2 november 2024
De reus uit de Rif - Herinneringen aan mijn vader
Mohammed Benzakour werd geboren in het Rifgebergte (Marokko) en was drie jaar toen zijn ouders naar Nederland emigreerden. Zijn vader had Marokko verlaten en had vast werk gevonden in Zwijndrecht (Dordrecht). Zo kon zijn gezin hem achternareizen en zich permanent in Nederland vestigen.
De auteur studeerde sociologie en bestuurskunde aan de Universiteit Leiden. Na een korte carrière als ambtenaar ontpopte hij zich tot succesrijk schrijver en publicist. Hij levert bijdragen aan onder meer het NRC Handelsblad, de Volkskrant en de Groene Amsterdammer.
Zijn ouders waren beiden analfabeet. In 2010 werd zijn moeder getroffen door een zwaar herseninfarct. Zij werd gedeeltelijk verlamd en verloor haar spraakvermogen. Berbers kennen weinig geschreven bronnen. Orale traditie is er de regel. Als de geschiedenis niet verder kan verteld worden, gaat alles verloren. Deze tragedie beschrijft de auteur in zijn boek Yemma.
Op uitdrukkelijk verzoek van zijn vader besluit de auteur ook diens levensverhaal te boek te stellen, wat resulteerde in het besproken werk. Zo wordt vermeden dat ook de geschiedenis van zijn vader verloren zou gaan.
Na enkele mislukte pogingen om Europa te bereiken lukte het zijn vader in 1968 vast werk te vinden in “Ollanda” zonder dat enige kennis van het Nederlands vereist werd. In 1974 kon zijn vrouw haar echtgenoot vervoegen samen met hun drie zonen, waaronder de auteur. Daarbij valt op hoe behulpzaam de Nederlandse bevolking in die tijd was. Zijn afdelingschef zorgde voor een vierkamerflatje. Buren hielpen de woning opknappen en zorgden voor meubelen en huishoudspulletjes.
Niet zonder humor beschrijft de auteur het wedervaren van een migratiegezin in het Nederland van eind vorige eeuw. De culinaire gewoonten die niet altijd stroken met die van “Ollanda”; de communicatie met de familie in het thuisland via BASF-cassettebandjes.
Niet alles is rozengeur en maneschijn. De aandoening van moeder betekende een zware last voor het gezin. Na lang zoeken kon een aangepaste flat gevonden worden, negen hoog, wat elk visueel contact met de buitenwereld hypothekeerde. De echtgenoten werden ouder met de problemen van dien. De maatschappij was niet in staat daar adequaat op in te spelen.
De auteur is terecht niet mals voor de woonmaatschappij die weinig begrip toonde voor de noden van oudere bewoners. Alles werd boven de hoofden van de huurders beslist. Appartementen werden gerenoveerd terwijl de huurders in de woonst verbleven zonder mogelijkheid tijdelijk te verkassen. Minderwaardige apparatuur werd geleverd zonder duidelijke handleiding. De bediening ervan was zo ingewikkeld dat ouderen er niet konden mee omspringen. De oude deurbel, die luid rinkelde, werd vervangen door een elektronisch apparaatje “dat een hoog piepriedeltje liet horen alsof een muis aan zijn piemeltje werd getrokken”, onhoorbaar voor slecht horende ouderen.
De opkomst van kwaadaardige volkmenners zoals Wilders en Co werd met lede ogen aangezien. Nederland was niet langer het Nederland van de geliefde buren die de familie van de schrijver hartelijk verwelkomden. Het was het Nederland niet meer van zijn aankomst.
Op levendige wijze in korte hoofdstukjes schetst de auteur de integratie van een Marokkaans gezin in de Nederlandse samenleving. Hoe zij erin slagen hun Marokkaanse levenswijze in overeenstemming te brengen met de Nederlandse zeden en gewoonten.
De kritiek van de auteur op de hardvochtige bureaucratie, die lange tijd heer en meester was, is zeker meer dan terecht.
Ignace Claessens
Meer van Ignace Claessens
Ignace Claessens