarin schuilt de grenzeloze kracht die de onafgebroken populariteit van deze tragedies garandeert?
En hoe zit dat nu eigenlijk met die tegenstellingen tussen Dionysos en Apollo, het arglistige duo dat veelvuldig opdraaft in het latere werk van Nietzsche? Waarom vormt hun eeuwige strijd de basis voor zowat elke cultuur, filosofie en geestelijke gezondheid?
Nietzsche zag het apollinische als een van de hoofdkenmerken van de Griekse kunst. Samen met het dionysische, waarmee het in een voortdurende spanningsverhouding staat, vormde het de grondslag van de Griekse cultuur zoals die bijvoorbeeld in de tragedie tot uiting komt. De Griekse kunstwerken werden in deze optiek gezien als producten van een krachtig conflict, niet zozeer serene rust representerend als wel een met moeite verkregen overwinning. Het dionysische staat, in vergelijking met het apollinische, voor zowat alles wat, in religie, moraal, en esthetiek het scheppende, heroïsche, duistere en chaotische representeert.
Op het gebied van de kunsten gaat het, in de lijn van de dithyrambische razernij van de wijngod Dionysus, vooral om elementen als onbegrijpelijkheid, disharmonie en woeste kracht, vaak in verbinding met primitieve natuur, irrationaliteit, instinctief en onbeschaafd gedrag en zelfs wreedheid. Als voorbeeld hiervan gold voor Nietzsche in de Griekse tragedie de emotionaliteit van de koorzang (tegenover het apollinische in de dialoog).
Nietzsche lanceerde beide termen slash krachten in zijn boek Die Geburt der Tragödie uit 1872. Ze werden hem vriendelijk aangeboden door de denkbeelden van Arthur Schopenhauer in diens Wil en Voorstelling. Volgens Nietzsche zijn de twee voortdurend in strijd met elkaar. Maar hun strijd is ongewoon productief. Dankzij de onverbiddelijke krachtmeting tussen de orde, de structuur en de begrenzing enerzijds en de driften, de verlangens en de roes anderzijds, zijn mens en natuur voortdurend in ontwikkeling.
Vastberaden strijd speelt bijgevolg een grote rol in Nietzsches denken en doen. Zo koos hij zelf voortdurend intellectuele vijanden, denk maar aan zijn onverkwikkelijk gestook tegen zijn aanvankelijke compagnon de route, de componist en belangrijk vernieuwer van de muziek van zijn tijd Richard Wagner. Na eerdere loftuitingen door Richard en Cosima Wagner over zijn door de oude Grieken geïnspireerde teksten, valt de negatieve reactie over Die Philosophie im tragischen Zeitalter der Griechen, dat hij in 1873 had geschreven, hem bijzonder zwaar. Het is de afkeuring van de man die in zekere zin een vaderfiguur voor hem was en geen erkenning krijgen doet zowat iedereen pijn, ook Nietzsche.  
Maar niet getreurd, dit soort confrontaties hield hem ongewoon scherp. Nietzsche daagt zijn lezers dan ook gestaag uit om zelf te denken en om niet aflatend een ideeënstrijd met hem aan te gaan. En daarbij, ere wie ere toekomt. Die Geburt der Tragödie aus dem Geiste der Musik waarmee Nietzsche doorbrak in de filosofische wereld, wordt tegenwoordig gezien als een standaardwerk. In dit jeugdwerk bood hij de lezer dan ook een bipolair systeem aan, dat de werking van de Griekse tragedie probeerde te vatten. Een denkwijze die het mogelijk maakte om het ontstaan, de grote kracht èn de ondergang van de tragedie eindelijk te verklaren.
Nietzsche wierp zich op als profeet van de wijngod door het op te nemen tegen de socratische cultuur. Als boegbeeld van het Apollinisme bracht Socrates immers een vermaledijd optimisme in zwang; daarmee verstikte hij het gezonde pessimisme van de vroegere Grieken. Zo doofde de geest van de tragedie en bleef slechts een krachteloos naspel over. Met lede ogen zag Dionysos deze ontwikkeling in de Europese cultuur aan, maar eeuwen later kon hij de Duitse filosoof alsnog tot zijn woordvoerder benoemen. Het is wel zeker dat Nietzsche zich herhaaldelijk identificeerde met de Frygische god, want in de periode dat hij Die Geburt schreef ondertekende hij verschillende brieven met diens naam.
Afijn. Nietzsches indringende citaat dat men nog chaos in zich moet hebben om dansende sterren te kunnen baren, betekent in die lezing niets anders dan dat het dionysische zeer zeker destructie kan brengen, maar dat het bovendien een scheppende kracht teweeg brengt. Dé noodzakelijke materie die ons in beweging brengt en ons zodanig beethoudt dat we effectief dansende sterren kunnen baren: idealen die de moeite waard zijn om na te streven.
Hij vatte die visie voortreffelijk samen in zijn programmatische tekst Het dionysisch wereldbeeld. De kiemcel die hij in dezelfde periode schreef als Filosofie in het tragische tijdperk van de Grieken en waaruit zijn filosofie zich verder ontwikkelde, het steeds weerkerende leidmotief waaraan zijn leven en werk te herkennen zijn.
De vertaler van beide werken, emeritus hoogleraar Moderne Letterkunde Maarten van Buuren, zet in zijn merkwaardig boeiend nawoord voor de lezer, die mogelijk wat minder bekend is met het werk van Nietzsche, een aantal belangrijke begrippen schematisch en daardoor niet echt dionysisch, maar wel verhelderend uiteen. Voor de lezer onderscheidt  hij in Nietzsches relaas vier hoofdlijnen, vier draden in een kluwen: Wording en Zijn, Wil en Voorstelling, het onbewuste en bewuste en als laatste tussen muziek en beeldende kunst. En muziek natuurlijk: idealiter net dat ietsje meer dionysisch dan apollinisch. Toch?
Net als Nietzsche zelf trekt ook hij een scheidingslijn bij Socrates, die de begeerte naar schoonheid en wijsheid neerpootte als hoogste vorm van liefde. Na hem was het immers gedaan met de ongebonden, de ongedwongen, de onbezwaarde en vrijmoedige filosofie, toen denken vooral logisch en nuttig moest gaan worden. Het echte vrije en kunstzinnige denken was voorbij.
Nuja. Filosofie in het tragische tijdperk van de Grieken is en blijft een onvoltooid werk gebaseerd op een compilatie van aantekeningen. Deze werden echter nooit gepubliceerd tijdens het leven van Nietzsche en kregen pas een plek in zijn totale oeuvre nadat de nalatenschap goed was onderzocht en uitgeplozen. Daaruit blijkt dat Nietzsche vooral oog had voor de pikzwarte kanten van de Dionysische thematiek, voor de god die verscheurt en verscheurd wordt. Weliswaar spoort hij Dionysos aan om zijn beulswerk lachend te verrichten, maar niettemin raakt hij gedeprimeerd door de god van de extase. Toch kan Dionysos een mens vrij maken van zorgen, schrijft hij, want aan elke kater gaat immers een aangename roes vooraf. Hony soit qui mal y pense.
Tot slot nog dit.
Nietzsche is vaak beschreven als het prototype van de gefrusteerde intellectueel. Zijn kleinburgerlijke opvoeding, de overheersing door zijn moeder en zuster, zijn zwakke gezondheid, zijn intellectuele prominentie, alles draagt bij tot het uiterlijk betekenisloze leven waarvoor zijn protofascistische ideeën de compensatie zouden vormen. Ofschoon de feiten omtrent zijn leven niet te loochenen vallen, is het echter eerder zo, dat Nietzsche de betekenisloosheid van zijn leven heeft vereffend met een mateloze, bijna destructieve eerlijkheid ten opzichte van zichzelf. Zijn leven en denken wordt bepaald door een diepe afkeer van elke kleinburgerlijkheid, middelmatigheid, en conformisme, en door het verlangen naar werkelijk leven, uitdrukking van de eigenheid van het individu.
Ik spreek dan ook met graagte een oprecht dankwoordje uit voor uitgeverij Boom omdat ze samen met Maarten van Buuren Nietzsche weer wat toegankelijker gemaakt heeft voor de Nederlandstalige lezer. Heuglijk nieuws, want Nietzsches denken blijft fascineren.

Terug van nooit echt weggeweest, zeg maar. Tot spijt van wie het benijdt.

Benny Madalijns
Friedrich Nietzsche
Benny Madalijns
Non-fictie
Madalijns is van opleiding Leraar Beeldende Kunsten en doctor in de Archeologie & Kunstwetenschappen. Hij is schrijver van amper te publiceren verhalen over denken & doen, zoals het boek 'Ondanks alles / Malgré tout' (ASP). En schilder & collagist van zo maar wat bedenkingen van geest & gemoed. (Foto: Jean Cosyn - VUB)
_Benny Madalijns -
Meer van Benny Madalijns

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies