Patrik Vankrunkelsven
Marc De Bock
Non-fictie
  • 458 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

2 november 2024 Cannabis als medicijn - Wat zegt de wetenschap?
In ons land laait het debat over het legaliseren van medicinale cannabis regelmatig op. Uitgaande van de succesverhalen over het gebruik ervan - dat dikwijls buitenproportioneel door de media in de verf gezet wordt - klinkt in de medische kabinetten steeds vaker de vraag van menig patiënt: “Dokter, kan cannabis als geneesmiddel ook voor mij soelaas bieden?”
In Cannabis als medicijn neemt Patrik Vankrunkelsven, praktiserend huisarts, wetenschapper en directeur van Cebam (Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine), de lezer bij de hand doorheen een labyrint van talloze wetenschappelijke publicaties om een helder inzicht te krijgen in de mogelijke therapeutische werkzaamheid van medicinale cannabis.
Wie niet meer van de allerjongsten is, zal zich hem herinneren als de politicus-senator die in 2005 een wetsvoorstel ter legalisering van medicinale cannabis indiende. Maar de geesten van toen waren er nog niet rijp voor. Bijna 20 jaar later, laat hij zijn stem opnieuw horen. Door middel van een boek dat 161 pagina’s telt, klein van formaat maar inhoudelijk uitermate boeiend.
Vankrunkelsven steekt van wal met een beschrijving van de cannabisplant. Uit de veelheid van informatie, onthouden we vooral dat enkel de vrouwelijke exemplaren cannabis afscheiden en meer van het goedje fabriceren zolang ze niet bevrucht zijn. Bijgevolg zullen telers ernaar uitkijken om zoveel mogelijk onbevruchte dametjes te oogsten.
Daarna volgt een gedetailleerde geschiedenis van het medicinaal cannabisgebruik. Volkeren over de hele wereld hebben cannabis duizenden jaren lang bij allerlei ziektebeelden aangewend. In de vorige eeuw geraakte het als geneesmiddel echter uitgerangeerd. Sinds een aantal jaren heeft het onderzoek naar de wetenschappelijke basis van cannabis enkele belangwekkende ontdekkingen opgeleverd die de toepassingsmogelijkheden als medisch product in een stroomversnelling brachten. Die ontdekkingen zijn voornamelijk de verdienste van de Israëlische chemicus en professor Raphael Mechoulam (1930-2023), ook wel “de peetvader van het moderne cannabisonderzoek” genoemd.
Wanneer Vankrunkelsven de actieve bestanddelen in cannabis onder de loep neemt, ontmoeten we de terpenen (aromatische verbindingen die verantwoordelijk zijn voor de afgifte van de typische geur) en de cannabinoïden, chemische stoffen met een uiteenlopende invloed op ons lichaam. Aangezien ze voorkomen in een plant worden ze ook wel phytocannabinoïden genoemd. Tot de belangrijkste behoren THC en CBD. THC (tetrahydrocannabinol) zorgt voor het psychoactieve effect van cannabis (anders gezegd: ”high” worden), terwijl CBD (cannabidiol) kalmerende en angstverminderende eigenschappen bezit. Dan zijn er ook nog de endocannabinoïden (de twee voornaamste zijn anandamide en 2-AG), signaalmoleculen die het lichaam zelf aanmaakt en die in staat zijn zich te binden aan specifieke receptoren op de celwanden, overal in het lichaam maar hoofdzakelijk in de hersenen en het immuunsysteem, waardoor ze nauw betrokken worden bij vele fysiologische processen. Samen met de receptoren en enzymen vormen ze het Endocannabinoïde Systeem (ECS), een verbluffend intercellulair netwerk waarvan Vankrunkelsven het werkingsmechanisme, de effecten en de betekenis voor onze algehele gezondheid haarfijn verklaart.
Niet zonder daaraan toe te voegen dat cannabis een belangrijke natuurlijke, lichaamsvreemde aanvulling kan zijn op een ECS dat in disbalans verkeert vanwege allerlei externe negatieve factoren zoals stress, ongezonde leefgewoonten, slechte voeding en gebrek aan beweging. Dit is mogelijk omdat THC en CBD vaak dezelfde moleculaire structuur hebben als die van onze eigen endocannabinoïden, wat evenwel niet belet dat ze ieder toch verschillend interageren met de receptoren. Als laatste in de rij bestaan er talrijke synthetische cannabinoïden, ontwikkeld in laboratoria om meestal een sterker en dus gevaarlijker effect te sorteren dan phytocannabinoïden.
Vervolgens dringt Vankrunkelsven tot de kern van zijn betoog door. Over vele bladzijden verkent hij vooreerst de toedieningsvormen van cannabinoïden om dan over te schakelen naar hun eventuele medische indicaties bij multiple sclerose, epilepsie bij kinderen, chronische pijn, misselijkheid en braken bij chemotherapie, dementie, de ziekte van Crohn, kanker, depressie, psychose, reuma, migraine, parkinsonisme, enzovoorts. Hij onderstreept echter met klem dat medicinale cannabis geen ziekten of aandoeningen geneest, maar wel de symptomen ervan kan verlichten of de ontwikkeling van bepaalde kwalen kan remmen. Zijn bevindingen berusten steeds op een breed scala aan wetenschappelijke studies en klinische onderzoeken, wat de betrouwbaarheid van zijn beweringen verstevigt.
Evenzeer gestoeld op wetenschappelijk studiemateriaal, schetst hij in hoofdstuk 7 het profiel van de Belgische gebruiker waaruit een reeks interessante kenmerken opdagen.
Verderop aarzelt hij niet om alle potentiële nevenwerkingen van medicinale cannabis vanuit verscheidene invalshoeken in de schaal te leggen. Hij stelt ook de vraag of een Belgische arts cannabis als geneesmiddel mag voorschrijven en zo ja waar de patiënt het dan kan afhalen: het antwoord bewijst dat we in een juridische schemerzone vertoeven wat betreft de aanschaf van cannabis voor medische doeleinden op Belgisch grondgebied. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Vankrunkelsven het laatste hoofdstuk wijdt aan beschouwingen over het cannabisbeleid in België en in het buitenland. Deze blijken buitengewoon relevant te zijn in de context van de voortdurende discussie omtrent de legalisering en de regulering van geneeskundige cannabis.   
In zijn epiloog waarschuwt hij voor onbewezen claims over medicinaal cannabisgebruik die in overvloed circuleren en pleit hij voor de totstandkoming van een wetgeving in ons land waarmee de verkoop van alle cannabisproducten voor medisch gebruik met voldoende restricties en flankerende maatregelen wordt georganiseerd. Het zou voor zowel consumenten als zorgverleners een duidelijk kader scheppen en bij uitbreiding de gezondheidsrisico’s zoals verslaving en de daaraan verbonden maatschappelijke problemen kunnen terugdringen.
Wat dit boek bijzonder maakt, is de kritische houding van de auteur. Hij is geen onvoorwaardelijke voorstander van medicinale cannabis daar hij attendeert op de beperkingen, mogelijke bijwerkingen en de noodzaak van verdere research. Hij benadrukt dat het geen wondermiddel is en dat het gebruik ervan zorgvuldig overwogen moet worden, vooral in het licht van de soms ontoereikende wetenschappelijke onderbouwing voor bepaalde toepassingen.
Bovendien is Vankrunkelsven erin geslaagd om een complex en controversieel onderwerp te ontleden op een evenwichtige en goed gefundeerde wijze, zonder te verzanden in jargon of overdreven technische details. Dat maakt het werk zeer geschikt en aantrekkelijk voor zowel medische professionals als leken die geïnteresseerd zijn in de gebeurlijke gezondheidsvoordelen van cannabis.
Ten slotte nog dit: Cannabis als medicijn maakt deel uit van De Skeptische Kijk, een boekenreeks die tot stand kwam in nauwe samenwerking met SKEPP (Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudowetenschappen en het Paranormale). En op de cover van het boek pronkt de “Cannabis sativa”, de eenjarige hennepplant met haar lancetvormige bladeren, wiens steel hier voor de gelegenheid de gedaante van een esculaap krijgt, het oud-Griekse symbool dat, geassocieerd met de halfgod Asclepius, verwijst naar medicijnen en genezing. Het opzet van het boek kon niet beter geïllustreerd worden…

Marc De Bock
Patrik Vankrunkelsven
Marc De Bock
Non-fictie
-
_Marc De Bock - Recensent
Meer van Marc De Bock

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies